Groot Overveld

Plaats
Buurtschap
Breda
West-Brabant Baronie en Markiezaat
Noord-Brabant

groot_overveld_op_kaart_eind_19e_eeuw.jpg

Buurtschap Groot Overveld liep vroeger door tot W van de dorpskern van het huidige Prinsenbeek (voorheen Beek). In die omgeving was ook sprake van een gebied 'Overveldse Heide', waar tot begin 20e eeuw ook daadwerkelijk nog sprake was van een heidegebied.

Buurtschap Groot Overveld liep vroeger door tot W van de dorpskern van het huidige Prinsenbeek (voorheen Beek). In die omgeving was ook sprake van een gebied 'Overveldse Heide', waar tot begin 20e eeuw ook daadwerkelijk nog sprake was van een heidegebied.

groot_overveld_e.o._op_kaart_anno_1959_en_1980.jpg

Op deze kaarten is goed te zien hoe ingrijpend een landschap door ruilverkaveling kan veranderen. In dit geval Groot Overveld en omgeving, waar in de jaren 1970 ruilverkaveling heeft plaatsgevonden. Voor nadere informatie zie het hoofdstuk Landschap etc.

Op deze kaarten is goed te zien hoe ingrijpend een landschap door ruilverkaveling kan veranderen. In dit geval Groot Overveld en omgeving, waar in de jaren 1970 ruilverkaveling heeft plaatsgevonden. Voor nadere informatie zie het hoofdstuk Landschap etc.

groot_overveld_en_klein_overveld_familienaam_van_overveld_op_nederlandse_familienamenbank.jpg

De voorouders van mensen met de achternaam Van Overveld zijn afkomstig uit buurtschap Groot Overveld of Klein  Overveld. Anno 2007 waren het er 1.002, die nog altijd voor ca. 70 procent in deze regio woonachtig zijn. (© https://www.cbgfamilienamen.nl/nfb/

De voorouders van mensen met de achternaam Van Overveld zijn afkomstig uit buurtschap Groot Overveld of Klein Overveld. Anno 2007 waren het er 1.002, die nog altijd voor ca. 70 procent in deze regio woonachtig zijn. (© https://www.cbgfamilienamen.nl/nfb/

Groot Overveld

Terug naar boven

Status

- Groot Overveld is een buurtschap in de provincie Noord-Brabant, in de regio West-Brabant, en daarbinnen in de regio Baronie en Markiezaat, gemeente Breda. T/m 1941 gemeente Princenhage. Overgegaan naar de in 1942 opgerichte gemeente Beek, die in 1951 van naam is gewijzigd in Prinsenbeek, die op zijn beurt in 1997 is overgegaan naar de gemeente Breda.

- De buurtschap Groot Overveld valt, ook voor de postadressen, onder het dorp Prinsenbeek, dat t/m 1941 Beek heette.

- Buurtschap Groot Overveld heeft geen plaatsnaamborden, en ook geen gelijknamige straatnaam, zodat je ter plekke nergens aan kunt zien dat en wanneer je deze buurtschap binnenkomt en weer verlaat.

Terug naar boven

Naam

Naamsverklaring
De naam Overveld kwam al in de 13e eeuw voor en verwijst oorspronkelijk naar 'woest' (= onbebouwd) terrein, gezien vanuit Burgst of Gageldonk, met in dit geval de toevoeging 'Groot' ter onderscheiding van buurtschap Klein Overveld aan de andere, O kant van de huidige A16.(1)

Terug naar boven

Ligging

De buurtschap Groot Overveld ligt N en NW van Prinsenbeek, rond de bebouwingslinten aan de parallel lopende wegen Overveldsestraat, Brielsedreef en Weimersedreef, met aangrenzende en tussengelegen bebouwingen. W van de buurtschap loopt de sloot de Overveldse Loop. De buurtschap Klein Overveld ligt aan de andere (= O) kant van de A16, O en Z van zuiveringsinstallatie Nieuwveer. Vroeger viel ook het gebied W van de dorpskern van het huidige Prinsenbeek onder de buurtschap (= de bebouwing aan en rond de Zanddreef). Tegenwoordig is dat vermoedelijk niet meer het geval.

Terug naar boven

Statistische gegevens

In 1840 omvat de buurtschap Groot Overveld 75 huizen met 497 inwoners. Tegenwoordig heeft de buurtschap ca. 100 huizen met ca. 250 inwoners.

Terug naar boven

Geschiedenis

Ontstaan van het landschap
"Het Pleistoceen, beter bekend als het tijdperk van de ijstijden, heeft de ondergrond gevormd bestaande uit dekzandruggen die op oudere rivierafzettingen liggen. In het gebied van de Haagse Beemden bevindt zich het 5 tot 10 km brede Dal van Breda. Dit dal loopt vanuit het zuiden in noordelijke richting en werd gedurende de overgang van het vroeg- naar midden-Pleistoceen (circa 800.000 jaar geleden) door rivieren uitgesleten. Aan het begin van de laatste ijstijd, het Weichselien (circa 120.000 jaar geleden), was dit diepe dal al weer grotendeels opgevuld met zand en klei.

Zandgronden. Hier bovenop is vervolgens gedurende de eerste helft van het Weichselien, een ijstijdperiode waarin Nederland niet door het landijs bedekt was maar een toendra-achtig landschap kende, door smeltwaterrivieren en wind zand afgezet. Met name in de eindfase van het midden-Weichselien was het klimaat zo koud en droog en het landschap zo kaal, dat op grote schaal verstuiving kon optreden en een deken van matig tot sterk lemig dekzand werd afgezet. In deze periode kreeg het landschap min of meer zijn huidige uiterlijk: het onderliggende reliëf werd opgevuld en door de overheersende windrichting werden langgerekte noordoost-zuidwest georiënteerde dekzandruggen gevormd. Dit vormde in het westen van het plangebied een overwegend vlak zandplateau (Klein Overveld en Groot Overveld) en net ten zuidoosten van het plangebied een afwisselender landschap met meer dekzandruggen (huidige wijk Haagse Beemden).

