Breust

Wijk
Eijsden-Margraten
Heuvelland
Limburg

Breust

Terug naar boven

Status

- Breust is een voormalige gemeente en dorp, thans wijk in de provincie Limburg, in de streek Heuvelland, gemeente Eijsden-Margraten. Het was een zelfstandige gemeente t/m 5-3-1828. Per 6-3-1828 grotendeels over naar gemeente Eijsden, deels over naar gemeente Sint Geertruid. In 2011 over naar gemeente Eijsden-Margraten.

- De wijk Breust valt onder het dorp Eijsden.

Terug naar boven

Naam

In het Limburgs
Breusj.

Oudere vermeldingen
Bruest, Brust.

Naamsverklaring
- De naam wordt verbonden met het Oudhoogduitse brust, ‘afgrond, steile helling’.(1)
- Volgens een hypothese van Hans Hermans (3201) zou de naam Breust kunnen verwijzen naar het stenige karakter van de ondergrond (silex en kalksteen).

Terug naar boven

Ligging

De huidige wijk Breust ligt in het N van het dorp Eijsden en verder NW van de dorpen Mariadorp en Mesch, W van de A2, ZW van de dorpen Rijckholt en Gronsveld, Z van het dorp Oost-Maarland en de stad Maastricht, O van de rivier de Maas en de Belgische plaats Lanaye en ZO van de Belgische plaatsen Eben-Emael en Kanne.

Terug naar boven

Statistische gegevens

In 1840 omvat Breust een oppervlakte van 330 hectare met daarop 43 huizen en 266 inwoners. In 1822 was het dorp nog tweemaal groter dan het dorp Eijsden.

Ons is niet bekend wat men vandaag de dag precies onder de wijk Breust verstaat. Wat is de afbakening? Hoeveel huizen of inwoners heeft de wijk? Als iemand hier meer van weet, houden wij ons aanbevolen.

Terug naar boven

Geschiedenis

De plaats wordt voor het eerst vermeld in 965. In dat jaar wordt door de Luikse bisschop Eracles, de Hof van Sint Martinus met 80 bunders ontgonnen land, samen met het patronaatschap over de kerk van Breust, overgedragen aan het door de bisschop zelf gestichte kapittel van Sint Martinus te Luik. De eerste ontginningen moeten dus reeds in de eerste helft van de 10e eeuw hebben plaatsgevonden.

In 1393 wordt de Hof van Sint Martinus, de kerk en het gehele dorp Breust door de troepen van Jan van Heinsberg en Hendrik van Meurs tijdens een brandschatting volledig verwoest. Het kapittel en de Breustenaren moeten in die tijden goed hebben geboerd: dorp en kerk werden weer opgebouwd, nu echter op een beter verdedigbare plaats enkele honderden meters zuidelijker. Kosten nog moeite werden gespaard om van de kerk een waar pronkstuk te maken. De Hof wordt nu een versterkt en door grachten omgeven gebouw dat vanaf 1500 ‘De Motte’ wordt genoemd.

Rond 1613 wordt de versterking vervangen door een meer eigentijds, als herenhuis uitziend kasteeltje met een slotgracht, ook wel Villa Breust genoemd. Dit pand werd gebruikt als landgoed door de kapittelheren van Luik. Een ter plekke aanwezige warmwaterbron voedde niet alleen deze gracht maar via het beekje De Bak ook de slotgracht rond kasteel Oost. Op het kasteel werd ook recht gesproken. Er was een gerechtskamer. In de kelder waren kerkers en een folterkamer.

Na de Franse Revolutie werd het landgoed en de andere Luikse bezittingen geconfisqueerd en in 1798 aan particulieren verkocht. ‘Het kloostertje’, zoals het in de volksmond heette, tijdens het ‘Ancien Régime’ het landgoed van het Kapittel van Sint Martinus uit Luik, werd tusen 1883 en 1967 door meerdere kloosterorden bewoond. In 1970 werd het monumentale pand, waaraan Breust een deel van zijn rijke historie ontleent, afgebroken om plaats te maken voor 15 bejaardenwoningen en het bejaardenverzorgingshuis De Bron.

