Labbegat

Plaats
Buurtschap
Waalwijk
Hart van Brabant Langstraat
Noord-Brabant

labbegat_kaart_ca._1900_kopie.jpg

Labbegat heeft vanouds, en terecht, altijd als buurtschap in de atlassen gestaan, bijv. hier in een atlas uit ca. 1900

Labbegat heeft vanouds, en terecht, altijd als buurtschap in de atlassen gestaan, bijv. hier in een atlas uit ca. 1900

labbegat_kaart_ca._1980.jpg

Sinds de jaren zestig is de plaatsnaam Labbegat zomaar iets naar rechts verplaatst, en in een ander lettertype, alsof het alleen nog maar een veldnaam zou zijn. Ten onrechte. In recente atlassen is ook de Z gelegen buurtschap Hogevaart ineens verdwenen.

Sinds de jaren zestig is de plaatsnaam Labbegat zomaar iets naar rechts verplaatst, en in een ander lettertype, alsof het alleen nog maar een veldnaam zou zijn. Ten onrechte. In recente atlassen is ook de Z gelegen buurtschap Hogevaart ineens verdwenen.

labbegat_hogevaart_143.jpg

Het pand op Hogevaart 143, in de ZW oksel van de kruising van de wegen Hogevaart en Winterdijk in buurtschap Labbegat, stond er in de afgelopen jaren zwaar verwaarloosd bij. In 2019 is het grotendeels afgebroken. (© Google StreetView)

Het pand op Hogevaart 143, in de ZW oksel van de kruising van de wegen Hogevaart en Winterdijk in buurtschap Labbegat, stond er in de afgelopen jaren zwaar verwaarloosd bij. In 2019 is het grotendeels afgebroken. (© Google StreetView)

Labbegat

Terug naar boven

Status

- Labbegat is een buurtschap in de provincie Noord-Brabant, in de regio Hart van Brabant, in de subregio Langstraat, gemeente Waalwijk. T/m 1922 grotendeels gemeente Vrijhoeve-Capelle, deels gemeente Capelle (de gemeentegrens liep verticaal, door de weg Hogevaart). In 1923 in zijn geheel over naar gemeente Sprang-Capelle, in 1997 over naar gemeente Waalwijk.

- De buurtschap Labbegat valt, ook voor de postadressen, onder het dorp Sprang-Capelle.

- Labbegat is een van de plaatsnamen die om voor ons duistere redenen - en wat ons betreft ten onrechte - uit de recente atlassen is verdwenen. De bebouwing is er immers nog gewoon, en daarmee bestaat de buurtschap ook nog altijd. Hetzelfde lot is overigens de Z gelegen buurtschap Hogevaart overkomen.

Terug naar boven

Naam

Oudere vermeldingen
In een akte uit 1630 van de schout van Zuidewijn komt Labbegat voor met de spelling Lappegat.

Verzorgingsplaats
Bij mensen die gebruikmaken van snelweg A59 in deze omgeving is de plaatsnaam bekend van Verzorgingsplaats (VZP) Labbegat, gelegen aan de zuidzijde van de A59 in de richting Willemstad-Oss, tussen afrit 36 en 37, in de gemeente Waalwijk. De VZP heeft een tankstation met winkel en nog een apart gedeelte met parkeerplaatsen ten oosten van de Labbegats Vaartweg.

Terug naar boven

Ligging

De buurtschap Labbegat ligt W van Waalwijk, O van de oude dorpskern van Capelle, N van Vrijhoeve-Capelle, rond de weg Hogevaart, vanaf de huisnrs. 80 even en 119 oneven, plus de aangrenzende panden aan de Winterdijk.

N van buurtschap Labbegat loopt de Labbegats Vaartweg in N richting naar het Oude Maasje, dat O van de Capelse Haven Zuiderkanaal heet. Deze straatnaam verwijst naar de Labbegatse Vaart die hier vroeger heeft gelopen, en die oorspronkelijk in de Besoische Gantel uitkwam, later in het Oude Maasje.

