Overijssel

Provincie
Overijssel

overijssel_kaart_verdeling_in_regios_kopie.jpg

Kaart van de vandaag de dag meest gangbare indeling van de provincie Overijssel in regio's; roze is Steenwijkerland/Kop van Overijssel, geel is Salland, groen is Twente (met twee gearceerde gemeenten die geografisch gezien half in Salland liggen).

Kaart van de vandaag de dag meest gangbare indeling van de provincie Overijssel in regio's; roze is Steenwijkerland/Kop van Overijssel, geel is Salland, groen is Twente (met twee gearceerde gemeenten die geografisch gezien half in Salland liggen).

Overijssel gemeenten genummerd [640x480].jpg

Overijssel, de ligging van de 25 gemeenten in de provincie. Voor de namen bij de nummers: zie het hoofdstuk Status.

Overijssel, de ligging van de 25 gemeenten in de provincie. Voor de namen bij de nummers: zie het hoofdstuk Status.

OV Provincie Overijssel in ca. 1870 kaart J. Kuijper [1024x768].gif

Provincie Overijssel in ca. 1870, kaart J. Kuijper

Provincie Overijssel in ca. 1870, kaart J. Kuijper

Overijssel

Terug naar boven

Status

- Overijssel is een provincie. De hoofdstad van de provincie is Zwolle.

- Deze provincie is vanouds verdeeld in 3 streken: Twente in het zuidoosten, de Kop van Overijssel in het noordwesten en Salland, het grote gebied tussen deze beide regio's in. Tot de Kop behoort in ieder geval de gemeente Steenwijkerland (nr. 20 op de kaart hiernaast). De gemeenten Kampen, Zwartewaterland en Staphorst (nrs. 12, 24, 19) worden doorgaans tot Salland gerekend, maar soms ook tot de Kop. Ook tussen Twente en Salland zijn er 'grensgevallen': de gemeenten Rijssen-Holten, Hellendoorn en Twenterand (nrs. 18, 9, 22) vallen bestuurlijk onder Twente, geografisch vallen ze ook deels onder Salland. De details daarvan vind je bij de beschrijvingen van de gemeenten in kwestie.

- Uit landschappelijk, natuur- en toeristisch oogpunt is er verder nog sprake van de regio's Vechtdal, IJsseldelta en Reestdal in Salland, en Waterreijk Weerribben-Wieden in de Kop van Overijssel.

- Na een reeks gemeentelijke herindelingen* zijn er nu nog 25 gemeenten in Overijssel (vóór 2001 waren dat er nog 44). Dit zijn 1. Almelo, 2. Borne, 3. Dalfsen, 4. Dinkelland, 5. Deventer, 6. Enschede, 7. Haaksbergen, 8. Hardenberg, 9. Hellendoorn, 10. Hengelo, 11. Hof van Twente, 12. Kampen, 13. Losser, 14. Oldenzaal, 15. Olst-Wijhe, 16. Ommen, 17. Raalte, 18. Rijssen-Holten, 19. Staphorst, 20. Steenwijkerland, 21. Tubbergen, 22. Twenterand, 23. Wierden, 24. Zwartewaterland en 25. Zwolle. Voor de ligging van deze gemeenten in de provincie, zie de kaart elders op deze pagina.
* De laatste grootschalige herindeling was in 2001, met 'nakomer' gem. Bathmen naar gem. Deventer in 2005.

- Voor nadere informatie over de herindelingen van 2001, zie Wet gemeentelijke herindeling West-Overijssel 2001, - Wet gemeentelijke herindeling deel van Twente 2001 en - Ingetrokken wetsvoorstel herindeling Twente 2001 (incl. voorstel Twentestad).

Terug naar boven

Ligging

De provincie Overijssel ligt in het oosten des lands. De provincie grenst in het N aan de provincie Drenthe, in het NO en O aan Duitsland, in het Z, ZW en W aan de provincie Gelderland, en in het NW aan de provincies Flevoland en Fryslân.

Terug naar boven

Statistische gegevens

- De provincie Overijssel heeft ca. 510.000 huizen met ca. 1.140.000 inwoners op een oppervlakte van ca. 3.326 km2 land. Verder is er nog ca. 95 km2 water.

- Op de pagina Over Overijssel, en daarbinnen in het hoofdstuk Cijfers & Onderzoek, vind je een reeks rapporten en nieuwsberichten over uiteenlopende thema's.

Terug naar boven

Geschiedenis

Staatkundig en geografisch
De huidige provincie is in de Franse Tijd ontstaan in 1807* als departement Overijssel (vanaf 1810 'Monden van de IJssel' geheten). De grens tussen dit departement en het departement Gelderland (vanaf 1810 'Boven-IJssel' geheten) volgde de IJssel (enclaves van de schoutambten Olst en Wijhe behoorden bij Gelderland) en de Koerhuisbeek, Schipbeek en Buurserbeek. Delen van de schoutambten Diepenveen en Bathmen alsmede de richterambten Kedingen, Diepenheim en Haaksbergen gingen over naar Gelderland. Daar stond tegenover dat het departement delen van de Gelderse buurtschappen Brammelerbroek en Lochuizen aan haar grondgebied kon toevoegen, alsmede het noordelijke deel van het eiland Schokland, dat daarvoor tot het departement Amstelland (ongeveer het huidige Noord-Holland) behoorde. (© Andreas Bartelink)
* Voorheen viel Drenthe ook onder dit departement.

Kastelen
"Wie in Overijssel en Drenthe is, kan zich moeilijk voorstellen dat hier in de middeleeuwen veel kastelen hebben gestaan. Toch stonden er minstens 134 burchten, adellijke huizen en versterkingen, zo blijkt uit promotieonderzoek van archeologe en landschapshistorica Diana Spiekhout. Dit rijke verleden was tot voor kort een vrijwel onbekende episode van de Nederlandse geschiedenis. Spiekhout schetst met haar uitgebreide onderzoek een geheel nieuw beeld van de kastelen in de Lage Landen. Ze is er op 12 oktober 2020 aan de Rijksuniversiteit Groningen op gepromoveerd. Het Oversticht, zoals de regio destijds heette, was onderdeel van het territorium van de bisschop van Utrecht. Niemand mocht er zonder toestemming van hem of de koning kastelen bouwen. De praktijk verliep echter anders. Edelen zagen in tijden waarin het bisschoppelijk gezag zwak was hun kans schoon om hun machtspositie uit te breiden en hun status te verhogen door een burcht te laten optrekken. Zo ontstond tussen 1050 en 1450 het kastelenlandschap van het Oversticht. Spiekhouts beschrijving daarvan vertelt daarmee ook het verhaal van worstelende bisschoppen en hun vergeten machtsstrijd.

