Oost-Groningen

Streek
Oost-Groningen
Groningen

oost-groningen_leader_kaart.jpg

In de Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS) Oost-Groningen 2014-2020 vinden we een mooie verduidelijkende kaart van deze regio en een tekstuele toelichting op de regio en de verdeling in de drie subregio's. (© www.leaderoostgroningen.nl)

In de Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS) Oost-Groningen 2014-2020 vinden we een mooie verduidelijkende kaart van deze regio en een tekstuele toelichting op de regio en de verdeling in de drie subregio's. (© www.leaderoostgroningen.nl)

Oost-Groningen

Terug naar boven

Status

- Oost-Groningen is een regio in de provincie Groningen. De regio omvat de gemeenten Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerwolde en de voormalige gemeente Menterwolde, oftewel de streken Westerwolde, Oldambt en Veenkoloniën.

"Welke fysieke ruimte omvat deze regio nu eigenlijk? Want dat is minder eenduidig dan het op het eerste oog lijkt. Het Oldambt is de historische kern van wat wij nu de regio Oost-Groningen noemen. In de loop der tijd is die regio uitgegroeid naar de zuidelijk gelegen Veenkoloniën, die vooral van de 17e tot en met de 19e eeuw werden ontgonnen en gekoloniseerd. Daar ontstonden nieuwe plaatsen als Veendam, Nieuwe Pekela en Stadskanaal. Tegenwoordig wordt ook het meer zuidoostelijk gelegen Westerwolde tot deze regio gerekend. Dit gebied leek aanvankelijk in sociaal-economisch en cultureel opzicht vooral op het kleinschalige Drenthe, maar kreeg in de loop van de 20e eeuw door ontginningen een veenkoloniaal karakter.

Eigenlijk bestaat Oost-Groningen nu dus uit drie regio’s, die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat ze economisch vanaf de jaren zeventig bergafwaarts gaan. Maar alle drie hebben wel degelijk een eigen sociaal-economisch karakter. Het Oldambt is het voormalig gebied van de herenboeren met vruchtbare kleigrond bij de boerderijen. De Veenkoloniën kennen een relatief moderne landbouw sinds het begin van de 20e eeuw, maar hebben daarnaast ook een substantiële industriële ontwikkeling doorgemaakt. Westerwolde is voornamelijk gericht op de landbouw. De zandige bodem leidde hier tot een mengvorm van kleine keuterboeren en veenkoloniale boeren die vanaf de grootschalige ontginningen in de werkverschaffing (ook wel bekend als 'De Hel van Jipsingshuizen') zich hier vestigden.

Het begrip Oost-Groningen is dus dynamisch. Aanvankelijk duidde het op de fysieke regio Oldambt, maar allengs is het uitgedijd. Tegenwoordig is het vooral ook de aanduiding geworden voor een regio die sociaal-economisch achterloopt bij de rest van Nederland. Dat verklaart waarom nu soms ook gebieden als Slochteren en Hoogezand-Sappemeer als Oost-Groningen worden aangeduid. Deze regio rukt bij wijze van spreken op naar de poorten van de stad Groningen." (bron: Erwin H. Karel)

Terug naar boven

Statistische gegevens

Oost-Groningen krimpt minder snel qua aantal inwoners dan in 2016 nog werd gevreesd. Het aantal huishoudens groeit zelfs. Dit blijkt uit regionale bevolkingsprognoses van de Oost-Groninger gemeenten anno 2020. De verwachting is dat het aantal huishoudens de komende tien jaar (2020-2030) het hardst stijgt in de gemeente Oldambt (en wel met 771). Voor de gemeente Veendam wordt een toename van 640 verwacht. In de gemeenten Stadskanaal (296), Westerwolde (230) en Pekela (217) groeit het aantal huishoudens minder snel. Omdat huishoudens gemiddeld nog altijd steeds kleiner worden, daalt het aantal inwoners wel. Die bevolkingsdaling is het grootst in de gemeente Stadskanaal (-1071), gevolgd door de gemeenten Veendam (-402), Pekela (-346), Westerwolde (-196) en Oldambt (-84).