Villa Breust zou wel eens het oudste gebouw van Eijsden kunnen zijn geweest. De oudste bebouwing van Breust, een Romeins hoevencomplex, zou op een perceel nabij de huidige Bellefleur en Achter de Lang Haag hebben gelegen. Het gebied wordt doorsneden door de spoorlijn Luik-Maastricht. Bijna een millennium lang, tot de Franse revolutie in 1794, behoorde het dorp als heerlijkheid tot het Luikse Sint Martinuskapittel.

Na de Franse Revolutie bleef het dorp nog tot en met 5 maart 1828 een zelfstandige gemeente. Per 6 maart 1828 vond een herindeling plaats door het samenvoegen van de voormalige heerlijkheden Breust, Eijsden en Oost. De buurtschappen Withuis, Maarland, Hoog- en Laagcaestert bleven tot Eijsden behoren, de zogeheten dalgemeente. De buurtschappen ‘op den berg’ te weten: Sint Geertruid, Eckelrade (deels), Moerslag, Libeek, Herkenrade en Bruisterbos vormden de nieuwe gemeente Sint Geertruid. Voorheen behoorden deze woonkernen ofwel tot Breust, ofwel tot Eijsden. Ze werden dan ook Breust op den Berg of Eijsden op den Berg* genoemd. Ongeveer tweederde van het totale gebied behoorde tot Breust, eenderde viel onder Eijsden. Wat precies tot welk deel behoorde, is nooit echt duidelijk geweest.
* Zie ook bij Margraten, Geschiedenis.

Breust behield vooralsnog een landelijke uitstraling terwijl Eijsden meer en meer een enigszins stedelijk karakter kreeg. De inwoners waren zo goed als allen afhankelijk van de landbouw en de veeteelt. In de loop van de 19e eeuw werd de fruitteelt zeer belangrijk. Vanaf 1967 is het grootste gedeelte van de Eijsdense uitbreidingsplannen gerealiseerd in Breust. Boomgaarden werden woonwijken. De wijken Emmaplan, Bezepool, de nieuwste woonwijk Poelveld en een groot gedeelte van plan Noord liggen alle op Breuster gebied. De van oudsher kleinste woonkern is daarmee de meest bevolkte geworden. Het bedrijventerrein aan de noordzijde van de woonkern is recentelijk nog met een aantal hectaren uitgebreid. (© Stichting Eijsdens Verleden)

- In 2013 is ADC Monografie 15: 'De motte van Breust. De opgraving van een middeleeuwse kasteelheuvel en zijn omgeving' verschenen (H. Vanneste en S. Ostkamp (red.), 296 pp.). Van 9 december 2008 t/m 25 februari 2009 is op een terrein in het centrum van Breust door ADC ArcheoProjecten uit Amersfoort een opgraving uitgevoerd. Uit historische bronnen is bekend dat deze nederzetting al in de vroege middeleeuwen als villa (in de betekenis van landgoed, nederzetting, hof) werd aangeduid en daarna de kern vormde van een heerlijkheid die ook een deel van het plateau van Margraten omvatte. De nederzetting gaat terug op een Karolingisch domein dat vanaf de 10e eeuw eigendom is van het kapittel van Sint Martinus te Luik.

Bij de opgraving bleek inderdaad een ronde kasteelheuvel aanwezig te zijn. Aardewerk uit de basis van het lichaam dateert uit ca. 1150-1200, waaruit kan worden afgeleid dat de motte in de tweede helft van de 12e eeuw of het begin van de 13e eeuw is opgeworpen. Al in de eerste helft van de 13e eeuw begon een proces van afdekking door van de hellingen in het oosten afgestroomd colluvium (geërodeerde löss). Deze erosie was het gevolg van de ontbossing van het Plateau als gevolg van in de 11e eeuw begonnen ontginningen, die mede door inwoners van Breust werden uitgevoerd. Ecologisch onderzoek toonde ook aan dat het landschap in de middeleeuwen steeds opener werd. Tot wanneer de motte in gebruik was, kon niet worden vastgesteld.