‘Luchtkastelen’. Mensen hebben vaak geen idee van de burchten en kloosters die vroeger in hun omgeving stonden, vertelt Spiekhout. ‘Het is een verdwenen wereld, waar ze zich geen beeld van kunnen vormen. Vaak zijn er alleen vanuit de lucht nog sporen van te zien. Daarom spreek ik zelf ook wel eens van “luchtkastelen”.’ Tijdens de droge zomers van de afgelopen jaren kon Spiekhout tot haar grote verrassing meer sporen ontdekken vanuit de lucht. Door de droogte werden andere patronen en restanten in de bodem zichtbaar.

Nieuw beeld van de kastelen. Door de kastelen te bestuderen vanuit hun bouwgeschiedenis, landschappelijke ligging én bijbehorende samenleving heeft Spiekhout hun ontwikkeling tussen 1050 en 1450 gereconstrueerd. Niet eerder is in Europa zo’n uitgebreide studie verschenen waarin de ontwikkeling van burchten vanuit drie verschillende vakgebieden (archeologie, landschapsgeschiedenis en politieke geschiedenis) is bestudeerd. Deze nieuwe werkwijze geeft een impuls aan het kastelenonderzoek en heeft verrassende resultaten opgeleverd die de beeldvorming over kastelen in de Lage Landen doet veranderen. Spiekhout: ‘De meeste mensen denken bij een kasteel vooral aan een stevig omgracht gebouw, de zogenoemde hoofdburcht. Maar dat was slechts een deel. Veelal lagen daaromheen uitgebreide, complexe stelsels van meerdere wallen en grachten.’

Burchten in de wildernis. Spiekhout ontdekte dat bouwheren in bepaalde tijden specifieke voorkeuren hadden voor ligging, functie en vorm. Zo lagen de oudste Overstichtse kastelen - de Twentse bisschoppelijke ringwalburchten Hunenborg en Schulenborg - in een afgelegen, lege wildernis. Beide zijn in het eerste kwart van de dertiende eeuw verlaten. Toen liet de bisschop inmiddels zijn burchten bouwen op belangrijke strategische knooppunten van (water)wegen, zoals bij Coevorden. Vanaf 1350 liet hij zelfs de grenzen van het Oversticht afsluiten door kastelen en langgerekte verdedigingsdijken, zogenoemde landweren.

Stempel gedrukt op omgeving. Edelen gebruikten kastelen op een andere manier, namelijk als een centraal punt om hun macht, rechten en bezit uit te breiden. Daarbij vormden deze kasteelheren het landschap ook. ‘De bewoners van kasteel Diepenheim hebben bijvoorbeeld duidelijk hun stempel gedrukt op de wijde omgeving van de burcht,’ vertelt Spiekhout. ‘Ze lieten een kerk bouwen, bemoeiden zich met ontginningen, bezaten veel boerderijen en maakten gebruik van speciale burchtsoldaten die gingen wonen in de buurt van de burcht. Zelfs tegenwoordig zijn de sporen hiervan nog zichtbaar, want de huizen van de burchtsoldaten zijn uitgegroeid tot prachtige landgoederen.’" (bron: Rijksuniversiteit Groningen, oktober 2020) Zie ook de videoreportage met Diana Spiekhout door RTV Drenthe.

Als je je nader wilt verdiepen in de geschiedenis van deze provincie, kun je terecht bij de volgende instanties en sites:

- Geschiedenis van Overijssel, plus de streken en gemeenten in deze provincie, op de site van de provincie.

- Historisch Centrum Overijssel (HCO) is het informatiecentrum voor de geschiedenis van deze provincie. Archieven, boeken, prenten, kranten, kaarten, foto's, films, video's en geluidsopnames vertellen het verhaal van de provincie van de middeleeuwen tot nu.

- "Geschiedenis is een levend element in onze samenleving. Het bepaalt mede onze identiteit en biedt inspiratie voor de toekomst. Het Historisch Centrum Overijssel (HCO) vindt het belangrijk dat de geschiedenis van de provincie voor iedereen herkenbaar en toegankelijk is. Naast het HCO spelen historische verenigingen, archiefinstellingen en andere beheerders van mooie collecties in de provincie een belangrijke rol in de zorg voor het behoud en de presentatie van het provinciale cultureel erfgoed. Om al deze kennis en bronnen te bundelen en te delen is in 2008 het project MijnStadMijnDorp gestart. In 2010 is de website gelanceerd.

Het platform MijnStadMijnDorp bestaat uit de website MijnStadMijnDorp, de digitale onderzoeksomgeving Onderzoekoverijssel.nl en het collectiebeheersysteem OpenAtlantis. Organisaties maar ook particulieren met een interessante collectie krijgen binnen MijnStadMijnDorp de mogelijkheid om hun digitale collecties te beheren in OpenAtlantis. Het gebruik van het collectiebeheerssysteem is voor non-professionele organisaties en particulieren gratis. Iedereen kan meedoen. Of je nu namens een vereniging of instelling of als particulier mooie verhalen of beeldmateriaal hebt, schroom niet en plaats het op MijnStadMijnDorp. Met elkaar maken we MijnStadMijnDorp tot een succes!"

- "De Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG) is de historische vereniging voor de provincie Overijssel. Al sinds 1858 houden wij ons bezig met onderzoek naar, publiceren over en verzamelen van zaken die gaan over de geschiedenis van onze provincie. In die tijd is er een immense collectie opgebouwd, zijn er tientallen publicaties verschenen en wordt elk jaar de bundel Overijsselse Historische Bijdragen uitgegeven. Leden van de Vereeniging komen twee keer per jaar bijeen, op de Zomervergadering en Wintervergadering. Beide keren worden bijzondere plekken in de provincie bezocht, gecombineerd met interessante lezingen."

- Cultuurhistorische Atlas Overijssel.

- Informatie over historische tijdschriften in Overijssel.

- Plaatsbeschrijvingen van plaatsen in Overijssel uit gidsen en tijdschriften uit de periode 1880-1930.

- Op de door Robert van 't Hul beheerde website Digitale Bibliotheek Overijssel worden boeken, tijdschriftartikelen en scripties geplaatst die betrekking hebben op de geschiedenis van deze provincie, en die niet of moeilijk antiquarisch verkrijgbaar zijn. Heb je zelf nog gedigitaliseerde boeken, tijdschriftartikelen of een scriptie over (een kern in) deze provincie, en wil je die op deze site laten plaatsen, dan kun je contact opnemen met de beheerder van de site.