De gemeenten schrijven de verandering in de prognoses toe aan een positiever migratiesaldo - er vestigen zich meer mensen in de regio dan dat er vertrekken. Deze ontwikkeling vloeit voort uit de steeds verder toenemende druk op de woningmarkt in andere delen van Nederland. De gemeenten in Oost-Groningen werken al ruim tien jaar samen om de woningmarkt in de regio te versterken. Daarvoor maken ze om de vier jaar, in samenwerking met de provincie Groningen, regionale bevolkingsprognoses. Die cijfers worden gebruikt voor het woningmarktbeleid.

Terug naar boven

Geschiedenis

"Het Oldambt valt al sinds 1438 onder de jurisdictie van de stad Groningen. De inwoners bezaten dus relatief weinig bestuurlijke en juridische autonomie. Daardoor ontbrak er een landadel. De meest bekende nationale gebeurtenis die zich in het Oldambt afspeelde, was de start van de Tachtigjarige Oorlog in Heiligerlee (1568). Net als de stad Groningen bestond er in het Oldambt een zekere oriëntatie op de huidige Duitse gebieden. Een deel van de in plaatsen als Pekela gegraven turf werd verhandeld in Duitsland. Ook bestonden er van oudsher familiebanden tussen de bevolking van beide streken. Dat is overigens een volstrekt ‘natuurlijk ‘ proces. Grenzen stelden natuurlijk voor de lokale bevolking weinig voor. Het waren in wezen vooral gezagsgrenzen van de heersers; ze hadden enige militaire betekenis, maar ze bakenden vooral ook de gebieden af waarbinnen belasting kon worden geïnd. Sociaal en economisch waren de grenzen van minder betekenis. Het feit dat Ostfriesland er lange tijd voor geopteerd heeft zich aan te sluiten bij de Republiek, bevestigt de sterke band met het oosten. Overigens zagen de Staten-Generaal uiteindelijk het belang van die aansluiting niet in.

De stad Groningen verloor die oriëntatie op het oosten na de middeleeuwen geleidelijk; in plaats daarvan werden de rijke Hollandse handelssteden het nieuwe referentiepunt. In het Oldambt is die band met het oosten, vanwege de sociale contacten en de fysieke ligging, veel langer blijven voortbestaan. Hier voltrok zich wel een andere omwenteling in de 18e eeuw, die voor het verloop van de geschiedenis van doorslaggevende betekenis is geweest. Verschillende malen in die eeuw brak er een veepest uit die veroorzaakte dat veel boeren zware verliezen leden. Voor een aanzienlijk deel van hen was dat aanleiding om volledig over te stappen op de akkerbouw. Er ontwikkelde zich hier mede daardoor een nieuw type landbouwer, die later voor landbouwsocioloog Evert Willem Hofstee min of meer model stond voor de moderne kapitalistisch georiënteerde boer. Dergelijke boeren vernieuwden hun bedrijven voortdurend en streefden naar winstmaximalisatie. Vooral in de 19e eeuw profiteerden zij van de groeiende vraag naar graan. Groningen werd in die tijd 'de graanschuur van Nederland'.