Bedijking
Vanaf het midden van de 14e eeuw begon men met het aanleggen van dijkjes om de beemden te beschermen tegen het zeewater dat steeds verder westelijk Noord-Brabant binnendrong. De Haagse Dijk, de noordwestgrens van het plangebied (gemeentegrens) en de Kronkeldijk in het oosten van het plangebied, zijn relicten hiervan. Ook de Bredestraat heeft een functie gehad als waterkering. Het feit dat de Haagse Dijk dwars op de huidige loop van de Mark staat is te verklaren doordat de Mark tot circa 1400 langs de zuidkant van de huidige Zwartenbergse Polder (gemeente Etten-Leur) stroomde. De Haagse Dijk lag aan de oostzijde van de Mark. Maar rond 1400 verliet de Mark haar bedding en overstroomde het gebied Zwartenberg. De Mark stroomde voortaan volgens haar huidige loop langs de noordkant van de huidige Zwartenbergse polder. In 1421 verdronk heel het gebied ten noorden van de Mark in de St. Elizabethsvloed. Tot in Breda was er schade. Het veer naar Zonzeel hield op te bestaan. De dijken, waaronder de Haagse Dijk, fungeerden vanaf dat moment als zeedijken. De beemden liepen bij iedere vloed onder water. Om de hoger gelegen gronden van Klein en Groot Overveld te beschermen werd op de rand een binnendijk aangelegd. In deze periode zijn deze oude dijken vaak doorgebroken, waarbij er een cirkelvormige uitspoelingskolk (wiel) ontstond. De dijken werden hersteld door om het wiel een nieuw dijkje aan te leggen, met als resultaat dat de dijken zeer kronkelig zijn. Ook in de dijk van Overveld zaten wat wielen.

Aanleg van wegen
De eerste zandwegen volgden zorgvuldig de hogere gronden en zijn dan ook enigszins bochtig. Hier en daar gaan ze over in bundels van alternatieve wegen. Bij de wegen is een onderscheid te maken in akkerwegen, gehuchtstraten, beemdenwegen, heibanen, ontginningswegen, doorgaande wegen en verbindingswegen. Daarnaast zijn er spoor-, snel- en vaarwegen aangelegd. Een akkerweg ontsluit een akker, zoals de Prinsendreef naar de akker van Prinsenhoef en de Randweg naar de akker van de Hoge Put. Een gehuchtstraat is de verbinding tussen boerderijen die samen een gehucht vormen. Voorbeelden hiervan zijn de Brielsedreef ("Brielse Straat"), Overveldsestraat ("Groot-Overveldsestraat"), Schutsestraat ("Schootse Straat"), Kluisstraat en Achter Emer. Een beemdenweg leidt naar de beemden en loopt meestal dood. Vanaf het zand liepen tal van veedrijfwegen de beemden in om daar wat te vertakken en vervolgens dood te lopen nabij de Mark. De overgebleven beemdenwegen in het plangebied betreffen Heesterbospad ("Verloren Hoek"), Strijpenseweg, Hooglaarsestraat, Halseweg, Bredestraat, Hooijdonkseweg, Werftseweg, "Papenstraat" (verlengde Grintweg), "Zwaluwstraat" (Kluisstraat), Velddonksestraat (Rietdijk), Rietdijk en Achter Emer ("naar Hondsdonk"). Een heibaan loopt over een stuk heide. Binnen het plangebied betreft dit de paden naar het bosje Hooiberg, waaronder het Korenpad.

Vanaf de 17e eeuw zijn ontginningswegen aangelegd, die zich nauwelijks iets aantrekken van het natuurlijke verloop van het landschap, zoals de Grintweg (of Nieuwveersweg) op Klein Overveld. De oude weg over deze buurtschap is kort na 1650 in het kader van de ontginning vervangen door een nieuwe rechte zandweg (Grintweg). Via deze weg naar het Nieuw Veer liep de verbinding tussen Breda en Holland. De ontginningswegen van Groot Overveld zijn onder andere de Mastlanddreef, de Bosdaldreef, de Brielsedreef, de Kettingdreef en de Weimersedreef. Bij de voormalige Beekse Heide zijn de Vianendreef (langs de zuidrand) en de Neelstraat (diagonaal over de heide en langs het ven De Neel) aangelegd. Andere ontginningswegen in het plangebied zijn de Krekelweg ("Polderstraat") en de Boterbloemstraat ("naar de Bijster"). Rond 1800 maakten de Zanddreef, de Schutsestraat, de Postbaan, de Grintweg en de Nieuwveerweg deel uit van de doorgaande postroute naar Antwerpen (Oude Postbaan). Bij de herberg 'Hollandse Post' op Klein Overveld kon men paarden wisselen. De overige verbindingswegen in het plangebied betreffen het Heibloempad (nabij Vianendreef) en de Dennenweg (verbinding tussen de Oude Postbaan en de weg Liesbos - Beek (Prinsenbeek) - Nieuw Veer.) In 1855 kwam de spoorlijn van Breda naar Roosendaal gereed, in 1863 de spoorlijn Moerdijk - Breda - Tilburg. Deze laatste scheidde Klein Overveld van Groot Overveld. In 1988 is het station Breda-Prinsenbeek geopend. In 1955 was de A16 tussen Zevenbergen en Breda/ Princenhage gereed en kwam de Oude Postbaan als verbinding te vervallen.