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

- De missie van Trendbureau Overijssel is het, door verkennen van trends, leveren van een inhoudelijke bijdrage aan het debat over relevante beleidsonderwerpen tussen maatschappelijke partners in de provincie. De trendverkenningen sluiten aan bij maatschappelijke ontwikkelingen in de provincie en bij de onderwerpen die bij provincie en lokale overheden op de agenda staan. De keuze van de onderwerpen komt tot stand in samenwerking met gemeenten, kennisinstellingen en andere instanties.

De trendstudie 'Wonen in Overijssel' (2014) bijvoorbeeld, geeft drie richtingen aan van waaruit woonprofessionals in de provincie kunnen gaan werken. UItgangspunt is dat er een grote variëteit aan woningmarkten in de provincie gaat ontstaan. Iedere regio heeft specifieke mogelijkheden. Perspectieven zijn er voor vraaggericht bouwen, de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad en bottum-up initiatieven. De teksten zijn niet alleen relevant voor de situatie in deze provincie maar ook voor de geïnteresseerden daarbuiten. De vele actuele thema’s die worden aangesneden bieden veel inspiratie om er ook in andere regio’s en gemeenten mee aan de slag te gaan. Verder zijn er trendverkenningen over onder meer landschap, adaptief beleid in verkeer en vervoer, energie, zorg en gezondheid, businessmodellen, cultuur, landbouw, binnensteden, dorpen, diversiteit, kennis, democratie, vergrijzing, economie, demografie, de stad, retail en onderwijs. Alle rapporten zijn gratis te downloaden.

- "De Omgevingsvisie Overijssel schetst onze visie op de ruimte in de provincie. Onderwerpen als ruimtelijke ordening, milieu, water, verkeer en vervoer, ondergrond en natuur komen aan bod. Ons beleid voor de fysieke leefomgeving staat in dienst van de sociaal-economische ontwikkeling van de provincie. In de Omgevingsverordening staan de regels die bij de Omgevingsvisie horen. Gemeenten en waterschappen krijgen zoveel mogelijk ruimte om binnen die regels hun plannen te maken. Wat ergens anders al is geregeld, bijvoorbeeld door het Rijk, staat er niet in."

- Overijssel kent 23 Duurzame Dorpen die sinds 2010 en 2011 duurzame ambities waarmaken. Het betreft Basse, Borne, Broekland, Delden, Dwarsgracht / Jonen, Fleringen, Hasselt, Heeten (publiekswinnaar 2010), Heino, Hellendoorn (Reggestroom), Hoonhorst (jurywinnaar 2010), Kalenberg, Laag Zuthem, Lettele, Markelo, Noord-Deurningen, Olst/Wijhe (Aardehuizen, jurywinnaar 2011), Ommerkanaal, Overdinkel, Tubbergen, Vasse (publiekwinnaar 2011), Willemsoord en Zwolle (trapjeswijk).Vele vrijwilligers zijn met kleine en grote budgetten (van 25.000 euro tot ruim 1 miljoen euro) aan de slag. Tot 2015 hadden de dorpen de tijd om hun ambities waar te maken. Zij zijn gecoacht in het behalen van resultaten door de Provincie en door bureau Stimuland.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden / cultureel erfgoed

- "Stichting De Overijsselse Molen streeft naar behoud en in goede staat houden van de molens in de provincie. Overijssel en molens horen bij elkaar. Wie het landschap van deze provincie bekijkt, kan er niet omheen. Onze molens zijn een kostbaar en onvervangbaar bezit en niet uit onze omgeving weg te denken. Ze bepalen het silhouet van een stad, dorp of streek. Molens zijn de ”bakens” in het landschap. Veel molens zijn nog wekelijks in gebruik! Met behulp van wind- of waterkracht wordt nog altijd graan gemalen, hout gezaagd en olie geslagen. Tevens zijn er bij diverse molens molenwinkels, waar je de ambachtelijk gemaakte producten kunt kopen. Bezoek eens een molen en je bent daarna een spannende en leerzame ervaring rijker. Je zult ontdekken dat molens fascinerende, ambachtelijke werktuigen zijn. Je realiseert je dan wellicht dat het beheren en beschermen van deze waardevolle en vooral karakteristieke monumenten ook jouw zorg en aandacht verdient. Om ook de generaties na ons te kunnen laten genieten van deze unieke ”levende” monumenten, is het behoud hiervan noodzakelijk."

- "De Overijsselse Kastelen Stichting (OKS) spitst zich toe op het ondersteunen van kleinschalige projecten ter behoud van het unieke karakter van monumentale gebouwen en hun landgoederen. Anders dan de naam doet vermoeden beschikt de Overijsselse Kastelen Stichting zelf niet over een Kasteel of Havezathe. Dat neemt niet weg dat het in de toekomst denkbaar is dat een gebouw wordt verworven om het te behoeden voor verval, om na verantwoorde restauratie weer van de hand te worden gedaan (zoals bij Havezathe Herinckhave). Het spreekt voor zich dat deze manier om de doelstelling te verwezenlijken afhankelijk is van de besteedbare middelen, en reeds daarom aankoop en restauratie eerder uitzondering dan regel zal zijn.

In 2011 heeft de Provincie een inventarisatie (door Albers Adviezen en Lantschap) laten uitvoeren naar landgoederen in de provincie. Het onderzoek onderstreept het belang van het bestaan van de Overijsselse Kastelen Stichting, om waar nodig ondersteuning te bieden. Immers: In vergelijking met de rest van Nederland kent deze provincie veel historische landgoederen. Geen wonder dat Overijssel bekend staat als "de tuin van Nederland". Historische landgoederen zijn de oudste landgoederen van voor 1850 en de ontginnings- en fabrikantenlandgoederen van 1850-1960. De grote dichtheid aan landgoederen is te verklaren door de aanwezigheid van oude bestuurscentra, de grote welvaart van de steden Zwolle en Deventer en de ontwikkeling van de textielindustrie in Twente.