Terug naar boven

Statistische gegevens

In 1840 omvat de buurtschap Labbegat volgens de Volkstelling(1) 7 huizen met 45 inwoners onder de gemeente Vrijhoeve-Capelle. In dezelfde periode stelt (2) dat de buurtschap toen in totaal 4 huizen met 30 inwoners omvatte, waarvan 3 huizen met 24 inwoners onder Vrijhoeve-Capelle en 1 huis met 6 inwoners onder Capelle (die haar deel van de buurtschap in de Volkstelling van 1840 niet apart vermeldde en in de Z gelegen buurtschap Hogevaart zal hebben inbegrepen). Tegenwoordig heeft de buurtschap ca. 20 huizen met ca. 50 inwoners.

Terug naar boven

Geschiedenis

- De haven van Labbegat wordt reeds in de 14e eeuw gebruikt als haven voor de export van hooi. In Capelle wordt in die tijd namelijk veel hooi verbouwd met een hoge calorische waarde. Veel paarden in heel Holland en Brabant krijgen dat te eten. De voerlieden weten dat in Capelle het beste hooi wordt voortgebracht. Er zijn schippers die daarvoor vaste routes varen om het af te leveren.

- (3) stelt: "Vroeger lag bij de buurtschap Labbegat een hoornwerk van dien naam, waarvan de sporen nog zigtbaar zijn, daar het in 1830 gedeeltelijk hersteld is geworden." Of dit vestingwerk vandaag de dag nog altijd aanwezig is, is ons niet bekend.

- In 1612 vestigt Anthonis Aerts zich aan de Hogevaart te Labbegat. Vermoedelijk houdt hij zich bezig met het vervoer van turf en heeft hij er evenals zijn nakomelingen een herberg gedreven. Rond 1630 start Peter Aerts hier een houthandel en houtzagerij. Later zet het geslacht Oerlemans dit voort. (bron: Oud Rechterlijk Archief Sprang inv. 52, fol. 184, en Piet Sanders Genealogisch tijdschrift voor Midden- en West-Brabant, jrg. 1981, nr. 6)

Het verhaal gaat dat ene Oerlemans aan het Labbegat in de jaren twintig van de 18e eeuw een heler is van de 'Bende van de Witte Veer', die in het Ravensbos tussen ’s Gravenmoer en Capelle resideert. Het Ravensbos lag op de grens tussen Holland en Brabant en de bende was een zigeunerbende. Die Oerlemans moet voor het gerecht van Loon op Zand verschijnen, maar hij wordt door de toenmalige drossaard van Loon, Otto Juijn, vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. "Venloon kende een bandietenbende, die haar domicilie had in de 'Santschelle'. Deze maakte niet alleen de eigen streek maar zelfs die van boven de rivieren onveilig. Rond 1720 had Venloon een nieuwe drossaert gekregen in de figuur van Otto Juijn, een man die niet met zich liet spotten en zich de bestrijding van het banditisme tot levenstaak stelde.

Hij had zich voorgenomen eens schoon schip in Venloon te maken. Hij maakte de Staten attent op de onhoudbare situatie, maar boekte daarmee geen succes, zodat hij met lede ogen moest toezien hoe de onveiligheid eer toe- dan afnam. Hij ging echter niet bij de pakken neerzitten. Op 26 februari 1726 zond hij opnieuw een stevig request naar de Staten waarin hij betoogde, dat de toestand nergens zo slecht was als in Venloon. Nu luisterden de Hoog Mogendheden wel. Zij verleenden aan de drossaert grotere bevoegdheden. Deze behelsden o.a. dat bandieten zonder vorm van proces mochten worden 'neergelegd' en dat ieder lid van een bende, die zes of meer leden boven de zestien jaar telde, vogelvrij verklaard kon worden." (bron en nadere informatie)