Grootschalige heideontginning en de stichting van ontginningslandgoederen
Aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog herleven initiatieven en activiteit, waaronder de opheffing en ontginning van de resterende gemeynten rond Breda en de oprichting van enkele ontginningslandgoederen. Gemeynten zijn terreinen waarop bepaalde boeren een gemeenschappelijk gebruiksrecht hadden, met uitsluiting van anderen. De gerechtigden betaalden daarvoor een cijns aan de heer van Breda die pro forma eigenaar bleef van die gronden. Bestaande gehuchten groeiden vanaf dat moment verder uit. Grootschalige heideontginning. In 1648 verzochten twee burgers uit Breda de heer van Breda om grote stukken heide te mogen gaan ontginnen. Cannaerts en vooral Beens wisten zo de hand te leggen op stukken heide en andere gemeenschappelijk gebruikte gronden. Ondanks grote tegenstand van de omwonende boeren wegens het verlies van hun weidegronden, vond de ontginning doorgang. Zo ook bij de Gemeynte Groot Overveld. In 1650 is de Gemeynte van Overveld opgeheven en ter ontginning uitgegeven aan Beens en Cannaerts. De Gemeynte van de Beek, ofwel de Beekse Heide is vermoedelijk eveneens in 1650 opgeheven, maar nog tot de 18e-19e eeuw heide gebleven.

Het is aannemelijk dat Groot Overveld is verkaveld door landmeter Christoffel Verhoff. De typische inrichting van dit gebied, vergelijkbaar met die van De Aard (Rith) en Bavels Broek (huidige wijk IJpelaar), is waarschijnlijk zijn werk. De Groot Overveldse Heide is voor het grootste deel ontgonnen door Beens, voor een klein deel door Cannaerts. Het gebied is in één ruk in zes lange stroken van ca. 180 meter breed verdeeld, die van de Hoge Put naar het zuidwesten liepen. Dwars daaroverheen kwamen twee verbindingswegen, terwijl de bestaande (Groot) Overveldsestraat en de randweg van de Hoge Put ook voor de ontsluiting werden benut. Er ontstond een zeer rationele verkaveling. Over de Klein Overveldse Heide werd de kaarsrechte Grintweg aangelegd. De blokvormige verkaveling van de heide werd daarop gericht. Aansluitend werd de reststrook tot de oude en nu vervallen weg naar het Nieuw Veer ontgonnen.

Ontginningslandgoederen
Cannaerts creëerde in 1650 in Groot Overveld Landgoed Bosdal. Hij nam 52 hectare van de Groot Overveldse heide in en stichtte daarop een landhuis en een aantal boerderijen. In 1832 lag achter het landhuis een langgerekte vijver met eilandje. Verder naar het zuidwesten lag nog een smalle vijver en een omgracht perceeltje. Landgoed Mastland in Klein Overveld is vermoedelijk pas in de 18e eeuw ontstaan op 130 hectare van de Groot Overveldse Heide die in 1650 door Beens werd ingenomen. In 1832 ligt ten zuidwesten van het huis een omgracht perceel met daarachter een langgerekte vijver.

Heiderand-gehuchten
De Briel is een gehucht van verspreide boerderijen. Aanvankelijk stonden deze alleen aan de noordwestkant van de straat die tevens de grens met de Groot Overveldse heide was. De Briel was toen een eenzijdig heiderand-gehucht. Door de ontginning van die hei is de nederzetting deels tweezijdig geworden. Groot Overveld is een gehucht met een vergelijkbare ontwikkeling als De Briel. Verspreide boerderijen langs de rand van de voormalige heide. Ten zuidoosten van de hoeve met gracht is de (Groot) Overveldsestraat een kaarsrechte weg met zichtlijn op de Grote Toren van Breda, wat erop wijst dat dit stuk straat even na 1650 zijn huidige vorm kreeg. Voordien moet er een wat kronkeliger baan zijn geweest. Klein Overveld is een losse nederzetting (verspreide bewoning) rondom de voormalige gemeenschappelijke heide van Klein Overveld. De akkers liggen aan de 'buitenkant' achter de hoeven. Zanddreef bestond in 1809 nog uit twee groepen boerderijtjes aan de Zanddreef, maar door ontginning van het Coppenheiveld in 1832 zijn deze aan elkaar gegroeid. De Krekelpolder is een straatnederzetting.

Agrarisch bestaan
De streek rond Breda was al in de Oude Steentijd bewoond of werd toch minstens regelmatig door mensen bezocht. Men leefde als jagers en verzamelaars van voedsel. Pas vanaf de Jonge Steentijd is de mens zijn omgeving meer naar zijn hand gaan zetten en kan van eenvoudige landbouw worden gesproken. Het is echter moeilijk om uitspraken te doen over nederzettingspatronen en grondgebruik in deze tijd. Vanaf de 7e eeuw is de bewoning in deze streek langzaam uitgebreid. In een landschap van niet al te dicht bos, ontstonden verschillende kleine nederzettingen waartoe wat bouwland behoorde en van waaruit men de dieren in het omringende bos weidde. Door begrazing en houtkap veranderde het bos in de loop der tijd in heide. Tegen 1500 was er bijna geen bos meer over. De ontginning richt zich na 1500 dan ook met name op ontginning van heide tot boerenland.

In de Haagse Beemden e.o. ntstonden de nederzettingen en akkers op de hoger gelegen dekzandruggen. Van west naar oost zijn dit De Briel, Groot Overveld, Akker van Prinsenhoef, Zanddreef, Krekelpolder, de akker aan de Bredestraat (en omgeving van Mastland), Akker van de Hoge Put, Klein Overveld, Keihoef (Scherreberg), Muizenberg en Achter Emer. De omringende heide werd gebruikt als gemeenschappelijke graasgrond. De veengronden waren onbewoond en werden door de boerderijen op het zand in de lente gebruikt als hooiland en in de zomer (als de bodem droger en steviger was) als weidegrond. De aldus gebruikte gronden werden Beemden genoemd. Tot aan de Mark kwam een brede beemdenzone tot stand. De beemden N en NO van het huidige dorp Prinsenbeek staan bekend als de Haagse Beemden, vanwege de band met het dorp De Hage (Princenhage). De beemden ten westen hiervan betreffen de Ettense Beemden en de Hoevense Beemden. Dankzij het rijkelijk beschikbare hooi in de beemden, kon op het zand veel vee gehouden worden. Dit leverde veel meststoffen op en dat schiep de mogelijkheid om meer heide te ontginnen voor gebruik als akkerland. Op den duur leidde dit tot het ver terugdringen van de heide.