Overijssel kent 662 bestaande landgoederen. Tijdens het onderzoek zijn maar liefst 175 verdwenen landgoederen opgespoord. Reden te meer om er in de toekomst voor te zorgen dat monumentale gebouwen met de daarbij behorende landgoederen worden behoed voor verval, ondergang of te voorkomen dat deze te veel aan karakter inboeten. De bestaande landgoederen beslaan samen een oppervlakte van 34.000 ha. Dit is 10% van de oppervlakte van de provincie en 25% van de ecologische hoofdstructuur. Van de Overijsselse bossen ligt 40% op landgoederen en 8% van de landbouw in de provincie heeft plaats op landgoederen. De ondersteuning van de aanvragen worden bekostigd uit het rendement van het bescheiden vermogen van de stichting. De Overijsselse Kastelen Stichting heeft de administratieve ondersteuning ondergebracht bij Het Oversticht."

- Op de site van de Overijsselse Grenspalen Verzamelaars Club OGVC vind je honderden beschrijvingen en afbeeldingen van grenspalen uit de regio.

- "Wat is de waarde van een kerkgebouw, een kloostere, een synagoge of een moskee? Is het alleen maar een merkteken in het landschap? Een afwisseling van het stadsgezicht? Een sta-in-de-weg die alleen maar geld kost? Ieder bedehuis heeft een religieuze waarde voor de gelovigen die daar hun geloof beleven. Daarnaast is er ook een monumentale functie: het bepalen van het beeld, het oproepen van (oude) historie, het markeren van levenswijzen. Hoe belangrijk is het om geschiedenislijnen vast te leggen, zodat mensen daar later op kunnen teruggrijpen of er nú een beter begrip door krijgen. Er is ook een zakelijk aspect. Niet altijd zijn de beheerders of eigenaren in staat het gebouw verantwoord te onderhouden.

Stichting Bedehuizen Overijssel en Flevoland stelt zich ten doel het bevorderen van de belangstelling voor kerken, kloosters, kapellen, synagogen en moskeeën uit alle tijden in deze provincies, evenals - voor zover wenselijk geacht - de instandhouding daarvan. Niet alleen oude kerken vallen hier onder, er is een bewuste keuze gemaakt ook de moderne en nieuwere bedehuizen in het aandachtsgebied op te nemen. Ook de bescherming van bedreigde bedehuizen of inventarisstukken, die kunsthistorische betekenis hebben of cultuurhistorisch van belang zijn, staat hoog in het vaandel. Een van de manieren waarop de stichting haar doel tracht te bereiken is door het publiceren over bedehuizen en hiermee samenhangende onderwerpen in de betreffende provincies. Jaarlijks verschijnen 2 à 3 bulletins. Donateurs ontvangen de nieuwe uitgaven gratis en hebben korting op uitgaven uit voorgaande jaren."

- Site over een aantal begraafplaatsen in Overijssel.

- Buitenplaatsen in Overijssel.

- "Voedselketens van de toekomst maak je met erfgoed. In het voorjaar van 2020 kon iedereen met een plan voor Overijssel in de categorie 'Anders Boeren' meedoen met Erfgoed Sterren. Erfgoed Sterren is een wedstrijd die mensen met plannen waarin erfgoed fungeert als motor voor actuele opgaven de kans geeft om 10.000 euro te winnen. De eerste categorie ‘Anders Boeren’ ging in januari 2020 van start. Maar liefst acht plannen die erfgoed inzetten als motor voor de voedselketens van de toekomst werden ingediend. Van Olst tot Kampen, van Rossum tot Ommerschans. Drie van de acht zijn genomineerd en maken kans op de titel Erfgoed Ster 2020. Het publiek koos eerder een van de genomineerden, namelijk het plan Aanstreeklijk Palthehuis. In mei 2020 heeft de jury alle andere plannen beoordeeld en heeft besloten de volgende plannen ook te nomineren: Op je akkertje (Salland); Ouderwets wordt nieuwerwets (Ommerschans); Aanstreekelijk Palthehuis (publieksnominatie). De drie genomineerde plannen gaan met behulp van de feedback die zij van de jury gekregen hebben aan de slag om de jury ervan te overtuigen dat hun plan het winnende plan moet zijn. De jury bestaat uit Peter Breukink voormalig directeur Stichting Oude Groninger Kerken, Petra van den Hengel van Kennispoort, Henk Baas hoofd afdeling Landschap Rijksdienst Cultureel Erfgoed, Gerrit Baan van het Overijssels Agrarisch Jongeren Kontakt en Bart Buijs van Het Oversticht. Gedeputeerde Roy de Witte zal de prijs op 16 juni 2020 aan de winnaar uitreiken."

Terug naar boven

Jaarlijkse evenementen

- Al sinds 1991 is er op 5 mei jaarlijks het Bevrijdingsfestival Overijssel in Zwolle.

- Aan de eendaagse wielerklassieker Ronde van Overijssel (op een zaterdag begin mei, in 2019 voor de 67e keer) nemen ca. 20 ploegen deel uit ca. 7 verschillende landen. De wedstrijd over ca. 200 km is een zogeheten 1.2 koers op de internationale kalender van de UCI.

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- Gedetailleerde informatie over ontstaan en ontwikkeling van de regionale landschappen in de provincie, vind je in de - via de link online te lezen - studie Ontgonnen Verleden. Historisch-geografische regiobeschrijvingen betreffende de provincie Overijssel (114 pagina's, Ministerie van LNV, 2009).

- "Bij de aanleg en het onderhoud van wegen en kanalen wil de provincie Overijssel natuurinclusiever gaan werken. Dat betekent dat waar mogelijk nog beter rekening wordt gehouden met natuurbelangen. Uitgangspunt is om op de tekentafel de natuur al zoveel mogelijk in de plannen mee te nemen. Bij vijf projecten heeft de provincie hiervoor de mogelijkheden verkend. Een aantal projecten is inmiddels al uitgevoerd. Een van de vijf infraprojecten is de N337 tussen Zwolle en Deventer. Op dit wegtraject neemt de provincie maatregelen om aanrijdingen met reeën te verminderen. Ook wordt het leefgebied van een aantal bijensoorten die in de bermen leven verbeterd. Datzelfde geldt voor het leefgebied van oeverzwaluwen en enkele Overijsselse ‘aandachtsoorten’, zoals amfibieën. Bij de N737 tussen Enschede en Deurningen komen in 2021 voorzieningen voor reeën en verbeteren we bestaande voorzieningen voor dassen. Bij de N734 tussen Oldenzaal en Losser nemen we maatregelen voor zwaluwen, vleermuizen en ringmussen.