De industrialisatie vanaf halverwege de 19e eeuw dwong de verschillende regio’s tot een zekere specialisatie, omdat de schaalvergroting op productieniveau (massaproductie) nieuwe vestigingsvoorwaarden schiep. In Groningen werd dat de agro-industrie, die mede door toedoen van de van oorsprong Gelderse industrieel W.A. Scholten tot grote bloei kwam, ook in Oost-Groningen. Na 1918 raakte het schaalvergrotingsproces in een nieuwe fase, waardoor de provincie Groningen vanaf die tijd steeds meer in de periferie van het westen kwam te liggen. Weliswaar kwam Groningen door de verbetering van de infrastructuur bij wijze van spreken dichter bij het de Randstad te liggen, maar tegelijkertijd veroorzaakte de schaalvergroting in de industrie (ook in globaliserend perspectief) dat allerlei vestigingen in het Noorden overbodig werden. Fongers verloor zijn betekenis, de Groningse confectie-industrie hield er mee op en dat lot was ook andere ondernemingen beschoren. Niemeijers tabaksfabriek is zo ongeveer de laatste fabriek uit het oude industrialisatietijdperk die is blijven bestaan." (aldus enkele citaten uit, en voor nadere informatie zie: lezing 'Oost-Groningen: de eeuwige periferie?', gehouden door Erwin H. Karel in 2012, waarin hij de sociaal-economische ontwikkeling van deze streek schetst van de 19e eeuw tot heden.)

- Geschiedenis van de korenmolens in Oost-Groningen voor 1855. Met een overzicht van de molens in de gemeente Menterwolde. Door Otto S. Knottnerus. In: Henk Pol, Nick Kieft, Janneke Blauw (red.), 'Koperen Verhalen, verzamelde verhalen door de Historische Kring Menterwolde' (2012).

- Mevrouw P. Wolthers publiceert op haar Facebookpagina artikelen m.b.t. de geschiedenis van Oost-Groningen.

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

- In 2020 zijn in Oost-Groningen enkele tientallen zogeheten tiny houses geplaatst, met name in Appingedam, Hoogezand en Midwolda. De belangstelling was groot. De open dagen die in dit kader werden georganiseerd op Groot Bronswijk in Wagenborgen, waar drie verschillende typen tiny houses staan, waren snel volgeboekt. 'Je ziet dat er een nieuwe manier van levensstijl in opmars is', zegt Geja Hagedoorn van woonstichting Groninger Huis. 'De mensen die hier komen hoor je zeggen: we hoeven al die spullen niet meer, we willen meer buiten leven en meer rust. Dat soort termen hoor je voorbij komen.' 'We hebben in ons werkgebied te maken met een afname van de bevolkingsgroei. Het is daarom interessant om te kijken naar nieuwe woonvormen en je ziet het: het werkt. Hier komen hier mensen op af die deze regio anders hard voorbij waren gereden.'

- In opdracht van de provincie Groningen hebben Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen en Aequator Groen & Ruimte in 2018 het rapport 'Natuurinclusieve landbouw Oost-Groningen' opgesteld. In het rapport wordt inzicht gegeven in kansrijke maatregelen voor het oosten van Groningen op basis van effecten op natuur, inpasbaarheid in de bedrijfsvoering en een bedrijfseconomische onderbouwing. Het gaat om maatregelen zoals het aanleggen van akkerranden en natuurlijk sloot- en bermbeheer, het inpassen van eiwitgewassen als rustgewas in het bouwplan, het gebruik van van organische mest en compost, het toepassen van mengteelten en strokenteelt en de niet-kerende grondbewerking.

De volgende stap is ontbrekende kennis nader onderzoeken via het wetenschappelijk spoor of via het toepassen in de praktijk. Voor het praktijkonderzoek heeft de agrarische natuurvereniging een klankbordgroep van akkerbouwers opgericht, die met hun kennis en ervaring de hiaten en de maatregelen tegen het licht houden. Tevens heeft de vereniging een projectaanvraag ingediend bij de provincie Groningen om de uitwerking van de maatregelen in de praktijk te onderzoeken.

- De Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS) Oost-Groningen 2014-2020 is een initiatief van de regionale LEADER Actie Groep (LAG), met ondersteuning van de Provincie Groningen en de 7 Oost-Groninger gemeenten. Het plan is opgesteld door de LAG, in samenwerking met de drie subregionale steungroepen (Oldambt, Westerwolde en Veenkoloniën). De strategie beoogt geen projecten en impulsen om ‘de krimp te keren’. Het ziet vooral heil in het versterken en benutten van de bestaande kwaliteiten en potentie die in Oost-Groningen aanwezig zijn. Speerpunten zijn: een economische impuls voor achterblijvende minder verstedelijkte regio’s; uitbreiden en verbeteren van de (agro)toeristische infrastructuur, en activiteiten of ontmoetingsplaatsen die de sociale cohesie op het platteland vergroten, zeker daar waar men sterker afhankelijk is van nabuurschap.

