Schuurkerk, schuilkerk en grenskerk

"Over het algemeen moet men spreken van schuilkerken in de tijd der Retorsie (1633-1648), van grenskapellen of heikerken in de periode die onmiddelijk volgt op het afsluiten van de Vrede van Munster (1648-1672), en van schuurkerken
vanaf de inval der Fransen tot aan de Restitutie der kerken in de Franse Tijd (1672-1798).

Schuilkerken zijn doorgaans localiteiten, welker ligging steeds wordt aangetroffen binnen het gebied der Staten en de grenzen van de eigen parochie en binnen welks muren de godsdienstoefeningen in het geheim worden gehouden.

Grenskapellen, grenskerken of heikerken zijn noodkerken juist buiten het gebied der Staten en de grenzen van de eigen parochie om ongehinderd de heilige diensten in het openbaar te vieren.

Schuurkerken zijn bedehuizen die naar het uiterlijke het voorkomen hebben van een schuur, stal of deel, en waarin alleen met de nodige conniventie dienst mag worden gedaan, daar deze kerken gelegen zijn binnen het eigen gebied der Staten en dat van de eigen parochie."

Aldus P. Dominicus de Jong O.C.R. in 'Schuilkerken in het Weerter bos'.

Een schuilkerk hebben wij o.a. beschreven bij Teckop.

Grenskerken hebben wij o.a. beschreven bij De Hutten en Hugten.

Reactie toevoegen