Uitgevoerde maatregelen. Bij de wegwerkzaamheden aan de N765 tussen IJsselmuiden en Ramspol zijn al maatregelen genomen. Zo zijn leefgebieden van de otter met elkaar verbonden en bermen natuurvriendelijker ingericht. Ook bij de N334/N375 ter hoogte van Baarlo zijn in 2020 voorzieningen voor otters aangelegd. Veiliger voor mens en dier. Dankzij de maatregelen kunnen dieren zich veiliger van het ene naar het andere natuurgebied verplaatsen; de infrastructuur vormt een minder grote barrière. Populaties kunnen zich zo beter ontwikkelen omdat hun leefgebied groter wordt. Tegelijkertijd komen minder dieren om het leven vanwege een aanrijding. Minder aanrijdingen betekent ook dat het veiliger wordt voor de weggebruiker." (bron: Provincie Overijssel, december 2020)

- "De provincie Overijssel wil de verschraling van de natuur tegengaan, met goede informatie en financiële tegemoetkomingen. Als mensen geïnteresseerd zijn om hun leefomgeving te vergroenen kunnen ze de hulp inroepen van ontwerpateliers. Daarin zitten landschapsarchitecten en ecologen. De provincie heeft een lijst van 114 ‘aandachtsoorten’ gemaakt: planten en dieren die van nature in de provincie voorkomen en die het zwaar hebben. Projecten waarin leefgebied voor deze aandachtsoorten wordt hersteld, krijgen subsidie. Natuur is veelomvattend: van natuurgebied, je eigen tuin, grasvelden tot akkerbouw. En nog zoveel meer!

Het in 2019 gestarte initiatief Natuur voor Elkaar gelooft dat iedereen blij wordt van natuur. Daarom zijn wij de beweging die mens en natuur verbindt. We brengen de Overijsselse natuur dagelijks dichterbij en vertellen je wat JIJ kunt doen. Want iedereen kan een steentje bijdragen aan deze groene beweging! Nieuwsgierig wat jij kunt doen? Natuur voor Elkaar bestaat uit 9 projecten die elk hun steentje bijdragen aan een groener Overijssel. Ben je op zoek naar meer informatie over de projecten? Of zoek je regelingen en initiatieven omtrent groen en natuur, waarbij je kunt aansluiten? Op de site vind je per project de hoogtepunten en belangrijkste informatie. Zo ontdek je ook online wat groen jou kan opleveren! Nieuwsgierig hoe Natuur voor Elkaar ooit begon? Bekijk dan het Koersdocument Natuur voor Elkaar.

Groene schoolpleinen. In het kader van Natuur voor Elkaar willen we onder meer dat binnen vijf jaar alle Overijsselse schoolpleinen een groene metamorfose hebben gekregen. Groene schoolpleinen hebben allerlei voordelen. Zo draagt het bij aan de cognitieve, motorische en sociale ontwikkeling van kinderen. Onderzoek wijst uit dat op een groen schoolplein minder conflicten zijn. Daarnaast hechten we belang aan een gevarieerde natuur met voldoende soorten planten en dieren. Niet alleen omdat we een verantwoordelijkheid voelen om de biodiversiteit op peil te houden, maar ook omdat deze belangrijk is voor onze voedselvoorziening. 150 pleinen. Het uitrollen van het plan om alle schoolpleinen groener te maken gaat niet van de een op de andere dag. Toch schieten we een aardig eind op. In de afgelopen periode hebben al 100 pleinen een groen uiterlijk gekregen. Het komende jaar verwachten we dat daar nog 150 pleinen bijkomen. Daarvoor is een subsidie van 10.000 euro per school beschikbaar. Speciale aandacht hebben we in de komende periode voor schoolpleinen in sociale aandachtswijken.

Gezondheid. Er komt vanaf 2020 ook ruimere aandacht voor gezondheid. Omdat een groene omgeving een positief effect heeft op de gezondheid van mensen willen we bijvoorbeeld zorginstellingen helpen met het groener maken van hun omgeving. Ook willen we meer jongeren betrekken bij onze projecten. Natuur voor Elkaar wil verder nauwer samenwerken met gemeenten. Het liefst heeft straks elke gemeente een eigen ‘Natuur voor Elkaar-plan’. Verder willen we projectonwikkelaars, architecten en woningcorporaties helpen en inspireren om natuur nadrukkelijker een rol te laten spelen bij hun bouwontwerpen. 15 projecten. Onder de groene paraplu van Natuur voor Elkaar vallen inmiddels zo’n 15 projecten. Kijk op Natuurvoorelkaar.nl voor een actueel overzicht. Samenwerkende partners zijn: Landschap Overijssel, de provinciale Natuur en Milieu, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, LTO Noord, Het Oversticht, de provinciale IVN, OPG, VNO-NCW, VHG (Vereniging Hoveniers en Groenvoorzieners), Bouwend Nederland, Waterschap Vechtstromen, Vlinderstichting, Soorten NL, de provinciale VNG, Gemeente Zwolle, Collectief midden Overijssel en de Provincie." (bron: Provincie, juli 2020)

- "In onze provincie komen veel planten, dieren en leefgebieden (habitats) voor. Maar hoe staat het daar nu mee? Op verzoek van Provinciale Staten hebben wij, Gedeputeerde Staten, een eerste, beperkt, overzicht gemaakt van de staat van de biodiversiteit in Overijssel (april 2019). Wij hebben het dan over de verscheidenheid aan dieren, planten en habitats in onze provincie. Hiermee geven wij inzicht in de vraag hoe het er voor staat met de natuur in onze provincie. En hoe staat het daarmee? Voor bepaalde soorten zien we herstel, maar voor andere soorten nog niet.

Met ons beleid voor het Natuurnetwerk Nederland (NNN) in Overijssel, Natura 2000-gebieden, agrarisch natuurbeheer en aanvullende maatregelen uit het programma 'Natuur voor elkaar' versterken wij de biodiversiteit in de provincie. Niet overal herstellen de soorten zich. Wij benoemen op diverse plaatsen in deze rapportage de oorzaak van de achteruitgang van de biodiversiteit die met name in het agrarisch cultuurlandschap zichtbaar is. De oorzaken hebben meestal betrekking op vermesting, verzuring, verdroging en versnippering. De intensivering van het (agrarisch) landgebruik speelt een belangrijke rol. Deze oorzaken zijn nog niet structureel opgelost, maar er zijn al wel stappen gezet om de kwaliteit van onder andere water en lucht te verbeteren. Er zijn nog veel verschillen tussen de soorten. Bij de een is de achteruitgang nog niet gestopt (weidevogels) en de ander begint te herstellen (otter). Structureel herstel vraagt veel tijd en een lange adem.