"Oost-Groningen is een regio met een rijk verleden, een boeiend heden en wat ons betreft een bloeiende toekomst. Een gebied waar op dit moment de gevolgen van de demografische verandering en het afnemen van het voorzieningenniveau hun weerslag hebben op de leefbaarheid; op het welzijn van de inwoners. Een gebied waar aandacht nodig is, maar waar vooral de eigen kracht en inzet van de bewoners aangesproken zal worden. Wij geloven in een goede toekomst voor Oost-Groningen. Niet in een toekomst die gericht is op groei, maar wel op ontwikkeling. Deze regio heeft potentie, voor eigen inwoners én voor werknemers, ondernemers en recreanten van buiten. Kwaliteit is daarbij het sleutelwoord.

Een prachtige ruimtelijk gebied, met interessante en afwisselende dorpen, ruimte en randvoorwaarden voor ondernemerschap, toerisme en - vooral - kansen voor de bewoners. Wij geloven in die kansen. De Oost-Groningers zullen daar zelf wel hard aan moeten trekken. Daar hebben we vertrouwen in. Wel zien we dat de regio (en daarmee de inwoners) wat steun in de rug kunnen gebruiken. Het is daarom dat wij voor Oost-Groningen deze ontwikkelingsstrategie hebben opgesteld. Om de bestaande kwaliteiten te (h)erkennen, focus aan te brengen en natuurlijk een stimulans te geven. Wat ons betreft is die stimulans ook veel meer dan een bijdrage vanuit het LEADER-programma. Wij spreken met deze ontwikkelingsstrategie onze waardering en steun uit voor inwoners en ondernemers die werken aan een sterker Oost-Groningen. Die steun is zowel financieel, inhoudelijk als moreel.

Deze ontwikkelingsstrategie is breed gedragen. We hebben deze koers bepaald met een brede groep betrokkenen; ambtenaren, openbaar bestuurders, maatschappelijke instellingen, ondernemers en inwoners uit het gebied. Er is gewerkt met zorg, met plezier én bovenal met hart voor Oost-Groningen." Aldus Sipke B. Swierstra, voorzitter van de regionale LEADER Actie Groep (LAG), in het Voorwoord van de Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS) 2014-2020.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

- Het doel van Molenwerkgroep Oost-Groningen is het organiseren van cursussen om vakbekwame molenaars op te leiden, en een daaruit voortvloeiend streven naar instandhouding van molens. Zij tracht dit te bereiken door: samenwerking met andere verenigingen, die streven naar het behoud en voortbestaan van molens; samenwerking met het Gilde van Vrijwillige Molenaars; bemiddeling te verlenen bij het bemensen van molens; bij de overheid, instellingen en particulieren steun te verwerven. De vereniging heeft ca. 80 leden, waarvan ca. de helft het getuigschrift van vrijwillig molenaar heeft. Voor het overige bestaat het ledenbestand uit personen die de opleiding volgen of sympathiseren met de Molenwerkgroep. Op de site van de vereniging vind je korte beschrijvingen van alle 20 molens in de regio.