De in 1826 geboren Adrianus Hendriks (in de volksmond Januske) Oerlemans is aanvankelijk boer in Vrijhoeve. Rond 1851 betrekt hij de boerderij op Winterdijk 16 (dit is de terugkeer van het geslacht Oerlemans op Labbegat, dat hier al eerder gevestigd is geweest). Rond 1855 laat hij het woonhuis op nr. 18 bouwen. In het bevolkingsregister uit die periode staat hij vermeld als 'tapper', wat impliceert dat hij hier een café'tje heeft gehad. Later heeft hij hier ook nog een winkeltje gehad in o.a. levensmiddelen en 'ellengoed'. In de loop van de jaren vijftig start hij aan de overkant, op nr. 17, een houthandel, maar ook andere dingen waar hij aan kan verdienen laar hij niet liggen. Zo verkoopt hij ook kolen en petroleum. Januske was érg zuinig. Zo ging hij om geld uit te sparen liever te voet dan met koets of tram. Hij ging zelfs meermaals te voet naar Utrecht om daar bij steenfabrieken inkopen te doen. Januske overlijdt in 1912 op bijna 86-jarige leeftijd.

Zoon Hendrik Hendrikus (1852) staat te boek als koopman. Bovendien zet hij een hooi- en strohandel en een strohulzenfabriek op. Daar werden van stro beschermhulzen gemaakt die ter bescherming om glazen wijnflessen werden geschoven, zodat ze dan zonder kans op breken gemakkelijk in kratten getransporteerd konden worden. Na het gereed komen van de spoorlijn alhier worden ze via het spoor en vervolgens via de haven van Antwerpen wereldwijd geëxporteerd. Rond 1890 laat hij een woonhuis met koetshuis bouwen in Labbegat, op Hogevaart 86-88.

Hendrik krijgt een zoon Adrianus Cornelis (1878), die eveneens zakenman wordt. Hij laat Villa Welgelegen op Hogevaart 82 bouwen. Aanvankelijk is hij medefirmant in de strohulzenfabriek van zijn vader, maar in 1920 vertrekt hij als koopman naar Amsterdam, "zijn vrouw met 6 kinderen ontredderd op Labbegat achterlatend". Broers van Adrianus Cornelis zetten de strohulzenfabriek en hooiperserij voort, maar de zaken gaan achteruit, rond 1930 wordt de productie gestaakt, de loodsen komen leeg te staan en worden rond 1936 gesloopt. Op de vrijgekomen plek bouwt een neef van Adrianus Cornelis Villa Sonnevanck (huisnr. 84).

Een van de andere zonen van eerstgenoemde Adrianus, Stefanus (1861) krijgt ook weer een reeks zonen, die eveneens van alles in de regio ondernemen. Daardoor wonen er begin 20e eeuw een 6-tal families Oerlemans aan de Hogevaart in Labbegat. Tegenwoordig wonen er overigens nog altijd families Oerlemans aan de Hogevaart, zij het in mindere mate.

Tot de Eerste Wereldoorlog halen de inwoners van Labbegat hun drinkwater uit de Hogevaart, maar door de toenemender vervuiling breken steeds meer ziekten uit onder de inwoners. Daarom laten de Oerlemansen zich aansluiten op het drinkwaternet, waarvan de leidingen helemaal vanuit het O gelegen - tegenwoordig door de kern Waalwijk opgeslokte - buurdorp Besoijen moeten worden doorgetrokken.

Na de Watersnoodramp van 1953 wordt het Deltaplan ontwikkeld om herhaling van deze ramp te voorkomen. Dit betekent o.a. dat het Haringvliet in 1970 wordt afgesloten, waardoor de haven van Labbegat geen getijdenwerking meer kent, en de toegang voor de schepen die het hout e.d. aanvoeren, nog problematischer wordt. In dezelfde tijd komt de A59 gereed. Een viaduct over zowel de Capelse Haven als de Labbegatse Haven vindt men te kostbaar. De Labbegatse Haven wordt daarom van het Oude Maasje afgesloten, en de Oerlemansen maken in het vervolg gebruik van de iets naar het W gelegen Capelse Haven. Bovendien kunnen zij de sluiting van de Labbegatse Haven qua vervoersmogelijkheden compenseren doordat zij gebruik gaan maken van de nieuwe autoweg.