In deze rapportage maken wij onder meer gebruik van indicatoren (maatstaf voor de biodiversiteit) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarmee kunnen we de stand van de biodiversiteit tussen de verschillende soortgroepen en leefgebieden in Nederland vergelijken. Het is nog wel nodig deze indicatoren verder te ontwikkelen en aan te vullen, want ze leveren niet in alle gevallen een volledig beeld. Daar werken we de komende jaren nog aan. Diverse provincies hebben deze indicatoren al gebruikt in hun rapportage over de biodiversiteit.

Overijssel kent een grote afwisseling in landschappen. Variatie in landschappen betekent ook een variatie in soorten. Dat maakt de provincie uniek. Het gaat hierbij onder meer om het grootste laagveenmoeras in Europa, de Wieden en de Weerribben in het noordwesten, en de stuwwallen van de Sallandse Heuvelrug en Oldenzaal in Twente. Er is sprake van grote meren en plassen, heide, stuifzanden, bossen en beken. De provincie wordt doorsneden door grote en kleine wateren: IJssel, Zwarte Water, Vecht, Reest, Regge, en Dinkel, elk met hun eigen kenmerken. In de provincie liggen ook belangrijke hoogveengebieden met kenmerkende planten en dieren. Het gaat hier om Haaksbergerveen, Aamsveen, Witte Veen, Engbertsdijksvenen en Wierdenseveld. Ook komen in onze provincie een groot deel van de zeldzame en soortenrijke blauwgraslanden voor. De totale oppervlakte van het Natuurnetwerk in de provincie bedraagt ca. 62.500 hectare." (aldus de inleiding van het hierboven gelinkte rapport)

- Sinds eind april 2019 ligt er een breed gedragen plan dat de toekomst van natuur en landbouw in de provincie moet veiligstellen. Het pamflet 'De tijd is rijp en groen. Deltaplan biodiversiteitsherstel Overijssel' vormt een routekaart voor een gestaag herstel van biodiversiteit. Het plan is opgesteld door boeren, wetenschappers, particuliere grondeigenaren en natuur- en milieuorganisaties. De Overijsselse politiek is gevraagd dit plan te betrekken in het coalitieakkoord. In het pamflet wordt uiteengezet wat ervoor nodig is om de productie van goed en veilig voedsel in balans te brengen met de zorg voor het landschap, biodiversiteit en vruchtbare bodems. 'Dit is ons toekomstbeeld van de landbouw in de provincie. Bij deze manier van produceren horen faire vergoedingen en passende wet- en regelgeving', stellen de 14 partners die het pamflet samen hebben geschreven.

Aan Provinciale Staten wordt gevraagd om te investeren via 2 stromen, te weten het het 'Lab Natuurinclusieve landbouw' en de 'stimuleringsregeling biodiversiteitsherstel Overijssel'. In het Lab Natuurinclusieve landbouw wordt gezocht naar ecologische en economische verdienmodellen voor boeren. De stimuleringsregeling biodiversiteitsherstel moet gestalte krijgen in een vrijwillige, 6 jaar durende regeling, waarbij boeren een deel van hun grond omzetten in landbouwgrond met natuur, waarvoor zij een vergoeding ontvangen. De regeling betekent publieke betaling voor groene maatschappelijke diensten naast betaling uit de markt. In het plan wordt uitgegaan van een fundamentele ombuiging van het huidige landbouwsysteem. Dat vergt een langdurig proces waarbij een financiële impuls van 6 miljoen euro per jaar wordt gevraagd, voor de komende 6 jaar. (bron: LTO Noord, 26-4-2019)

- De provincie wil samen met overheden, organisaties, burgers en ondernemers werken aan meer bruikbaar groen in steden en dorpen. In dit kader laat de provincie een Omgevingsscan Groene Steden en Dorpen uitvoeren. Deze scan geeft een overzicht van vergroeningsprojecten die in de provincie lopen of op stapel staan. Daarnaast biedt ze handvatten om het proces naar meer bruikbaar groen in steden en dorpen te versnellen. De Omgevingsscan bestaat uit gesprekken met alle gemeenten in de provincie, projectbezoeken en diepte-interviews met betrokken personen en partijen. Het resultaat is een breed toegankelijke publicatie die inzicht biedt in de Overijselse vergroeningspraktijk en lessen en ervaringen van initiatiefnemers en overheden deelt. Gekoppeld aan de uitkomsten van de Omgevingsscan organiseert RUIMTEVOLK een intervisiesessie voor Overijselse gemeenten. RUIMTEVOLK voert deze Omgevingsscan uit in opdracht van de Provincie en in samenwerking met Natuur & Milieu Overijssel (NMO). (bron: RUIMTEVOLK, september 2018)

- Natuurgebieden in Overijssel van Natuurmonumenten.

- In het Natuurbeheerplan Overijssel 2019 staat waar de provincie welke natuur wil stimuleren. Er wordt gewerkt met doelen per leefgebied. De leefgebieden zijn begrensd op basis van het voorkomen van diersoorten van provinciaal belang of voorkomend in de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, en waarbij het agrarisch natuurbeheer kan bijdragen aan de instandhouding van deze diersoorten. Het natuurbeheerplan bevat criteria hoe deze doelen door de collectieven moeten worden gerealiseerd.

- Het Overijssels Particulier Grondbezit (OPG) verenigt de particuliere eigenaren van het buitengebied in deze provincie en stimuleert een duurzame en rendabele exploitatie. Het gaat om eigenaren van landbouwgronden, bossen en natuur, vaak in een rijke schakering: een verweven landschap met een hoge biodiversiteit, gepositioneerd tussen de grootschalige landbouw en de grootschalige 'wilde' natuur. De ruim 260 leden van OPG zijn gezamenlijk eigenaar van 37.000 ha. bos-, natuur- en landbouwgrond. Dat is meer dan 10 procent van de oppervlakte van de provincie.

- Landschap Overijssel beschermt, beheert en ontwikkelt natuur en landschap met kwaliteit voor mens, plant en dier zodat het er goed leven is. Daarnaast organiseren zij allerlei activiteiten om het landschap te beleven. Het is een organisatie met deskundige beroepskrachten en vrijwilligers, die zich met hart en ziel inzetten voor het landschap in de provincie. Wat doen ze zoal concreet?: ze beheren en ontwikkelen het streekeigen landschap in de provincie. Ze onderhouden en herstellen bijvoorbeeld landschapselementen, zoals houtwallen, poelen en boomgaarden; ze delen hun kennis met iedereen die zich betrokken voelt bij het landschap. In hun kennisbank leer je bijvoorbeeld hoe je een fruitboom snoeit; ze beheren en ontwikkelen natuur. Dat doen ze in de eigen natuurterreinen.

