Klein Oosterwijk

Plaats
Buurtschap
Vijfheerenlanden
Vijfheerenlanden
Utrecht

Leerdam-Oosterwijk-MSD-20100604-199912.jpg

In Oosterwijk kun je aan het eind van de Oudendijk, in de bocht waar deze weg overgaat in de Koenderseweg, rechtsaf buurtschap Klein Oosterwijk in (het deel met de huisnrs. 6-12a). Op de foto zie je aan het eind het pand op huisnr.12a in Klein Oosterwijk.

In Oosterwijk kun je aan het eind van de Oudendijk, in de bocht waar deze weg overgaat in de Koenderseweg, rechtsaf buurtschap Klein Oosterwijk in (het deel met de huisnrs. 6-12a). Op de foto zie je aan het eind het pand op huisnr.12a in Klein Oosterwijk.

Klein Oosterwijk

Terug naar boven

Status

- Klein Oosterwijk is een buurtschap in de provincie Utrecht (t/m 2018 provincie Zuid-Holland), in de streek en gemeente Vijfheerenlanden. T/m 2018 gemeente Leerdam.

- De buurtschap Klein Oosterwijk valt voor de postadressen onder de stad Leerdam, maar valt in de praktijk (cultuurhistorisch, geografisch en maatschappelijk gezien) onder het dorp Oosterwijk.

- De buurtschap Klein Oosterwijk heeft geen plaatsnaamborden en is ter plekke daarom slechts te herkennen aan de gelijknamige straatnaambordjes.

Terug naar boven

Naam

Oudere vermeldingen
De tot heden oudste vermelding van de plaatsnaam die wij hebben kunnen vinden, is de melding van de geboorte van een persoon genaamd Pieter Moot, geboren 16-8-1768 te Klein Oosterwijk. In 1827 lust de dan inmiddels 58-jarige oude bok nog wel een groen blaadje, want in dat jaar trouwt hij met de eveneens in Klein Oosterwijk geboren, dan 21-jarige Walegina Verdugt.

Spelling
De plaatsnaam heeft lange tijd met koppelteken op de kaarten gestaan. Maar ter plekke staan geen plaatsnaamborden waaraan wij de spelling kunnen ontlenen, en de straatnaam luidt Klein Oosterwijk, zonder koppelteken dus, en dan is het wel zo consequent om dat ook voor de plaatsnaam maar zo aan te houden, wat wij op deze pagina dan ook doen.

Naamgeving
De buurtschap Klein Oosterwijk is genoemd naar de ligging in de gelijknamige polder, en/of naar de ligging O van het dorp Oosterwijk. De polder staat oorspronkelijk op de kaarten als Polder Hoog-Oosterwijk, sinds ca. 1930 als Polder Hoog- of Klein-Oosterwijk. De plaatsnaam verschijnt pas rond 1920 op de kaarten (maar is in werkelijkheid dus al veel ouder. Zie daarvoor het kopje Oudere vermeldingen hierboven), en verdwijnt daar in de jaren zestig vreemd genoeg weer van. Want de bebouwing en daarmee de buurtschap bestaat immers nog gewoon.

Naam komt ook elders voor
Klein Oosterwijk is ook de naam van een (inmiddels afgebroken wegens nieuwbouw op deze locatie) boerderij in Beverwijk. Het is ook een straatnaam in Apeldoorn.

Terug naar boven

Ligging

De buurtschap Klein Oosterwijk ligt rond de gelijknamige weg, direct ZW van de kern Leerdam, direct O en NO van het dorp Oosterwijk, en grenst in het ZO aan de rivier de Linge (met aan de overkant daarvan het buitengebied van het dorp Heukelum). Gezien de positionering van de plaatsnaam op kaarten vanaf ca. 1920, lijkt het erop dat onder deze plaatsnaam aanvankelijk ook het Z deel van het Leerdamse deel van de Tiendweg viel (vanaf het Laantje van Van Iperen).

Oorspronkelijk was er sprake van één weg. Tegenwoordig is er sprake van twee doodlopende weggetjes, omdat het middelste deel van de weg rond 1960 bij een huiskavel is getrokken. Het deel met de huisnrs. 1-5 is een zijweg van de Lingedijk en ligt direct na het einde van de bebouwde kom van Leerdam. Het deel met de huisnrs. 6-12a is een zijweg vanaf het punt waar de Oudendijk in Oosterwijk overgaat in de Koenderseweg.

Terug naar boven

Statistische gegevens

De buurtschap Klein Oosterwijk omvat ca. 15 huizen met ca. 40 inwoners.