In 1975 wordt de Engelse firma S.E.L. Magnet eigenaar van de bouwmaterialenhandel van de Oerlemansen. In de jaren tachtig verkoopt zij de vestiging in Labbegat aan de firma Harrison & Crossfield, die het in 1989 verkoopt aan de Utrechtse firma Stiho, die die naam ook gaat voeren voor de Labbegatse vestiging. Het complex is onder de Engelse heerschappij vervallen geraakt, waardoor Stiho het door nieuwbouw wil vervangen. Vanwege de inmiddels omringende natuur stelt de overheid hier zulke strenge eisen aan dat Stiho er vanaf ziet.

In 1996 neemt de Capelse ondernemer Mar van Beek het terrein met gebouwen over en start er een transport- en overslagbedrijf. Het kantoor op Winterdijk 18 verbouwt hij tot woonhuis, waar hij met zijn gezin gaat wonen. Het bovenstaande is een summiere samenvatting van een 5-tal artikelen op de site van Heemkundevereniging Sprang-Capelle, waar je dus nog veel meer informatie kunt vinden over de bedrijfsmatige ontwikkelingen van het geslacht Oerlemans op het Labbegat.

- In de zomer van 1944 vlucht de familie Van de Veeken met hun schip ms. Antruso van Geertruidenberg naar het haventje van Labbegat, uit angst voor vordering van hun schip door de Duitse bezetters. Ze denken het in deze buurtschap rustiger te krijgen, maar dat valt zwaar tegen; ook hier woedt het oorlogsgeweld maandenlang in alle hevigheid. En de posities wisselen nogal eens; de ene nacht hebben ze Duitsers in huis, de andere nacht geallieerden. - Mevr. A.J. van de Veeken-van Gils heeft haar oorlogservaringen in Labbegat op schrift gesteld.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

- Door de aanleg van het Zuiderafwateringskanaal (hier gelegen direct Z van huisnr. 119, op de grens van de buurtschappen Labbegat in het N en Hogevaart in het Z) worden de aloude zuid-noord waterlopen naar het Oude Maasje, haaks doorsneden. Het afwateringssysteem vanuit het zuiden kon nu op het kanaal lozen. Het ten noorden gelegen deel ging vanaf dat moment van noord naar zuid lopen. Voor het reguleren van de lozing zijn er schuifdeuren aangebracht in dit fraaie waterbouwkundig monument, ter plekke van het brugje in de weg Hogevaart over dit kanaal.

- De boerderij op Winterdijk 16 is een rijksmonument. "Dijkboerderij bestaande uit woonhuis en schuur onder één dak, van het lage type, met rieten wolfdak. Aan de dijk ligt een gepotdekseld schuurtje onder zadeldak met rode Oudhollandse pannen. De boerderij ligt in de buurtschap Labbegat, die zich met een eigen haven ontwikkelde tot een industriële kern van bescheiden omvang. De boerderij dateert uit de vroege 19e eeuw. Inwendig is het woonhuis geschikt gemaakt voor gedeelde bewoning. De hoofdopzet met opkamer en onderkelding tussen woon- en bedrijfsgedeelte is herkenbaar. In het bedrijfsgedeelte is een gaaf overstekend dekbalkgebint bewaard gebleven. Het terrein is van de weg gescheiden door een ijzeren sierhek met spiraalvormen, pijlpunten, blad- en pijnappelmotief. De boerderij heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een sociaal-economische ontwikkeling van het kleinschalige bedrijf. Zij heeft architectuurhistorische waarde wegens de herkenbaarheid van de hoofdstructuur. Door haar markante ligging aan de dijk in een klein industrieel gebied draagt de boerderij, mede door haar historische zeggingskracht, bij tot de visuele gaafheid van de omgeving." Aldus een citaat uit de beschrijving van het pand door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