Intensivering van de landbouw
In de 18e eeuw neemt de tuinbouw in het zandgebied sterk toe. Dit vond plaats op kleine percelen omzoomd door groen. De percelen werden afgeschermd door houtopstanden (heggen, meidoorn enz.) die dienden als erfafscheiding, hakhout, veekering en als bescherming tegen stuifzand. In de loop van de 19e eeuw bracht de Industriële Revolutie nieuwe welvaart en nieuwe technieken met zich mee. Na de ontwikkeling van de kunstmeststoffen rond 1900 vervalt de noodzaak van heidegrond. De laatste stukjes onontgonnen heide op de topografische kaart van ca. 1840 zijn rond 1900 in cultuur genomen. Doordat met de heide ook de stuifzanden verdwenen en hout als energieleverancier geleidelijk werd vervangen door steenkool en olie, was perceelsrandbegroeiïng niet langer nodig. Rond 1935 zijn veel van de houtopstanden rondom de percelen verdwenen en vervangen door moderne afrasteringen zoals prikkeldraad. In de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog treedt in landbouwgebieden zoals Klein en Groot Overveld een enorme schaalvergroting op. Om met de gemiddelde welvaartsontwikkeling in Nederland mee te kunnen, moest ook de landbouw intensiveren. Ruilverkavelingen gingen het beeld van het buitengebied bepalen. Teneinde een gezonde agrarische structuur te bewerkstelligen werden grondeigendommen herschikt, kavelstructuren verbeterd, kavelsloten verdiept (t.b.v. een betere afwatering) en werd de toegankelijkheid van de percelen verbeterd door nieuwe wegen aan te leggen en bestaande wegen te verbeteren. Een landschapsplan was een vast onderdeel van het ruilverkavelingsplan, teneinde de landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden te behouden en waar nodig geacht te versterken." (bron: Gebiedsanalyse Haagse Beemden e.o., onderdeel van Bestemmingsplan Buitengebied Noord) Voor een beschrijving van hoe de ruilverkaveling in dit gebied heeft plaatsgevonden zie het hoofdstuk Landschap etc.

Omvang
Deze buurtschap was vroeger groter dan tegenwoordig. De buurtschap liep vroeger door tot W van de dorpskern van het huidige Prinsenbeek (voorheen Beek). In die omgeving was ook sprake van een gebied 'Overveldse Heide', waar tot begin 20e eeuw ook daadwerkelijk nog sprake was van een heidegebied. Van der Aa(2) stelt anno 1846 dat in die tijd kennelijk zelfs ook het Z daarvan gelegen Liesbos nog tot deze buurtschap werd gerekend: "Tot het gehucht Groot Overveld behoort ook het Liesbosch, alsmede het schoone landgoed Boschdal, dat zijnen naam ontleent van de groote en fraaije dreven, hooge boomen en houtgewassen, welke men er vindt."

Kapel
"Het huidige Prinsenbeek werd in 1796 een zelfstandige parochie, toen nog onder de naam Beek. De Prinsenhoeve te Beek wordt al in de 14e eeuw genoemd en omstreeks 1430 was er sprake van een buurtschap. Deze ontstond op een plaats waar twee waterlopen vanuit het Liesbos samenkwamen. In de 17e eeuw ontstond er een soort markt, wat niet meer was dan een verbreding in de straat. Aan de markt stond de 15e-eeuwse Sint-Gertrudiskapel, die nog in 1520 wordt genoemd. Beek wordt in 1796 een zelfstandige parochie, die zich afsplitst van die van Princenhage, waartoe het dorp al sinds 1316 behoorde. De parochie was gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart. Sint-Gertrudis werd gehandhaafd als tweede patroonheilige. In 1648 werd de kapel genaast en deed dienst als school. Aldus ontwikkelde Beek zich tot een dorp, waarin ook enkele middenstanders zich vestigden, en later ook wat renteniers van boerenafkomst. In 1832 is de kapel gesloopt. Vermoedelijk had deze kapel een voorganger, die eveneens aan Gertrudis was gewijd en in de buurtschap Groot Overveld stond. Deze werd in documenten 'Sint Geertruyden boske' genoemd, maar was toen al niet meer dan een ruïne, die op een kaart van 1827 nog werd getekend op een eilandje in een toenmalige vijver.

Gertrudisverering
Volgens een overlevering zou de Heilige Gertrudis van Nijvel in Beek - het huidige Prinsenbeek - hebben gewoond. Toen de plaatselijke boeren last hadden van muizen, offerden zij aan hun heidense goden, want het was in de 7e eeuw. Dit hielp echter niet, waarop Gertrudis besloot hen te helpen. Zij ging naar een vijver in de buurtschap Groot Overveld en begon te bidden. Steeds meer muizen kropen naar haar toe, en kwamen zo dicht bij haar, dat ze zelfs op haar staf kropen. Vervolgens liep zij, met duizenden muizen achter zich aan, naar de huidige Kerkewei. Daar aangekomen sprak zij tot de muizen: 'Lieve muizen! Uit de aarde zijn jullie gekomen, in de aarde zullen jullie weer teruggaan, opdat deze mensen als goede dienaren van God van de aarde kunnen leven.' Hierop kropen de muizen allemaal terug in de aarde. De boeren, die zoiets nog nooit hadden aanschouwd, bekeerden zich tot het Christendom en bouwden een kapel bij de vijver. Deze kapel zou de voorloper van de latere Gertrudiskapel te Prinsenbeek zijn geweest zijn. Het verhaal van de muizen is vermoedelijk een naar Beek verplaatste versie van een algemener voorkomend verhaal, dat op zijn beurt ook weer enigszins aan de rattenvanger van Hamelen doet denken."(3) - Nadere informatie over de Gertrudisverering in Groot Overveld en Beek/Prinsenbeek door de eeuwen heen.