Er is een op historische bronnen gebaseerde veronderstelling dat de vroegmiddeleeuwse Hof van Breust aan de noordelijke rand van de tegenwoordige bebouwing van Breust gelegen heeft, waar twee percelen nog in de 16e eeuw als Vroenhof worden aangeduid. De hof zou volgens deze theorie pas rond 1400, nadat het dorp als gevolg van oorlogshandelingen verwoest was, verplaatst zijn naar de plaats naast de natuurlijke bron en ook de kerk zou toen van zijn oorspronkelijke, pre-965 locatie naar de huidige plek, 500 meter zuidwaarts, zijn verhuisd. Het archeologisch onderzoek ondersteunt deze hypothese niet, omdat het aangetoond heeft dat de bewoning naast de motte al in de 11e eeuw begonnen is, maar kan evenmin aangeven waar de Karolingische bewoning dan wél gelegen heeft.

- De publicatie 'De reconstructie van een middeleeuws landschap: nederzettingsgeschiedenis en instellingen van de heerlijkheden Eijsden en Breust bij Maastricht (10e-19e eeuw)' (dr. J.L.H. Hartmann, 386 pag., verschenen als deel 44 in de serie 'Maaslandse Monografieën', uitg. Van Gorcum, 1986) is via de link ook online te lezen.

- De publicatie 'Inventaris van het archief van de schepenbank Breust (1417) 1421-1796' (Hans van Hall, 2015, uitg. Regionaal Historisch Centrum Limburg) biedt een gedetailleerde toegang op vier eeuwen werkzaamheden van de schepenbank Breust. Dit instituut bestreek een groot deel van de huidige gemeente Eijsden-Margraten en was tot ca. 1800 tegelijkertijd rechtbank en gemeentebestuur. Een voorheen ongeordende hoeveelheid papier van maar liefst 24 strekkende meter is dankzij deze publicatie nu optimaal ontsloten. Mede door de omvang biedt de inventaris nieuwe mogelijkheden voor uiteenlopend onderzoek, of het nu gaat om ‘Limburgse’ rechtsgeschiedenis dan wel naspeuringen naar de vele duizenden persoons- en familienamen die in de inventaris worden vermeld. De publicatie biedt een historische context waarbinnen de schepenbank tot ontwikkeling is gekomen en gaat in op de ontstaansgeschiedenis, verschillende competenties van de schepenbank en de verhouding tot het begrip ‘gemeente’.

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

- Het Poelveld (vroeger ook In den Poel, op de Tranchotkaart uit 1803-1820 In den Pael genoemd) is de jongste woonwijk van Eijsden. Het gebied behoort vanouds tot Breust. De wijk ligt ten oosten van Breust en Eijsden. De wijk valt met het overig gebied oostelijk van de spoorlijn, kerkelijk onder de parochie Mariadorp. Zie verder aldaar. Ca. 1.000 huizen, 2.500 inwoners.

Doordat Breust door de eeuwen heen een landelijk karakter heeft behouden, was Het Poelveld tot voor kort nog een aaneengesloten gebied van hoogstamboomgaarden. Fruitteelt was vele jaren lang een belangrijke bron van inkomsten in Eijsden. Een groot aantal straten heeft namen van oude fruitrassen gekregen, zodat in ieder geval de namen van deze rassen behouden blijven, bovendien in een gebied waar zij ook thuis waren.