- Op Winterdijk 17 in Labbegat start Adriaan (bijgenaamd Januske) Oerlemans rond 1850 zijn houthandel. Een nog overgebleven restant van de bedrijfsgebouwen is de houtloods aan de dijk, waarin zogeheten Oslo sparren (voor ladderbomen en vlaggenmasten) verticaal werden opgeslagen. Vandaar ook de open lattenwand van de zijgevel, waardoor de wind vrij spel had voor de droging van het hout. Mogelijk zijn de vroegere (tegenwoordig dichtgemaakte) gevelopeningen aan de dijkkant met het oog daarop ook voorzien geweest van roosterdeuren. Op het dak van een van de panden alhier staat nog altijd de in rode letters geverfde naam 'Adrianus Oerlemans & Zoonen', wat herinnert aan de bedrijvigheid die hier bijna anderhalve eeuw lang heeft plaatsgevonden. Voor de verdere lotgevallen van de genoemde persoon en het complex op deze locatie in de loop der jaren zie het hoofdstuk Geschiedenis. Het complex op Winterdijk 17 heeft geen monumentale status.

- Het pand op Winterdijk 18 in buurtschap Labegat is een onderkelderd woonhuis met bedrijfsgedeelte, gebouwd in 1912, evenwijdig aan de dijk, bestaande uit een woongedeelte een aangebouwd bedrijfsgedeelte met houten gevels. Het woonhuis bestaat uit een kelder, begane grond, een verdieping en een zolder en heeft een zadeldak met wolfeind aan de westzijde, gedekt met Hollandse pannen. In de nok twee schoorstenen. Op het erf een kastanje. De voorgevel (dijkzijde) van het bedrijfsgedeelte is van houten rabbatdelen (recent vernieuwd) gebouwd. Het woonhuis is gebouwd van rode baksteen in staandverband. Deze symmetrische voorgevel heeft een gepleisterd plint en wordt aan de bovenzijde afgesloten met een vlak fries. De toegang wordt gevormd door een kroonlijst op pilasters en hardstenen consoles en een niet-authentieke toegangsdeur. Boven de deur een bovenlicht met afgeronde hoeken. De linkerzijgevel (bedrijfsgedeelte) is een tuitgevel en is gebouwd van geteerde rabbatdelen. Ter plaatse van de gepleisterde rechterzijgevel loopt het talud van de dijk af. De vensters hebben hardstenen lekdorpels en een gestucte omlijsting met akroterie. De gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten met een kroonlijst. Het pand is een gemeentelijk monument.

- Villa Welgelegen uit 1905 op Hogevaart 82 in buurtschap Labbegat is een rijksmonument. Dat geldt ook voor het bruggetje voor het huis, dat dateert uit ca.1915. De brug heeft een gemetseld tongewelf met daarop een gemetselde opengewerkte balustrade, die deels is afgewerkt met een hardstenen band. De brug is aan de linkerzijde verbreed en van een betonnen dek voorzien. Het op de brug staande hek in neorenaissance stijl is niet oorspronkelijk. "Villa Welgelegen is gebouwd voor Adrianus Cornelis Oerlemans (geb. 1878) (zoon van de hieronder bij nr. 86-88 vermelde Hendrik) en C.H. Quirijns. Het pand heeft zowel kenmerken van chaletstijl als jugendstil. In 1954 is het pand aan de achterzijde uitgebreid met een groentenkas.

De villa is van algemeen belang. Het pand is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van de sociaal-economische en typologische ontwikkeling waarbij in de onmiddellijke nabijheid van het eigen bedrijf een directievilla wordt geplaatst. Architectuurhistorisch is het belangrijk vanwege de kwaliteit van de toegepaste stijlelementen. De villa heeft ensemblewaarde vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling van het dorp en vanwege de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing en de historisch-ruimtelijke relatie met wegen en wateren. Het huis is belangrijk vanwege de gaafheid." Aldus een citaat uit de beschrijving van het pand door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De tuinkoepel uit 1912 op huisnr. 82 is eveneens een rijksmonument. Het geldt als een belangrijk cultuurhistorisch object vanwege de toegepaste jugendstil-elementen zoals de gewelfd gesneden glasroeden. Grappig is ook de opengewerkte dakruiter (torentje) met piron (puntornament).