Veldnamen
In de publicatie 'Veldnamen in de voormalige gemeente Princenhage, deel 4.16: Overveld' (Chr. Buiks, uitg. Gemeente Breda, afd. Ruimtelijk Economisch Domein, Team Erfgoed, 2018) beschrijft de auteur alle attestaties van veldnamen in het gebied Klein en Groot Overveld, dat wil zeggen vermeldingen van in welke jaren bepaalde veldnamen in de archieven voorkomen, zoveel mogelijk met de naamsverklaringen en/of andere achtergrondinformatie erbij.

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

Ruilverkaveling Haagse Beemden
"In de jaren zeventig van de 20e eeuw heeft de Ruilverkaveling Haagse Beemden (-West) plaatsgevonden. Het betrof het gebied ten westen van de A16, destijds op grondgebied van de gemeenten Prinsenbeek, Etten-Leur, Breda en Terheijden. De aanvraag tot ruilverkaveling was reeds in 1941 ingediend vanwege de wateroverlast waarmee de beemden te kampen hadden. De Mark trad vrijwel elke winter buiten zijn oevers en er overstroomde jaarlijks in totaal ruim 700 ha landbouwgrond. Vanwege de drassige grond waren de beemden ook zeer slecht ontsloten voor landbouwvoertuigen.

Het terugverdienen van de investering in een ruilverkaveling in de beemden was echter afhankelijk van de rivierverbetering van de Mark. De beslissing tot verbetering van de Mark was reeds in 1936 genomen, maar de voortgang werd sterk vertraagd door het uitblijven van een beslissing omtrent de aanleg van het Antwerpen-Rijnkanaal (Moerdijkkanaal), die de rivier zou moeten kruisen. In het kader van de werkvoorziening direct na de oorlog is het eerste begin alvast gemaakt in 1945. In het kader hiervan is de dijk rond Rooskensdonk aangelegd. Pas in 1957 is door het Departement van Verkeer en waterstaat het besluit genomen dat de mogelijke aanleg van het Moerdijkkanaal niet langer vertragend zou moeten werken op de urgente Markverbetering en in 1963 kwam het ruilverkavelingsrapport Haagsche Beemden gereed. Het gebied ten oosten van de spoorlijn Breda-Rotterdam is er buiten gelaten omdat de gemeente Breda indertijd reeds plannen had om hier een stadsuitbreiding te realiseren.

Het belangrijkste onderdeel van ruilverkavelingsplan Haagsche Beemden betrof de aanleg van een boezemdijk rondom Weimeren, die het te overstromen gebied terugbracht naar 220 ha (ter voorkoming van te hoge waterstanden in Breda). Het meest ingrijpende onderdeel van de ruilverkaveling met de grootste gevolgen voor het landschap was de grondruil en herverkaveling, waarbij meerdere kleine percelen werden samengevoegd tot grotere percelen, die beter met landbouwmachines te bewerken waren. Dit betekende een enorme schaalvergroting van het landschap. Zelfs de rationele verkaveling van Groot Overveld werd verbeterd door kleine percelen samen te voegen tot grote kavels van ca 180 meter bij 250 meter. Het gebied kende relatief kleine akkers en weilanden met onregelmatige vormen die moeilijk te bewerken waren met moderne landbouwmachines. De arbeidsinspanning van het boerengezin was hoog en er werkten dan ook veel zoons mee in het bedrijf. Dit zorgde voor een hoge opvolgingsdruk, want de gemengde boerenbedrijven waren te klein om op te splitsen voor alle mogelijke opvolgers. Ook de ontsluiting van de percelen was gebrekkig en de waterbeheersing liet te wensen over. Er was sprake van verdroging in de zomer en een slechte afwatering in winter, waardoor het teeltseizoen pas laat in het voorjaar begon.

Door al deze factoren was een verdere mechanisering van de bedrijfsvoering haast onmogelijk. Veel agrariërs met gemengde bedrijven zochten hun toevlucht in de tuinbouw dat vanwege de bodemgeschiktheid, intensiteit (opvolgingsdruk), hogere financiële opbrengsten en de aanwezigheid van de tuinbouwveiling in Breda een relatief aantrekkelijk alternatief was. Maar ook de tuinbouw moest specialiseren en intensiveren om toekomst te hebben. Het streven van de ruilverkaveling was er op gericht om naast een goede ontsluiting en waterbeheersing de percelen behorende tot één bedrijf zoveel mogelijk samen te voegen tot rationeel exploiteerbare kavels. Voor de tuinbouw werd getracht tot één-kavelbedrijven te komen. Om tot grotere kavels te komen met een rationele vorm is in het totale ruilverkavelingsgebied circa 290 kilometer aan sloot gedempt en ca. 60 kilometer nieuwe aan nieuwe sloten gegraven. Ook werd ca. 80 km aan sloten uitgediept. De gegraven en uitgediepte sloten In het plangebied liggen met name tussen de verschillende beemdenwegen in, tussen de Zanddreef en Krekelweg en tussen de verschillende wegen in Groot Overveld.

Bestaande zandwegen werden verhard om de begaanbaarheid te verbeteren en er werden nieuwe wegen aangelegd, zoals de Polderweg in Weimeren, het verlengde van de Hooglaarsestraat, De Hillen en Deumeststoffenraat / Verloren Hoek. Daarnaast kregen 'hoekige' delen van wegen een ruime bocht, waaronder delen van de Halseweg en het Korenpad. Op basis van het landschapsplan is langs de Haagse Dijk beplanting aangebracht in de vorm van bossages en houtsingels. Langs de Strijpenseweg en Essendreef is laanbeplanting aangebracht. Langs een deel van Verloren Hoek en de Krekelweg is aan één zijde een bomenrij geplant. Ten behoeve van recreatie zijn twee fietspaden aangelegd, namelijk een over de Haagse Dijk en een langs de Mark. De uitgeveende gronden in Weimeren werden aangewezen als beschermd gebied. De steilranden, heggen en houtwallen die geen deel uitmaakten van het natuurwetenschappelijk gebied of van het landschapsplan werden 'opgeruimd'." (bron: - de onder Geschiedenis gelinkte - Gebiedsanalyse Haagse Beemden e.o.)