Ze maken zich ook hard voor biodiversiteit in de groenblauwe dooradering van het landschap; ze stimuleren natuur op de plekken waar kansen liggen. Gronden die wachten op hun definitieve ontwikkeling bieden mooie kansen voor tijdelijke natuur. Pioniersoorten ontwikkelen zich bijvoorbeeld voorspoedig op Bedrijventerrein Eeserwold bij Steenwijk; ze organiseren excursies, activiteitendagen en tentoonstellingen om mensen de waarde van natuur en landschap te laten beleven. Ze willen mensen er daarmee bewust van laten worden hoe natuur en landschap ontstaan en zich ontwikkelen; ze organiseren praktische cursussen. Bijvoorbeeld over hoe je op je eigen erf een hoogstamboomgaard aanlegt of onderhoudt, zoals de cursus hoogstamfruit snoeien. Anno 2021 heeft Landschap Overijssel bijna 5.700 hectare natuur in eigendom. Eigendommen die niet bijdragen aan dit robuuste en aaneengesloten netwerk van natuur verkoopt de organisatie. Met de opbrengsten hiervan kan weer nieuwe natuurgrond worden aangeschaft. In dat kader hebben ze in 2020 37 hectare grond aangekocht en 11 hectare grond verkocht.

- IVN Overijssel is uitvoerder van landelijke campagnes als Gezonde Schoolpleinen, Groen Dichterbij, Groene Loper en Woordvoerders voor de Natuur. Het IVN is verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van communicatie- en educatie-activiteiten in de Overijsselse Nationale Parken Weerribben-Wieden en Sallandse Heuvelrug en werkt samen met Natuur en Milieu Overijssel (NMO). NMO ondersteunt de lokale IVN afdelingen. Op de site vind je o.a. welke (ca. 15) lokale en regionale IVN-afdelingen er zijn in de provincie.

- In 2018 is in de provincie het project 'stimulering bosomvorming bij eigenaren van kleine percelen' opgestart. In dat jaar zijn bij 24 boseigenaren kleine naaldbospercelen omgevormd naar loofbos. Het gaat om in totaal 24 ha grond, waarop ca. 60.000 loofbomen zijn aangeplant. Het doel van het project is meer grondwater in het gebied vasthouden, de natuurwaarden verbeteren en de zoetwatervoorziening in Oost-Nederland in de toekomst verzekeren. Daarbij levert loofbos een vergrote grondwateraanvulling tot 150 à 200 millimeter per jaar door geringere verdamping. Juist in droge periodes is dat zeer waardevol. Het stimuleren van meer loofbos is een proefproject van Landschap Overijssel, Provincie Overijssel, Vitens, de waterschappen Vechtstromen en Drents Overijsselse Delta, in samenwerking met Bosgroep Noordoost Nederland en het Overijssels Particulier Grondbezit (OPG). (bron: Waterschap Vechtstromen, 22-2-2018)

- De zogeheten 'Rood voor Rood regeling' in de provincie heeft veel effect. Het instrument draagt bij aan de sloop van een derde van de leegstaande agrarische bebouwing in de provincie. Per nieuw gebouwde woning via Rood voor Rood is ongeveer 1000 m2 aan stallen gesloopt. Dit blijkt uit onderzoek van de provincie en Bureau Feddes - Olthof Landschapsarchitecten. Met Rood voor Rood kunnen particulieren en ondernemers oude stallen laten verwijderen in ruil voor een bouwrecht voor een woning. Het instrument heeft in de huidige praktijk twee belangrijke doelen; het bevordert de sloop van leegstaande landschapontsierende bebouwing - vaak verouderde leegstaande stallen - en het verbetert de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied van Overijssel.

"Het onderzoek toont aan dat Rood voor Rood een breder bereik heeft dan alleen slopen. Het draagt ook bij aan de sanering van asbestdaken, investeringen in duurzame energie, aan economische en sociale verandering in de groene omgeving. Wel kunnen de mogelijkheden uit ons beleid voor kwaliteitstoevoegingen beter worden benut. Wat dat betreft mag de Rood voor Rood regeling ook vragen om meer ondernemerschap van de initiatiefnemer. En van ons overheden aandacht voor begeleiding bij de uitvoering", aldus gedeputeerde Monique van Haaf bij de presentatie van het rapport in mei 2018. De provincie werkt samen met gemeenten aan een handreiking voor initiatiefnemers. Voor nadere informatie zie het rapport 'Rood voor Rood Impuls voor de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied'. (bron: Provincie Overijssel, 9-5-2018)

- "Door het ontstaan van nieuwe natuur nemen orchideeën in Overijssel toe. Verschillende soorten orchideeën zijn sinds een dip in de jaren tachtig bezig met herstel en hun aantal neemt toe. In de nieuwe natuur zijn in totaal 10 soorten orchideeën gevonden. Vooral nieuwe natuur in de vorm van heide, hooilanden en moeras zijn kansrijk voor orchideeën. Van de 36 soorten orchideeën die in Nederland voorkomen groeien er 16 in deze provincie. Orchideeën worden steeds vaker gezien in nieuwe natuur. Nieuwe natuur ontstaat doordat landbouwgebieden zijn omgevormd tot natuurgebieden. Door bemesting, ontwatering en te vroeg maaien groeit de plant niet meer op boerenland, maar wordt wel vaker gevonden in wateropvanggebieden en langs infrastructuur zoals de snelweg A1. Veel wilde orchideeën in Nederland mogen niet worden geplukt; de soorten zijn wettelijk beschermd binnen de Wet Natuurbescherming.

Orchideeën die het meest voorkomen in nieuwe natuur zijn de Rietorchis, de gevlekte Rietorchis en de gevlekte Orchis. De afgelopen jaren zijn twee soorten orchideeën voor het eerst waargenomen in Overijssel: de Bijenorchis en Harlekijnorchis. De Bijenorchis is voor het eerst gezien bij De Lutte. Deze soort heeft zich de afgelopen 15 jaar van het zuiden naar noorden van ons land verplaatst, wat samen lijkt te hangen met de klimaatverandering. De Harlekijnorchis heeft zich gevestigd in een hooiland bij Steenwijk." (bron: Provincie, mei 2019)

- "In het voorjaar van 2020 is Provincie Overijssel gestart met de pilot 'Slim bermbeheer'. Doel van de pilot is om software te ontwikkelen die de chauffeur op de maaimachine helpt om gefaseerd te maaien. Daarnaast scant de provincie met behulp van een camera op de maaimachine bermen op zwerfafval en (invasieve) plantensoorten zoals de Japanse duizendknoop. Dit levert schoner maaisel op dat hoogwaardig kan worden hergebruikt. Ecologisch bermbeheer. De
Provincie maait haar bermen waar mogelijk al decennialang ecologisch. Hier wordt mee bedoeld dat er pas wordt gemaaid nadat planten hun zaden hebben laten vallen. Ook wordt het maaisel afgevoerd, zodat de bodem verschraalt en er meer verschillende planten de kans krijgen om te kiemen. Dit bevordert de verscheidenheid aan planten in de berm.