- Op de vrijgekomen plek van de rond 1936 afgebroken fabrieksloodsen (waarvoor zie verder het hoofdstuk Geschiedenis) bouwt een neef van de hierboven onder nr. 82 vermelde Adrianus Cornelis Oerlemans Villa Sonnevanck (huisnr. 84), gebouwd in 1938, met rode baksteen in noorsverband, met invloeden van de Delftse School. Het pand is vanaf de openbare weg bereikbaar middels een brug met gemetselde balusters en hek. Het pand maakt onderdeel uit van de panden Hogevaart 82 t/m 96, die samen een waardevol ensemble vormen in buurtschap Labbegat. Het pand bestaat uit een begane grond, een verdieping en een zolder met een schilddak. Aan de voorzijde een dakkapel, aan de linkerzijde een eenlaagse uitbouw onder een lessenaarsdak en aan de rechterzijde een tweelaagse uitbouw onder een zadeldak. De daken zijn gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. De voorgevel heeft op de begane grond een erker met vensters en een ongedeeld venster. Op de verdieping twee vensters en in het midden een klein venster. De vensters, behalve het kleine, kunnen worden geblindeerd met luiken. In de linkerzijgevel bevindt zich in de aanbouw de hoofdtoegang in een getoogd kozijn met authentieke deur en lamp. In het uitgebouwde deel van de rechterzijgevel op de begane grond de toegang, die overgaat in een terras. Op de verdieping een loggia. Naast het pand is een garage gebouwd in overeenkomstige stijl. Het pand is een gemeentelijk monument.

- Het woonhuis op Hogevaart 86-88 in buurtschap Labbegat is in 1899 gebouwd door Hendrik Hendrikus Oerlemans (geb. 1852), met rode baksteen in kruisverband, met invloeden van het eclectisisme. Het pand bestaat uit een begane grond en een zolder met een zadeldak, gedekt met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Het dak wordt aan beide zijden beëindigd met een gemetselde rollaag van de tuitgevel. Aan beide zijden in de nok een schoorsteen. Het pand is bereikbaar vanaf de openbare weg middels een brug met een sierhek. De voorgevel is symmetrisch gebouwd en heeft een risaliet en lisenen, een gepleisterd zwartgeschilderd plint, een toegang met authentieke deur en bovenlicht in het midden en aan beide zijden twee schuifvensters. De vensters hebben een gepleisterde afgeronde omlijsting met akroterie en hardstenen lekdorpel. De gevel wordt afgesloten door een rijk geornamenteerd hoofdgestel. In het dakvlak boven de voorgevel een dakkapel met fronton en pilasters. In 1967 is aan de achterzijde een aanbouw aangebouwd. Het pand is een gemeentelijk monument.

- De villa op Hogevaart 90-92 in buurtschap Labbegat is gebouwd in 1896, met bakstenen gevels, thans lichtgroen geschilderd, bestaande uit een begane grond, een verdieping en een zolder met een zadeldak evenwijdig aan de weg, dat gedekt is met gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen. Ter plaatse van de zijgevels een dakoverstek. Aan beide zijden in de nok een schoorsteen. Aan de achterzijde van het pand is een aanbouw in de dezelfde trant als het woonhuis gebouwd. Het pand is bereikbaar vanaf de openbare weg middels een eenvoudige brug met een hek. De voorgevel is symmetrisch gebouwd en heeft een risaliet en lisenen, een hardstenen plint, een toegang in een portiek met authentieke deur en bovenlicht in het midden en aan beide zijden twee ongedeelde schuifvensters. Boven de vensters rijk geornamenteerde segmentbogen. De hardstenen waterlijst doet bij de vensters dienst als lekdorpel. In het dakvlak boven de voorgevel een dakkapel met fronton en pilasters. In de rechterzijgevel op de begane grond een toegang met bovenlicht en enkele vensters. Het pand is een gemeentelijk monument.