- In 2009 startte op initiatief van de gemeente Winschoten het project 'Ieder draagt zijn steentje bij'. Er werden 5 'Social sofa's' gemaakt die bestemd waren voor vier wijken in Winschoten. Eén bank was voor Blauwestad. Bij de oplevering in 2010 werden de sofa´s tijdelijk tentoongesteld op het Israëlplein bij winkelcentrum het Rond. Zes andere banken volgden: voor Winschoten, Reiderwolde en Blauwestad-Het Park. Van meet af aan was de insteek om kinderen bij het project te betrekken. Het succesvolle pilotproject is in 2013 uitgebreid naar de andere gemeenten in Oost-Groningen. In totaal gaat het om 32 'verhalenbanken', verdeeld over de - anno 2018 deels voormalige - gemeenten Oldambt, Stadskanaal, Bellingwedde, Menterwolde, Veendam en Pekela.

In het glasmozaïek zijn gebeurtenissen uit de plaatselijke geschiedenis op fantasievolle wijze door kinderen verbeeld. Hieraan vooraf ging een breed opgezette gastles over het onderwerp, die werd verzorgd door een 'verhalenverteller'. De onderwerpen zijn aangedragen door de dorpsverenigingen en wijkplatforms. Banken met een verhaal dus, die bovendien ook nog eens lekker zitten. De initialen van de kinderen die hebben meegewerkt zijn op alle banken terug te vinden. Veel inwoners hebben als vrijwilligers meegewerkt aan de totstandkoming van de banken. Met name het aanbrengen van het glasmozaïek is een secuur en arbeidsintensief klusje, maar vele handen maken licht werk en bovenal was het erg leuk om te doen. De uitbreiding tot de hele regio was een mooie kans om de regio Oost-Groningen op de kaart te zetten en te verrijken met een bijzondere toeristische route die via de unieke verhalenbanken door dorpen, wijken en buitengebieden loopt.

Terug naar boven

Jaarlijkse evenementen

- Fiets Tour Club (FTC) Musselkanaal organiseerde op 20 maart 2016 de 1e editie van de Bruintje Beer Tocht, een fietstocht van 90 kilometer in Oost-Groningen, en daarbinnen in het bijzonder in Zuidoost-Groningen. Wybe Pol en Hans Ravensbergen, bestuursleden van FTC Musselkanaal, kregen van Henk Lunsing, een ALS-patiënt uit Nieuw Buinen, de vraag of zij hem wilden helpen geld in te zamelen voor de ALS Stichting. Henk wilde samen met zijn zoontje Marijn van 9 jaar meedoen aan de Tour du ALS door op 3 juni 2016 de Mont Ventoux op fietsen. Wybe en Hans wilden Henk graag helpen deze wens voor hem waar te maken en kwamen op het idee om als FTC Musselkanaal een fietstoertocht te organiseren. Door het overweldigende succes van deze 1e editie met ruim 300 deelnemers heeft men besloten jaarlijks op de 1e zondag in de lente de Bruintje Beer Tocht te organiseren. Elk jaar wordt er een goed doel gekozen waar de opbrengst van de tocht naar toe gaat. In 2016 was dat de ALS Stichting, in 2017 Stichting KIKA.

Sponsoren en vrijwilligers maken deze tocht mogelijk. Het is aan de deelnemers zoveel mogelijk geld bijeen te fietsen voor het jaarlijkse goede doel. De organisatie van de Bruintje Beer Toertocht streeft erna elk jaar een zeer goed georganiseerde, verzorgde en veilige toertocht te organiseren om zoveel mogelijk deelnemers aan de start te krijgen. Ook krijgen de deelnemers jaarlijks een leuke herinnering. Waarom deze tocht de Bruintje Beer Toertocht heet? Net zoals de Martinitoren hoort bij de stad Groningen en de Dam bij Amsterdam, hoort Bruintje Beer bij Musselkanaal. De beroemde koekjesfabriek van Branbergen in Musselkanaal maakte “Bruintje Beer”-koekjes met de beeltenis van deze stripheld. Door deze koekjes kreeg Musselkanaal (inter)nationale bekendheid. Bruintje Beer kreeg daarom een levensgroot standbeeld in het centrum van Musselkanaal.