Terug naar boven

Geschiedenis

De watersnoodramp van 1820 in Oosterwijk en Klein Oosterwijk en de gevolgen daarvan
"In 1820 bezwijkt, als gevolg van ijsgang, onder meer het dijkvak de Oudendijk te Oosterwijk, nadat de eventuele resten van het dijkherstel van 1741 al waren weggespoeld. Mogelijk is het dijkhuis ‘De Barendrecht’ hierbij verzwolgen of onherstelbaar beschadigd, want alleen de huisplaats laat zich op de kadastrale kaart van 1822 nog herkennen. Het water zocht zijn weg vooral in noordelijke richting, brak daar door de Oudendijk en overspoelde de polders, waarbij mogelijk een of meer boerderijen zijn weggevaagd. Een breed wiel met een smalle verbinding naar het bestaande kolkgat en sterke vergroting daarvan waren de grootste gevolgen, zoals de kadastrale kaart van 1822 duidelijk laat zien. De kaart van 1840 geeft aan dat het water eveneens in westelijke richting over de Oudendijk is gespoeld, zuidelijk langs de oude kerk en het kasteel. Waarschijnlijk is ook hier aanzienlijke materiele schade aangericht; in ieder geval vertoont de kaart van 1822 er een opmerkelijke leegte. De vernielingen bestonden in belangrijke mate ook uit de afzetting van een laag zavelig materiaal: overslaggrond.

Bij het herstel van de schade is het wiel binnen de dijk getrokken door de dijk ten dele, met een flauwe bocht zuidwaarts, te verleggen, volgens het nu nog bestaande tracé (kaart 1822). Een aantal jaren later, mogelijk pas na 1840 - het verzoek werd ingediend in 1828 - werd een ringkade aangelegd om het noordelijke wiel (vgl. kaart 1847/1848), dat hiermee werd afgescheiden van de polder Hoog- of Klein Oosterwijk. Mettertijd zijn grote delen van de stroomgaten verland en rond 1930 bestonden nog slechts drie afzonderlijke, diepe wielen, die ook nu nog in het veld aanwezig zijn. De gronden van de Barendrecht werden voornamelijk gebruikt als wei- en hooilanden en grienden.

Bij de herinrichting van het rampgebied, na 1820, is de weg Noorder Lingedijk op het nieuwe dijkvak getraceerd en is hij hierbij aanvankelijk als grindweg verhard. Pas in de jaren 1935-1937 is de weg van een klinkerbestrating voorzien, die inmiddels is vervangen door asfalt, zonder dat een noemenswaardige verbreding van het profiel plaatsvond. Het veer naar Heukelum bleef tot 1969 intact; de veerstoep had tot na de Tweede Wereldoorlog een grinddek, maar is uiteindelijk geasfalteerd.

Als direct gevolg van de doorbraak van de Oudendijk en de verlegging van de doorgaande wegverbinding naar het nieuwe dijkvak werd de veel langere Oudendijk al spoedig voor het verkeer van en naar de stad Leerdam gesloten. Het westelijk deel van de Oudendijk maakte echter deel uit van de verbinding tussen de Lingedijk en Leerbroek via de Koenderseweg en bleef intact als weg. De Koenderseweg - in de 19e eeuw een kleiweg, maar later begrind - en dit deel van de dijk behielden hun grinddek tot na de Tweede Wereldoorlog. Tevens was dit deel van de Oudendijk onderdeel van de hoofdas van Oosterwijk, waardoor hij tot op heden de toegang vormt tot enige woningen en boerderijen. Het deel van de Oudendijk vanaf de splitsing met de Koenderseweg naar het O heet tegenwoordig Klein Oosterwijk.

Als onderdeel van verschillende dijkhertstellingen zijn ook verhogingen en verzwaringen van de Lingedijk uitgevoerd. Bij enkele oudere boerderijen is dit nog herkenbaar in de vorm van (gemetselde) grondkeringen in de dijk en een stoep voor de gevel (o.a. Lingedijk 155/157, 199).

Ten behoeve van de stichting van een begraafplaats kwam in 1828 het oostelijke deel van de Oudendijk (het deel dat tegenwoordig Klein Oosterwijk heet) in handen van de gemeente Leerdam. De begraafplaats werd in 1830 geopend en als zodanig werd de grond dan ook opgenomen in de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel (1832). En kort daarvoor, in 1829, in werking getreden K.B. dat inhield een verbod op het begraven van doden in kerken betekende de aanleiding voor het stichten van deze nieuwe begraafplaats. Het terrein werd omheind, van een toegangshek en een simpel baarhuisje voorzien, terwijl in plaats van fruitbomen, rondom passende begroeiing tot ontwikkeling kwam. In 1843 en 1859 vonden aanpassingen plaats ten behoeve van joodse graven. Het oorspronkelijke dijkwegtracé is als uitgangspunt voor de plattegrond gehandhaafd; mogelijk is de huidige begrinding hierop terug te voeren. Voorbij de begraafplaats - tot aan het wiel - verviel de weg op de dijk totaal, terwijl direct ten westen daarvan een pad werd gerooid, het huidige Klein Oosterwijk en/of de Wielkade, die de ontsluiting van enkele boerderijen overnam. De Buitendijkse gronden, zowel die nabij de Barendrecht, als die in ‘De Galgenwaard’, deden dienst als hooilanden. Ook zijn ze gebruikt voor kleiwinning en als stortplaats voor afval van de Leerdamse glasfabrieken." Aldus enkele citaten uit de toelichting op de aanwijzing beschermd dorpsgezicht Oosterwijk.