Belevingswaarde van het landschap
"De belevingswaarde heeft betrekking op maat en schaal, openheid en beslotenheid, zichtlijnen en oriëntatie, variatie en afwisseling, contrast (met de stedelijke omgeving), rust / ruimte / stilte / duisternis, de aanwezigheid van groen, water en reliëf en van relatief zeldzame landschapselementen zoals zandwegen.

Maat en schaal, openheid en beslotenheid, zichtlijnen en oriëntatie
Hoewel landschapsbeleving sterk persoonsgebonden is omdat iedereen zijn of haar eigen referentiekader heeft, zijn er wel enkele algemene dingen over te zeggen. Mensen hebben in het algemeen de behoefte om wanneer ze ergens zijn het geheel te kunnen overzien en zich er binnen te kunnen oriënteren. Wanneer een omgeving te grootschalig wordt raakt men als het ware vervreemd, de "menselijke maat" is verdwenen. De maat en schaal van het landschap binnen het plangebied varieert, evenals de openheid. Op basis van de massa/ruimte-kaart kan men concluderen dat het grootste deel van de beemden open en grootschalig is, uitgezonderd Strijpen/De Berk met de vele bossages en het Haagse Beemdenbos. Het gebied ten noorden van de Kluisstraat en ten westen van de Molenpolder is zelfs zeer open en zo grootschalig dat men hier kan spreken van schaalloosheid en het optreden van een vervreemdend effect. De weinige oriëntatiepunten in dit gebied worden gevormd door de rand van de wijk Haagse Beemden, het dorp Terheijden en de landschapselementen aan de overzijde van de Mark.

Het oude zandlandschap ten noordwesten van Prinsenbeek is kleinschalig en half open, het oude zandlandschap ten noorden van de Haagse Beemden is grotendeels kleinschalig en besloten, uitgezonderd de voormalige heide van Klein Overveld met omgeving, die grootschalig en open is. De heideontginning van Groot Overveld is grootschalig, maar de mate van openheid varieert door het voormalige landgoed Bosdal dat is omgevormd tot golfbaan en de kassen die hier aan grenzen. In het deel tussen de kassen en de bebouwde kom van Prinsenbeek bevindt zich een halfopen landschap dat relatief veel erfbeplanting kent. De lange rechte dreven vormen belangrijke oriëntatiepunten binnen Groot Overveld. Voor het gehele plangebied, uitgezonderd het gebied ten noorden van de Kluisstraat en ten westen van de Molenpolder, geldt dat het een menselijke maat kent.

Variatie en afwisseling, contrast (met de stedelijke omgeving), rust/ruimte/stilte/duisternis
Doordat er binnen het plangebied drie verschillende landschapstypen zijn is er in ruime mate sprake van variatie en afwisseling. Door de ruilverkaveling is het onderscheid tussen de verschillende landschapstypen echter kleiner geworden en daarmee het landschap uniformer. Toch zijn er op korte afstand van elkaar besloten gebieden naast open gebieden, kronkelende dijkjes en wegen naast lange rechte dreven en ook de landbouw zorgt voor een afwisselend beeld, met name door de vele verschillende teelten in de tuinbouw. Het contrast met de bebouwde kom van Prinsenbeek en de Haagse Beemden is groot, maar ook het contrast tussen de beemden en het zandlandschap. Met name aan de randen hiervan, zoals vanaf de Brielsedreef en de Bredestraat, is dit contrast goed te ervaren. Doordat de beemden vrij zijn van bebouwing en grotendeels de status van natuurgebied hebben, krijgen bezoekers hier een optimale ervaring van rust, ruimte, stilte en duisternis. Voor het gehele plangebied geldt dat het gevarieerd is en contrasten kent, met name de Brielsedreef en de Bredestraat. Voor wat betreft de beleving van rust, ruimte, stilte en duisternis hebben de beemden de meeste waarde.

Aanwezigheid van groen, water, reliëf en zeldzame landschapselementen
Het opgaande groen in het plangebied bestaat voornamelijk uit laanbomen, bossages, erfbeplanting en de bossen Hooiberg en Haagse Beemdenbos. De rivier de Mark, wielen, poelen en recreatieplas De Kuil vormen het water in het plangebied. De wielen liggen alle in de nabijheid van de Mark en bij de Haagse Dijk en de Bredestraat, die ooit als waterkering hebben gefungeerd. De poelen maken deel uit van natuurontwikkeling. Het enige reliëf met een duidelijke belevingswaarde in het plangebied wordt gevormd door de oude kronkeldijken. Het reliëf van de dekzandruggen is in het veld minder goed waarneembaar. Tenslotte is er een beperkt aantal zandwegen, te weten de Korte Dreef, het verlengde van de Prinsendreef en een aftakking van de Hooijdonkseweg naar de Bredestraat." (bron: - de onder Geschiedenis gelinkte - Gebiedsanalyse Haagse Beemden e.o.)

Terug naar boven

Beeld

- © van de afgebeelde kaart van Groot Overveld e.o. uit eind 19e eeuw: Kadaster.

- © van de afbeelde ruilverkavelingskaart van Groot Overveld e.o.: het in het hoofdstuk Geschiedenis gelinkte Bestemmingsplan Buitengebied Noord.

Terug naar boven

Links / voorzieningen / verenigingsleven

- Buurtvereniging: - Buurtschap Groot Overveld heeft een buurtvereniging. Of hád? Want wij kunnen er geen (recente) berichten van of over vinden op het internet, dus wellicht is deze vereniging inmiddels opgeheven?