De initiatiefnemers hoefden niet lang na te denken over de route van deze tocht. Met de Bruintje Beer Tocht wil men het mooie natuurlandschap van Zuidoost-Groningen onder de aandacht brengen, dat kan natuurlijk niet beter dan op de fiets. De tocht voert dan ook door de Veenkoloniën en Westerwolde. Na de Veenkoloniën die zich kenmerken door rechte vaarten en bebouwing langs deze waterwegen voert de tocht door het prachtige Westerwolde. Fietsend door de prachtige natuur van Westerwolde met zijn diverse moerassen, bossen, vennetjes en de slingerende Ruiten Aa komt de tocht ook langs historische bouwwerken waaronder de burcht in Wedde en het 15e-eeuwse klooster van Ter Apel.
Natuurlijk wordt de vesting Bourtange ook aangedaan. In de vesting krijgen alle deelnemers een gratis kop koffie/cappuccino/thee met appelgebak voorzien van slagroom aangeboden, alvorens de laatste 40 kilometer te fietsen naar het standbeeld van Bruintje Beer in Musselkanaal."

- Om mensen kennis te laten maken met de mooie kerken in de gemeenten Pekela, Oldambt, Westerwolde en Midden-Groningen, organiseren ca. 20 kerken op een zaterdag begin juni Kerkenpad Oost-Groningen. De kerken openen dan hun deuren voor het publiek, zodat de gebouwen niet alleen van buiten, maar ook van binnen bewonderd kunnen worden. De deelnemende kerken zijn gebouwd tussen de 13e en 21e eeuw en verschillen daardoor sterk wat betreft architectuur. Zo kun je bijvoorbeeld genieten van de bouwstijlen van de Romano-Gotiek, de Laatgotiek, de Neogotiek en de Amsterdamse School. Naast mooie architectuur hebben alle kerken zo hun eigen bezienswaardigheden, zoals oude preekstoelen, bijzondere orgels, grafzerken, een grafkelder, fresco's of gebrandschilderde ramen. In een aantal kerken wordt bovendien een activiteit georganiseerd.

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- De Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief zet zich in voor de ontwikkeling van agrarisch natuurbeheer in Oost-Groningen.

- "Rijd je op een winterdag door uitgestrekte akkerbouwgebieden, dan kun je hem tegenkomen: de ruigpootbuizerd. Net een slagje groter dan de buizerd, met langere vleugels en met zijn bevederde poten meer arendachtig. Een wintergast die de zomer in het hoge noorden doorbrengt. In Nederland neemt het aantal overwinterende ruigpootbuizerds gestaag af. Reden om hun winterecologie onder de loep te nemen. De grootschalige akkerbouwgebieden in Noord- en Oost-Groningen zijn een van die plekken waar je in de winter vrij zeker kunt zijn dat je een ruigpootbuizerd tegenkomt. In goede jaren overwinteren hier zo'n tien tot twintig exemplaren. In dit gebied heeft bachelorstudent Janosch Becker, van de Hogeschool van Eberswalde in Duitsland, een studie gedaan naar het habitatgebruik en foerageersucces van de ruigpootbuizerd. De vraag was in hoeverre het grootschalige akkerlandschap met intensieve landbouw een geschikt overwinteringsgebied voor ruigpootbuizerds vormt.

Roofvogelroutes. Allereerst is de verspreiding van ruigpootbuizerds bestudeerd door systematische tellingen uit te voeren langs drie routes (van respectievelijk 29.2, 76.5 en 55.2 km) die samen een groot deel van Oost-Groningen afdekten. Alle waargenomen roofvogels en andere muizeneters langs deze routes werden genoteerd. Daarnaast werden voor alle akkers de gewassen in kaart gebracht. De routes werden tussen oktober 2019 en maart 2020 tweemaal per maand geteld.