- Het statige woonhuis op Hogevaart 96 in buurtschap Labbegat, genaamd Casa Blanca, is in 1913 gebouwd met invloeden van de Chalet-stijl. Het pand is bereikbaar vanaf de openbare weg middels een eenvoudige brug en is gelegen in een fraaie omgeving. Aan het pand is links een serre met schilddak gebouwd en een aanbouw aan de linkerachterzijde. Op het achterterrein een bijgebouw met platdak en dakschilden in overeenkomstige bouwstijl. Het pand bestaat uit een begane grond en een zolder met een samengesteld zadeldak, dat gedekt is met rode tuile-du-Nord pannen. Het pand heeft witgepleisterde gevels met een gemetseld plint en speklagen, boven de vensters gemetselde segmentbogen en de gevels worden afgesloten met een ruim dakoverstek op geprofileerde klossen. De voorgevel heeft op de begane grond een erker met balkon, een toegang in een portiek en twee vensters. In het kalf boven de toegangsdeur houtsnijwerk. Op de verdieping een kozijn met twee deuren, die toegang geven tot het balkon. Het pand is een gemeentelijk monument.

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- De natuurgebieden Den Dulver, De Dullaart, De Hoven, De Dellen en het Labbegat vormen tezamen Natuurgebied Langstraat.

- W van Labbegat ligt natuurgebied De Dellen. Dit is een zogeheten slagenlandschap, d.w.z. een ontginningsgebied dat vanuit een bepaalde lijn is ontgonnen en waarvan de grond is uitgegeven in 'slagen'; evenwijdige stroken naast elkaar. Vaak zijn die in een gebied even breed. Opvallend is dat de percelen hier allemaal verschillend van breedte zijn. In de Langstraat is de ontginning vanaf het Oude Maasje begonnen. De percelen werden verveend en voor de afwatering werden sloten op de perceelsgrens gegraven. De kanten werden beplant met elzenbosjes voor brandhout. Het land werd gebruikt als hooiland waarvan het hooi, vanwege de excellente kwaliteit, eeuwenlang een exportproduct van de streek is geweest.

- Ook in natuurgebied Labbegat, gelegen tussen de Winterdijk en de A59, vind je nog een gedeelte van het oude 'slagenlandschap', dat een grote cultuurhistorische waarde heeft. Het zijn lange en vooral smalle percelen omzoomd met elzenheggen. Het gebied is niet toegankelijk wegens de kwetsbaarheid van de natuur. Er tegenover ligt een wel toegankelijk natuurgebied, eveneens onderdeel van de Langstraat natuurgebieden. Het bestaat uit lange, smalle stroken land gescheiden door sloten. Een wandelpad eromheen geeft de mogelijkheid de natuur te bekijken. De landstroken zijn ontgrond, dat wil zeggen de bovenste laag vermeste grond is verwijderd, wat kansen biedt voor de natuur om zich te herstellen. Er zijn maar weinig bomen, alleen langs het wandelpad, en een bosachtige strook aan de zuidrand tussen dit natuurterrein en de voedselrijke weilanden, gescheiden door een brede wetering. Het is alles natuur wat je hier ziet, en het is er zeer rustig. Je komt hier vele bijzondere plant- en diersoorten tegen. Voor nadere informatie hierover zie het excursieverslag van KNNV afd. Drechtsteden (juli 2014).

Reacties

(2)

Hoewel in het artikel Hogevaart 84, Villa Sonnevanck, wordt genoemd, is de gegeven informatie hierover zeer beperkt. Mij is het pand en de familie Oerlemans die er lange tijd gewoond heeft, weduwe en dochter, uitvoerig bekend en desgewenst kan ik aanvullende informatie geven.

Aanvankelijk kon ik op het hele internet niets vinden over Villa Sonnevanck. Maar het is toch geen alledaags pand, net als de naastgelegen panden op nrs. 86/88, 90/92 en 96. Nog eens goed verder gezocht. Het blijken allemaal gemeentelijke monumenten, net als het pand Winterdijk 18. De gemeente blijkt van alle gemeentelijke monumenten beschrijvingen te hebben gemaakt, die ik hierboven nu heb samengevat. Nu staat er dus wel een behoorlijke alinea over Villa Sonnevanck, maar dat is alleen een wel erg zakelijke beschrijving van het pand als zodanig. Dus als u nog een paar aanvullende zinnen informatie kunt leveren over de lotgevallen van het pand en/of de (vroegere) bewoners, is dat van harte welkom.
Met vriendelijke groet, Frank van den Hoven, hoofdredacteur Plaatsengids.nl

Reactie toevoegen