- Sport: - Het 9-holes golfterrein Bosdal, gelegen aan de Bosdaldreef in Groot Overveld, N van de Brielsedreef, is gelegen op het voormalige landgoed Bosdal en heeft zich gevoegd in de landschappelijke relicten van het voormalige landgoed. Het clubhuis van golfvereniging Albatross is midden op het terrein geplaatst.

- Paardensportvereniging Ons Genoegen is gevestigd in Groot Overveld, op Brielsedreef 37a. "Wij zijn een actieve sportieve rijvereniging en ponyclub voor volwassenen en jongeren van 6 t/m 18 jaar. De vereniging is actief met dressuur, springen en afdelingsdressuur."

- Veiligheid: - "De straten van het werkgebied van Buurtvereniging Groot Overveld waren in 2016 het eerste officiele WhatsApp-Buurtpreventiegebied in Prinsenbeek. Dat betekent dat inwoners middels een besloten WhatsApp-groep elkaar en de politie kunnen waarschuwen als zij iets verdachts in de buurt signaleren. Praktisch de hele buurtschap is daar inmiddels op aangesloten. Op 7 december 2016 was de aftrap. De gemeente Breda had op die avond een bijeenkomst georganiseerd samen met politie, Buurtpreventie Breda en bewoner Cees Oostvogels, over veiligheid voor de bewoners van de Overveldsestraat en Hooglaarsestraat. Coördinator Buurtpreventie Breda Chris Aarts vertelde over de werking en voordelen van de BuurtApp van Buurtpreventie Breda. Wijkagent Inge Leer was aanwezig om vragen te beantwoorden en te vertellen over veiligheid in Prinsenbeek. Stadsmarinier Harrie Bus vertelde over zijn visie op BuurtApps en veiligheid in Prinsenbeek. Voorbijgangers worden door borden geattendeerd op het bestaan van het WhatsApp-Buurtpreventiegebied.

Prinsenbeek heeft verschillende buurtpreventiegebieden, namelijk: De Staart, Centrum Oost, Centrum, Plantsoen, De Neus, Kapelakkers en Groot Overveld. In heel Breda zijn het er meer dan veertig. Bewoners kunnen een grote rol spelen bij de veiligheid van hun eigen buurt, stelt de gemeente: 'Dit kost weinig moeite, want door bijvoorbeeld voor goed hang- en sluitwerk te zorgen (en het ook te gebruiken), door op te letten wat er in de straat gebeurt en indien nodig politie en buurtgenoten te waarschuwen, kunnen bewoners zelf een grote bijdrage leveren aan de veiligheid in hun straat.'" (bron: gemeente Breda)

- Genealogie: - Er zijn ook mensen met de achternaam Van Overveld. Hun voorouders zijn afkomstig uit buurtschap Klein of Groot Overveld. Er zijn namelijk geen gelijknamige plaatsnamen elders in ons land, en in de Volkstelling van 1947, waar 542 mensen met deze achternaam zijn geteld, waren zij vrijwel allemaal woonachtig in Noord-Brabant. In de Volkstelling van 2007 waren het er inmiddels 1.002, die zich inmiddels deels over het land hebben verspreid, maar nog altijd voor ca. 70 procent woonachtig zijn in deze regio (Zuidwest-Brabant). (bron: Nederlandse Familienamenbank) Het is dus een veelvoorkomende en bekende naam in de streek, én inwoners van de regio komen de naam regelmatig tegen op de vrachtwagens van transportfirma Van Overveld uit Etten-Leur.

Reacties

(4)

Hallo, ik woon in België en probeer het leven van mijn moeder en haar ouders in kaart te brengen.
In 1926 zijn mijn Nederlandse grootvader (afkomstig uit Etten-Leur en timmerman van beroep), mijn Belgische grootmoeder én pasgeboren moeder, verhuisd naar Princenhage en woonden op volgend adres : Groot Overveld W 32a.
Bestaat dit adres nog? Was het gesitueerd rond de Overveldsestraat of Hooglaarsestraat?
Waar staat de "W" voor?
Stonden er toen boerderijen?
Ik probeer mij hun dagelijks leven in 1926 voor te stellen. Alle reacties zijn welkom
Vriendelijke groeten

Dag Nicole, deze pagina was nog maar een 'beginnetje', dus ik heb om te beginnen het hele internet afgezocht op alles wat er over verleden en heden van deze buurtschap valt te vertellen. En dat blijkt nog heel wat, dankzij een bestemmingsplan van de gemeente voor dit gebied en omgeving, waar veel beschreven staat over de historie, wat ik hierboven heb samengevat, zodat u in ieder geval een indruk heeft van ontstaan en ontwikkeling van deze buurtschap.

Het is altijd een agrarische buurtschap geweest en zal dat nog altijd wel zijn, waarbij een deel wel tot woonboerderijen zal zijn getransformeerd. Door de ruilverkaveling (zie ook de kaart en tekst daarvan) en schaalvergroting zullen immers veel boerderijen e.a. agrarische woningen inmiddels burgerwoningen zijn. Overigens zijn buurtschappen in ons land doorgaans niet hard afgebakend, omdat ze voor de postadressen doorgaans 'in' het dorp liggen waar ze onder vallen (in dit geval Prinsenbeek), maar ik heb uit de diverse bronnen die ik vanavond heb doorgelezen de indruk dat we zo ongeveer alles N en NW van Prinsenbeek redelijkerwijs tot Groot Overveld kunnen rekenen (en vroeger ook nog de bebouwing W van de dorpskern), terwijl ik - afgaand op de straatnaam en de positionering van de plaatsnaam in atlassen - veronderstelde dat het vooral de Overveldsestraat e.o. betrof, dus ik heb de hoofdstukjes Ligging en Statistische gegevens hierop aangepast.