Habitatgebruik en beschikbaarheid. In het studiegebied bestond 40 procent van het landgebruik uit ingezaaide wintertarwe, terwijl 20 procent van de akkers geploegd de winter in ging. Ongeveer een kwart van het studiegebied bestond uit grasland. Natuurmaatregelen voor muizenetende roofvogels, zoals akkerranden, vogelakkers en wintervoedselveldjes maakten slechts één procent van het landgebruik uit. Er werden 44 waarnemingen van ruigpootbuizerds gedaan. Meer dan de helft (55%) van deze waarnemingen werd op grasland gedaan, en maar weinig op wintertarwe (5%) en geploegd land (7%). Habitats die weinig in het gebied voorkomen maar relatief veel gebruikt werden, waren slootkanten (9%), dijken (4%) en natuurmaatregelen (4%). Grasland vormde dus het belangrijkste foerageerhabitat voor de ruigpootbuizerds, met daaropvolgend eerdergenoemde slootkanten, dijken en natuurmaatregelen.

Overal muizen. Bij de keuze voor grasland was het opvallend dat door de ruigpootbuizerds specifieke percelen werden geselecteerd. Om erachter te komen waarom ze dit deden, is hier het aantal muizenholletjes langs honderd meter lange transecten geteld, en op naastgelegen niet-geselecteerde percelen. Het tellen van de muizenholletjes was een enorme klus, want de muizen bleken deze winter zeer algemeen te zijn. Op de door de ruigpootbuizerds geselecteerde percelen werden gemiddeld 436 holletjes (met een uitschieter van 1270 holletjes) geteld, en op de niet-geselecteerde percelen gemiddeld 276 holletjes. Hoewel dit verschil niet significant was, lijken de dichtheden aan muizen op de geselecteerde percelen hoger dan op de niet-geselecteerde percelen. Bovenal waren de muizendichtheden opvallend hoog; in ‘normale winters’ worden er in Oost-Groningen maar nul tot twintig holletjes per transect geteld.

Zittende ruigpootbuizerds. Naast de tellingen is ook het gedrag van ruigpootbuizerds bestudeerd. In totaal is er 34 uur aan observaties van ruigpootbuizerds. Dit bleek een vrij saaie bezigheid, want 78,2 procent van de tijd zaten de vogels op de grond. Ruigpootbuizerds vlogen maar 6,3 procent van de tijd en 3,2 procent brachten ze biddend door. Hoewel het bidden van ruigpootbuizerds zo karakteristiek is, deden ze dat dus maar een zeer beperkt deel van de tijd. Als de ruigpootbuizerds vlogen om te jagen, was dat vooral boven hogere vegetaties (bijv. luzerne en groenbemester) en dijken. Hun jaaggedrag op gras was geheel anders, daar zaten ze op de grond op een prooi te wachten. Er werden in totaal 104 vangstpogingen waargenomen. Deze bleken vanuit de lucht succesvoller (53%) dan vanaf de grond (19%). Gemiddeld werd er ongeveer één muis per uur gevangen.

In de winter van 2019/2020 verbleven de ruigpootbuizerds in Oost-Groningen dus voornamelijk op gras, waar ze zittend om zich heen kijkend muizen probeerden te vangen. Grasland was aantrekkelijk voor de ruigpootbuizerds door de zeer hoge aantallen muizen. Aannemelijk is dan ook dat door de ‘muizenpiek’ de ruigpootbuizerds een relatief gemakkelijke winter hadden. In plaats van actief te moeten jagen boven bijvoorbeeld natuurmaatregelen zoals vogelakkers, konden ze zittend vanaf de grond regelmatig een muis verschalken. De vraag is of de ruigpootbuizerds in jaren met minder muizen ook zo’n luizenleventje leiden. Waarschijnlijk spelen natuurmaatregelen, die juist in muizenarme jaren hogere aantallen muizen herbergen dan het omliggend landschap, dan een veel belangrijkere rol. Daar moeten ze dan echter wel actiever, oftewel vliegend en biddend, naar op zoek.