In Het Poelveld, op een perceel bij de Bellefleur, zou Romeinse bebouwing hebben gestaan. Er zijn enkele vondsten gedaan, maar tot echt onderzoek is het tot nu toe niet gekomen. Aan dezelfde Bellefleur bouwden de Franse paters Capucijnen in 1912 een groot kloostercomplex. Er werden Franse priesterstudenten opgeleid. In 1940 werden alle studenten onder de wapenen geroepen. De achtergebleven broeders en paters verhuisden sindsdien successievelijk ook terug naar Frankrijk. Na de oorlog diende het complex velerlei doeleinden. In 1980 is het inmiddels vervallen gebouw afgebroken.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

- De Sint Martinuskerk, reeds vermeld in 965, werd kort nadat ze in 1393 werd verwoest weer opgebouwd. De kerk kreeg bij die herbouw zijn huidige basiliekvorm. Uitbreiding van het priesterkoor en aanbouw van beide sacristieën heeft plaats gevonden in respectievelijk 1722, 1851 en 1855. De toren aan de westzijde stamt uit de 15e eeuw en werd in laatgotische stijl gebouwd. De torenspits, nu 42 meter hoog, werd in 1896 vernieuwd.

Vooral de toren van het kerkgebouw doet ons opveren. Zoals veel Zuid-Limburgse kerktorens uit de hoge en late middeleeuwen is deze opgetrokken van mergelsteen, maar deze is met elegante gotische bogen en traceringen geleed - zich zo onderscheidend van de toch vooral sobere en weerbare tijdgenoten. Het schip achter deze toren is in het midden van de 19e eeuw ingrijpend verbouwd. De arcades die de hoofdbeuk van de zijbeuken scheiden, rusten op hergebruikte zuilen van Naamse steen met maaskapitelen. Het torenportaal heeft bijzondere trekken: het stergewelf is fraai en de latei is een aanwijzing dat hier eeuwen voor de torenbouw al gehecht werd aan fijne en bijzondere producten van ambachtelijkheid.

De latei heeft een bovenrand met twee flauwe hellingen die in een punt samenkomen. Hij is voorzien van drie gebeeldhouwde medaillons tussen bladranken. In de medaillons zijn steeds een mens en een dier in strijd te vinden (de middelste interpreteren als Samson en de leeuw is op zichzelf niet onlogisch, maar gaat voorbij aan de veelheid van dergelijke voorstellingen in de romaanse kunst die niet per se aan het oudtestamentische verhaal refereren. Het linker paar zou geduid kunnen worden als St. Michaël en de draak). Door de stijl van de reliëfs laat de latei zich in de tweede helft van de 12e eeuw plaatsen. De stijl is verfijnder dan de tegenwoordige verweerde staat - resultaat van een eerdere verblijfplaats waar de steen blootstond aan weersinvloeden - doet geloven.

Binnen vindt de bezoeker ook een doopvont uit dezelfde periode als die van de latei. De Martinuskerk is steeds de hoofdkerk van de parochie Breust-Eijsden geweest. Tegen de noordgevel is de grafkelder van de grafelijke familie De Geloes aangebouwd. In de kerk zelf zijn verschillende leden van de grafelijke familie Van Hoensbroeck, bewoners van kasteel Oost, begraven. De grafstenen zijn hier en daar nog identificeerbaar.(2) - Videoreportage over het gerestaureerde kerkorgel van de Sint Martinuskerk. - Nieuws van de Sint Martinusparochie Breust-Eijsden op Facebook. Onder het kopje Info aldaar vind je een link naar hun site.

Terug naar boven

Evenementen

- Carnaval. - CV De Kwakvusj. - CV De Sjèle Kuusj.

- Videoreportage over de Klunsboys van Breust. Wie zijn zij, wat doen zij, en wat heeft het met de Bronk te maken?

Terug naar boven

Natuur en recreatie

- Wandelroute door Breust, Eijsden en Mariadorp (5,5 km) van Stichting Eijsdens Verleden.

Terug naar boven

Literatuur

- Nieuwe en/of tweedehands boeken over Breust (online te bestellen).

Terug naar boven

Links

- Jongeren: - Er is een Jonkheid van Breust. Voor zover ons bekend zijn zij nog niet middels een website of -pagina op het internet aanwezig.

- Muziek: - Er zijn verschillende koren die de kerkdiensten in de Sint Martinuskerk muzikaal opluisteren. Onder de link vind je daar meer informatie over.

- Sport: - Bridgeclub La Meuse is opgericht in 1991.

- Genealogie: - Geboorten, huwelijken, overlijdens gemeente Breust.

Reactie toevoegen