- Beschrijving van de watersnoodramp in Klein Oosterwijk in 1820.

- Beschrijving van de boerderij van D. van Bruchem te Klein Oosterwijk anno 1924.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

- Aan de Lingedijk, aan het begin van buurtschap Klein Oosterwijk, ligt de in 1829 aangelegde begraafplaats, die evenals het toegangshek en het baarhuisje de status van rijksmonument heeft. De Lingedijk, in de middeleeuwen aangelegd op de noordelijke oeverwal van de rivier, beschermde het achterliggende polderlandschap bij hoge waterstanden. Toch hebben verschillende dijkdoorbraken plaatsgevonden, waaronder in 1820 op deze locatie. Het hierdoor ontstane wiel is buitengedijkt en het overbodig geworden dijksegment is in 1828 door het dijkcollege van Ter Leede en Schoonrewoerd aan de gemeente Leerdam overgedragen om het als begraafplaats in te richten. Een jaar eerder was per Koninklijk Besluit bepaald dat vanaf 1829 niet langer in kerken begraven mocht worden, maar op een verhoogd terrein buiten de bebouwde kom. De begraafplaats is na egalisering van het terrein op 1 januari 1830 geopend. De formele overdracht geschiedde in 1832.

In 1843 is een deel van de algemene begraafplaats afgescheiden door een haag en ingericht als israëlitische begraafplaats. Een uitbreiding hiervan volgde in 1859, waarvoor een terrein is aangekocht aan de dijk vlak achter de entree naar de begraafplaats. Opvallend op het algemene deel zijn enkele grafstenen omgeven door smeedijzeren kettingen of boomstammetjes en een afgebroken grafzuil. Het oudste graf stamt uit 1830. De zuidwestelijke hoek ligt lager, aan de voet van de dijk, en is met 32 graven in gebruik als joodse begraafplaats. Op het overige deel zijn christelijke graven aangelegd. Beide delen zijn aan de zuidzijde toegankelijk via een hek tussen hekpijlers dat naar een pad leidt wat omgeven is door hulsstruiken en eindigt bij het baarhuisje. Het pandje ligt met de langsgevel aan het pad en scheidt het joodse van het christelijke deel. Afgezien van het joodse deel is de algemene begraafplaats bedekt met grind. Voor de ingang staan twee monumentale lindebomen.

De begraafplaats is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als een vroeg en nog bestaand voorbeeld van een begraafplaats aangelegd direct na het Koninklijk Besluit op de ter aarde bestelling van 1829, en als kenmerkend voorbeeld van een buiten de bebouwde kom gelegen israëlitische begraafplaats. De begraafplaats is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een begraafplaats met een gescheiden aanleg en vanwege de combinatie van bebouwing en groenaanleg op een landschappelijk bijzonder terrein. De begraafplaats is van belang als ensemble van grafmonumenten en groenelementen. De begraafplaats is stedenbouwkundig van belang vanwege de bijzondere situering op een voormalig dijksegment.

Terug naar boven

Beeld

- Kaart van de Polder Hoog- of Klein-Oosterwijk anno 1956.

Reacties

(2)

Mooi stukje, maar Heukelum is een stadje, met een prachtige onlangs gerenoveerde stadsmuur, dus geen dorp.

Dat van die prachtige stadsmuur kan ik beamen (ik woon in Leerdam en heb hem ook al bewonderd), de rest niet. Daarvoor verwijs ik u naar het vermelde onder https://www.plaatsengids.nl/heukelum#status. Kort samengevat: dat een plaats ooit stadsrechten heeft gekregen wil niet zeggen dat dat per definitie geldt tot in de eeuwigheid. Gezien de bescheiden omvang van het plaatsje is het een dorp en wordt het doorgaans ook zo genoemd. Dat men om nostalgische, historische en toeristische redenen een stuk oude stadsmuur weer zichtbaar maakt, prima, maar dat maakt een plaats vandaag de dag nog geen stad. Als men er in brede kring erg aan hecht om een klein plaatsje toch stad te noemen (zoals een Sloten en Stavoren), conformeer ik mij daar aan, maar ik heb de indruk dat de meeste lokale personen en instanties de term dorp in dit geval toch passender vinden vandaag de dag.

Reactie toevoegen