Tot in de loop van de 20e eeuw hadden veel gemeenten hun grondgebied nog ingedeeld in 'wijken' met letters. De letter stond voor een 'wijk' (dat is puur een statistische term. Dat kon dus in de praktijk een buurtschap, dorp, stad of een wijk van een dorp of stad zijn). Een pand werd dan aangeduid met die letter en een huisnummer. Die nummers sloten niet altijd aan, want als er een nieuw huis ergens tussen werd gebouwd, kreeg die vaak een eerstvolgend vrij huisnummer, wat qua ligging niet hoefde aan te sluiten bij het vorige uitgegeven huisnummer, zeker bij een buitengebied met verspreide bebouwing zoals hier.

Dat zal niet handig zijn geweest voor de postbode, bezoekers, leveranciers e.d... En vandaag de dag voor mensen die hun stamboom uitzoeken en de ligging van toenmalig adres X willen weten. ;-) Het was vroeger nu eenmaal niet zoals nu dat men een hele straat in een keer aaneengesloten volbouwde, althans in het buitengebied. Ik vermoed dat de letter W dus stond voor de 'wijk' Groot Overveld dan wel Overveld (voor Groot en Klein gezamenlijk) binnen de gemeente Princenhage, en dat uw moeder en grootouders daarbinnen woonden in het pand met nummer 32a. De vraag is dan natuurlijk waar stond die dan én bestaat die nog?

Omdat natuurlijk meer mensen die op zoek gaan naar hun voorouders daar tegenaan lopen, hebben veel heemkundekringen dat voor hun werkgebied ooit eens uitgezocht en 'omnummertabellen' gemaakt met welke adressen (letter en huisnummer) panden vroeger hadden (panden zijn soms in de loop der jaren meer keren van adres gewijzigd, omdat men soms ging hernummeren als het door allerlei nieuwbouw te zeer een rommeltje was geworden en de nummers te zeer niet meer aansloten) en welke huidige adressen dat zijn (hier https://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/210762/vech_2006-02_1... vindt u in de laatste twee pagina's van dat artikel zo'n omnummertabel, voor buurtschap Oud Over die overging van dorp Loosdrecht naar dorp Loenen aan de Vecht en daarom werd hernummerd naar straatnamen met huisnummers in gemeente en dorp Loenen, voorheen wijkletters A of B met huisnummer in gemeente Loosdrecht. Tussen haakjes staan de oude adressen met letter en huisnummer. Ook daar is te zien dat de nummers vaak niet netjes aaneengesloten opliepen omdat er bijv. later nog tussen bestaande panden in nieuw gebouwd werd).

Ook Prinsenbeek (= het vroegere dorp Beek, waar buurtschap Groot Overveld binnen de gemeente Princenhage onder viel) heeft een heemkundekring. Hopelijk hebben zij dat al eens uitgezocht, en zo niet willen/kunnen zij u hier allicht toch mee helpen, dus als ik u was zou ik hen hierover mailen. Ik heb deze vereniging beschreven in het hoofdstuk Geschiedenis op mijn pagina van Prinsenbeek: https://www.plaatsengids.nl/prinsenbeek#geschiedenis, alwaar u een link vindt naar hun site met aldaar o.a. een contactpagina.

Met vriendelijke groet en succes gewenst met uw zoektocht,
Frank van den Hoven, hoofdredacteur Plaatsengids.nl
Mocht er overigens iemand reageren dan laat ik het u weten.

Beste Frank,
Excuseer dat ik nu pas reageer. Ik dacht dat eventuele reacties in mijn mailbox zouden belanden....Ik sta hier met rode wangen. Echt...
Ik dank u zeer voor al uw opzoekwerk en verduidelijking ! U bent echt gedreven, ik ben zeer onder de indruk.
Het is inderdaad merkwaardig dat huisnummers elkaar niet opvolgden; maar begrijpelijk is het wel. De linken in uw tekst bevatten prachtige illustraties, die mij inkijk geven in die periode.
Ik ben dus blijkbaar niet de enige die op zoek gaat naar haar voorouders. Hou ouder ik word (ik sta vlak voor mijn pensioen), hoe meer ik mij allerlei begin af te vragen. Temeer omdat ik mijn grootmoeder nooit heb gekend. Het moet voor haar een serieuze ommekeer geweest zijn om van een stad te verhuizen naar een agrarisch gebied !
En ja, ik zal mij zeker verder informeren.

Ik dank u nogmaals voor uw inzet.
Warme groeten vanwege iemand die zich toch ook een beetje Nederlander voelt ;o)
Nicole

Dag Nicole,
Dank voor uw tip. Ik kan me voorstellen dat u dacht dat u een mail zou krijgen als er iemand zou reageren. Bij verschillende forums en weblogs is dat immers zo. Maar mijn site biedt die mogelijkheid nog niet. Dus in die zin is dat een goede tip van u, dat ik dat op mijn onderhoudswensenlijst heb gezet of mijn programmeur dat bij een volgende versie van de site kan inbouwen, zo'n 'attenderingsservice'.

Dank ook voor uw complimenten met betrekking tot mijn arbeid in dezen, dat doet altijd goed om te horen, en sterkt mij in het afmaken van de 'laatste loodjes'; medio 2021 wil ik alle 6.500 plaatsbeschrijvingen inhoudelijk gereed hebben en dat is nog altijd een fors 'laatste loodje'. Mooi om te lezen dat u er veel aan heeft.

U bent zeker niet de enige die op zoek gaat naar informatie over de voorouders. Genealogie, zoals dat officieel heet, wordt in Nederland door enkele tienduizenden mensen beoefend. Veelal net als u mensen die tegen hun pensioen aan zitten of met pensioen zijn gegaan en dit als hobby oppakken. Nadere informatie over genealogie en links naar relevante informatieve sites over dit onderwerp kunt u vinden op mijn pagina https://www.plaatsengids.nl/kennisbank/genealogie.
Met vriendelijke groet, Frank van den Hoven, hoofdredacteur Plaatsengids.nl

Reactie toevoegen