Sinds 2018 zijn meerdere ruigpootbuizerds in Oost-Groningen uitgerust met GPS/GSM-zenders om het habitatgebruik te onderzoeken. Gezenderde ruigpootbuizerd Janosch is in het najaar van 2020 teruggekeerd naar de Groningse Dollardpolders en hopelijk blijft hij de hele winter, zodat data verzameld kan worden van zijn habitatkeuzes in een jaar met zoals het nu lijkt aanzienlijk minder muizen. Janosch Beckers scriptie “Habitat use and foraging ecology of wintering Rough-legged Buzzards in the agricultural landscape of East Groningen (NL)” is op te vragen bij Raymond Klaassen." (bron: Raymond Klaassen, Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels, en Janosch Becker)

Terug naar boven

Literatuur

- Nieuwe en/of tweedehands boeken over Oost-Groningen (online te bestellen).

Terug naar boven

Links

- Algemeen: - De site Oostgrunn.nl promoot de regio Oost-Groningen.

- Nieuws: - Nieuws uit Oost-Groningen van Het Streekblad.

- Sport: - "In 2016 zijn verschillende verenigingen in de regio een samenwerkingsverband aangegaan onder de naam Stichting Judo Topsport Oost-Groningen. Door middel van deze stichting willen de clubs een sterke positie innemen binnen het huidige wedstrijdjudo. De afgelopen jaren hebben we laten zien dat we judoka's kunnen opleiden tot nationaal en internationaal niveau. Door op een professionele wijze de judoka te ontwikkelen willen wij ze aan ons binden om het maximaal haalbare uit hun topsport carrière te halen. Dit vraagt om goede randvoorwaarden, die wij als stichting op een uitstekende manier faciliteren."

- Plattelandsontwikkeling: - Bij Plattelandshuis Oost-Groningen kan iedereen terecht voor advies en begeleiding bij plannen en ideeën om de leefbaarheid van het platteland in deze regio te vergroten. Het Plattelandshuis: geeft advies; kan een eerste indicatie geven of een idee haalbaar is; geeft ondersteuning bij het ontwikkelen van projecten; deelt kennis; leidt projectvoorstellen door naar de LEADER steungroepen; bevordert samenwerking met andere partners en projecten; verwijst zonodig door naar experts en andere financieringsbronnen.

- LEADER is een Europees subsidieprogramma dat gericht is op samenwerking in de regio en zich met name richt op minder-verstedelijkte gebieden en gebieden die achterblijven in de economische ontwikkeling. In Oost-Groningen is gekozen om in te zetten op economie, leefbaarheid en toerisme. Samen met de mensen uit het gebied, de gemeenten, de provincie en Europa zet LEADER Oost-Groningen zich in om de kansen van het gebied te benutten en de regio te versterken. Hiervoor ondersteunt zij initiatieven van inwoners, ondernemers en organisaties uit het gebied zelf. Initiatieven die bijdragen aan een vitaal platteland op de lange termijn. Dit kan zijn door het organiseren van bijeenkomsten of door het subsidiëren van projecten die bijdragen aan deze doelen. En natuurlijk door p.r.; deze regio is een prachtig gebied en dat mag de buitenwereld best weten!

Reacties

(2)

Hele interessante info! Ben net terug in Nederland vanuit de VS. Dit wist ik niet. En nog wel geboren in Haren many moons ago! Wij gaan binnenkort een kijkje nemen.

Welkom terug in Nederland heer Eikmans! En dank voor uw compliment! Haren ligt overigens net buiten Oost-Groningen. De voormalige gemeente Haren valt onder de streek de Hondsrug, die u hier kunt vinden: https://www.plaatsengids.nl/hondsrug. En over Haren met al zijn dorpen en buurtschappen kunt u hier alles vinden: https://www.plaatsengids.nl/haren.
Met vriendelijke groet en veel plezier met het ontdekken van uw streek de Hondsrug en aangrenzend Oost-Groningen, Frank van den Hoven, hoofdredacteur Plaatsengids.nl

Reactie toevoegen