Huinerwal

Plaats
Buurtschap
Putten
Veluwe
Gelderland

Huinerwal

Terug naar boven

Status

- Huinerwal is een buurtschap in de provincie Gelderland, in de streek Veluwe, gemeente Putten.

- De buurtschap Huinerwal valt, ook voor de postadressen, onder het dorp Putten.

Terug naar boven

Naam

Oudere vermeldingen
1830-1855 Huinerwal.

Naamsverklaring
Huiner- verwijst naar de nabijgelegen buurtschap Huinen. Wat betreft het deel -wal: de buurtschap Huinen had vele wallen rondom bouw- en weiland. Maar met de wal in de naam Huinerwal wordt een speciale wal bedoeld, namelijk de scheiding tussen Halvinkhuizen en Huinen. Opmerkelijk is dat deze scheidslijn over grote lengte kaarsrecht loopt. Dat betekent dat deze lijn niet door de natuur gevormd is maar een bewust ingrijpen van mensen is geweest. De wal is een kaarsrechte lijn door de heidegrond als afscheiding tussen de toenmalige 'maalschappen' Huinerbroek in het zuiden en Halvinkhuizerbroek in het noorden. Voor een deel moet dat een sloot zijn geweest waarvan het zand werd opgeworpen als wal. Deze wal moest er voor zorgen dat het vee van het ene maalschap niet kon grazen op de heide van het andere maalschap. Een groot gedeelte van deze wal was rond 1930 nog aanwezig en ook tegenwoordig zijn er nog stukken van terug te vinden (aldus C. de Vries op zijn site over Huinerwal, waarvoor zie het hoofdstuk Geschiedenis).

Terug naar boven

Ligging

De buurtchap Huinerwal ligt Z van Putten, N van Huinen, rond de Oude Nijkerkerweg, voor zover gelegen O van de Roosendaalseweg. W daarvan ligt namelijk de buurtschap Huinerbroek.

Midden door buurtschap Huinerwal loopt de Heischoterweg. "Over de oorsprong van de naam Heischoterweg wordt verschillend gedacht. Ten eerste is er een beschrijving in het Straatnamenboek waar Friso schrijft dat de weg naar een boerderij genoemd is. De boerderij Heischoten is echter onbekend. Anderen denken dat naam van de weg verband houdt met de twee heischotten (heikotten, schaapschotten of schaapskooien) die dicht bij boerderij Rodengoed, aan de rand van de heide (Halvinkhuizerbroek) stonden. Hoe de naam tot stand gekomen is zou nog te achterhalen moeten zijn bij degenen die betrokken zijn geweest bij het geven van de naam, begin jaren vijftig. Daarvoor waren de aanduidingen van de huizen met E-nummers. Zelf herinner ik me dat in onze buurt de naam Heischoten gebruikt werd als aanduiding van een groot stuk grond, deels heide en deels ontgonnen, aan de noordkant van de Huinerwal tot aan Rodengoed, aan beide zijden van de Heischoterweg. We spraken toen over de weg langs Jan van Lubbert, dat was Jan Doppenberg, die woonde in het huis wat nu Heischoterweg 4 is. Ik vermoed dat de naam Heischoten als gebiedsaanduiding afkomstig is van de genoemde heischotten die aan de noordzijde van dat gebied gestaan hebben, en dat de naam van de weg weer ontleend is aan het gebied waar het dwars door heen loopt. Lang blijft het een zandweg. Eind 1998 is de weg geasfalteerd, als onderdeel van een reeks verhardingen van zandwegen door de gemeente Putten." Aldus de hieronder verder beschreven hr. C. de Vries op zijn site over Huinerwal.

Terug naar boven

Geschiedenis

- Dankzij de in Huinerwal geboren - en in 2015 op 98-jarige leeftijd in verpleeghuis Elim overleden - C. de Vries, die uitvoerig onderzoek heeft gedaan naar de geschiedenis van deze buurtschap, kunnen we genieten van verhalen in tekst en beeld over deze buurtschap in vroeger tijden op de site Huinerwal.nl. De heer De Vries heeft genealogisch onderzoek (onderzoek dus naar zijn voorouders) gedaan en stuitte daarbij onder meer op het gegeven dat het niet altijd eenvoudig is om te bepalen in welk huis bepaalde familieleden hebben gewoond. Dat komt omdat huizen vroeger soms helemaal geen huisnummer hadden, en later, sinds de 19e eeuw, zijn straatnamen en huisnummers nogal eens gewijzigd.

Zo ontdekte De Vries dat zijn ouderlijk huis (Heischoterweg 9) sinds 1829 door diverse gewijzigde administratieve indelingen maar liefst 11 verschillende huisnummers heeft gehad; in 1829 was het huisnummer 162, in 1848 huisnummer 230, in 1850 huisnummer E4, in 1860 huisnummer E6, in 1877 huisnummer E24, in 1890 huisnummer E27, in 1900 huisnummer E184, in 1910 huisnummer E185, in 1920 huisnummer E204, in 1930 huisnummer E309, en daarna Heischoterweg 9...

Op zijn site beschrijft dhr. De Vries o.a. enkele herinneringen uit zijn jeugd in buurtschap Huinerwal: "Als buurt was je erg op elkander aangewezen en ook met elkaar betrokken. Je kon niet zonder de ander en had de ander telkens nodig. Ik denk bijvoorbeeld aan het lenen van gebruiksvoorwerpen zoals gereedschappen. En het elkander helpen met bijzondere werkzaamheden. Ook het elkander meedelen van het nieuws dat je hoorde. Men had in die tijd maar één nieuwsblad, de Nijkerksche Courant, die dan ook vaak samen gelezen werd. Een uitzondering hierop was Jan Dokter van ‘de Schone Kamp’. Hij was abonnee van ‘Het Nieuws van de Dag’ en kon daardoor de buurt van het wereldnieuws op de hoogte houden. Hij was ook een echte verteller. Menig avond hebben we naar hem zitten luisteren. Ik herinner me ook nog uit die tijd de buurtvisites. Elke winter vonden die weer plaats en je keek er verlangend naar uit.

Ook de melkrijder herinner ik me nog goed. Elke dag kwam hij door het steegje om de melkbussen op te halen. Wouter Elbertsen was dat en later zijn zoon Gerrit. Wouter was een zeer haastig man, die steeds maar weer riep: ‘Vort peerd’. Als men wat te laat was met de bussen en deze niet op tijd aan de weg had staan, dan wachtte hij niet, maar reed rustig door. Zijn zoon Gerrit had meer geduld. Op de terugweg bracht de melkrijder ondermelk voor de boeren mee, die werd gebruikt als voer voor de varkens en de biggen. Op woensdag gingen de boeren naar de markt met hun eieren, sommigen lopend met de mand aan de arm, anderen met de mand voorop de fiets, of op de bagagedrager. Ook wel met de kar en de hit er voor. Boerenwagens en paarden had men toen in Huinerwal nog niet. Dat was voorbehouden aan de grote boeren. Als men de eieren verkocht had ging men met de lege mand naar de winkelier om voor een hele week etenswaar mee te nemen. Bij Jan van Dam zat de directeur van de melkfabriek met de bruine zakjes melkgeld, dat elke week uitbetaald werd. Als ‘Hannes van Hussel’ dan mijn vader ontmoette dan zei hij steevast: 'Kom, de Vries, loaten we d’r nog eentje op nemen, want we bin samen in dienst ‘eweest.'"

Reactie toevoegen