Gefaseerd bermbeheer. Een plus op het ecologisch bermbeheer is gefaseerd maaien. Hierbij laat je een deel van het bermgras staan voor de volgende maaibeurt. Insecten profiteren ervan als je per maaibeurt circa twintig procent van het gras laat staan. Bij het reguliere maaibeleid wordt alles in één keer weggemaaid. Hiermee is voor insecten plotsklaps al hun voedsel en beschutting verdwenen. Ook nakomelingen die in eitjes of poppen aan stengels zitten, gaan verloren. Door het deels laten staan van het bermgras nemen de overlevings- en voortplantingskansen voor insecten aanzienlijk toe. Camerabeelden. Door slimme algoritmes los te laten op camerabeelden die vanaf de maaimachine gemaakt worden, kunnen vuil en ongewenste plantensoorten herkend worden. Deze informatie kan toegepast worden in het beheer om bermen schoon te maken en ongewenste soorten terug te dringen.

Hergebruik bermgras. Daarnaast wil de provincie stimuleren dat bermgras als grondstof wordt ingezet. Als grondstof voor biogranulaat bijvoorbeeld, dat gebruikt wordt om biobased producten van te maken. Of het gebruik van geperst gras (grassap) als groen alternatief voor strooizout. Ook het maken van papier of het gebruik als bodemverbeteraar voor de agrarische sector zijn opties. Deze mogelijkheden passen binnen het streven naar een circulaire economie in 2050. Overijssel hoopt met de uitkomsten van deze innovatieve pilot de kwaliteit van het maaisel naar een hoger niveau te tillen. Op die manier kan het gras in plaats van een restproduct een waardevol product worden.

Samenwerking. De software wordt ontwikkeld door het Enschedese bedrijf Datacadabra dat gespecialiseerd is in technische ontwikkelingen op het gebied van data en kunstmatige intelligentie. Zij werken samen met het grond-, weg- en waterbouwbedrijf Jelle Bijlsma uit het Friese Gytsjerk. Als de pilot met positief resultaat afgerond wordt aan het einde van dit jaar, start Overijssel met het gefaseerd maaien van een deel van haar provinciale bermen. Gemeentelijke bermen. Ook wil de provincie haar gemeenten stimuleren om hun bermen en waterkanten gefaseerd te gaan maaien. Op dit moment is de provincie bezig om te onderzoeken hoe ze gemeenten kan ondersteunen in de overgang van regulier naar gefaseerd maaibeheer. Na afloop van de pilot komt de slimme bermmaai-oplossing als product op de markt onder de naam MowHawk, zodat andere bermbeheerders hier ook profijt van hebben. (bron: Provincie, 6-5-2020)

- "De Provincie heeft een actieplan opgesteld om de komende jaren 1.1 miljoen extra bomen te kunnen planten. Voor elke inwoner 1 boom! Samen met Matthijs Nijboer, directeur Natuur & Milieu Overijssel (NMO), heeft gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher van de provincie op 18 mei 2020 de starthandeling verricht voor het lanceren van het platform Iedereeneenboom.nl. Mede namens de andere partners uit natuur voor Elkaar zoals Landschap Overijssel en Overijssels Particulier Grondbezit roepen de twee voortouwnemers NMO en de provincie iedereen op om mee te helpen bij het planten van 1.1 miljoen bomen in de provincie. Naast de actuele teller (die medio mei 2020 al ruim 15.000 bomen staat) vind je op Iedereeneenboom.nl een overzicht van wat er allemaal gebeurt in de verschillende buurten en regio’s. Helpen kan door zelf een boom te planten en deze aan te melden op de website. Maar grond beschikbaar stellen, een projectidee delen of voor cofinanciering zorgen behoort ook tot de mogelijkheden.

De Provincie stelt zelf ook grond beschikbaar om bij te dragen aan de 1.1 miljoen bomen: namelijk 44 hectare, een kleine 80 voetbalvelden. Gert Harm ten Bolscher: 'Natuur is overal in onze provincie te vinden en niet alleen in de beschermde natuurgebieden, maar juist ook in onze directe woonomgeving. Je eigen tuin, het park of de boomgaard waar je vaak langs komt. Wij willen de natuur dichter bij onze inwoners brengen en hun initiatieven steunen! Bomen maken onze wereld mooier. Ze zijn het thuis voor vele vogels, insecten en andere kleine dieren. En bovendien zorgen ze voor schone lucht, schaduw en droge(re) voeten na een flinke regenbui.’ Matthijs Nijboer vult aan: ‘En heb je afgelopen tijd een nieuwe boom geplant? Meld hem aan, dan telt-ie mee met de 1.1 miljoen! Zo verhuist Overijssel #inhetbos!’. Natuur voor Elkaar: natuur dichterbij. Iedereen een boom is een project van Natuur voor Elkaar: samen met vele partners brengen we natuur dichter bij inwoners en werken we aan het Beleven, Benutten en Beschermen van ons groen." (bron: Provincie, mei 2020)

- "In 2011 was het laatste broedgeval van grauwe kiekendieven in Overijssel. In 2020, bijna tien jaar later, heeft er weer een paartje succesvol gebroed, nabij Ootmarsum. De grauwe kiekendieven kozen daar voor een perceel extensief grasland in natuurgebied Ottenshagen van Natuurmonumenten, een gebied speciaal ingericht voor broedende weidevogels. De jongen waren twee vrouwtjes en een mannetje die alle drie goed op gewicht waren en zich in alle opzichten goed ontwikkelden. Op 16 augustus 2020 zijn de drie jonge grauwe kiekendieven voor het laatst in Ottershagen waargenomen. Ze zullen daarna zijn begonnen aan hun lange reis naar het overwinteringsgebied in de Sahel in Afrika. Of de kiekendieven in 2021 weer zullen terugkeren is nog maar de vraag. In het verleden is gebleken dat dit zeker niet vanzelfsprekend is. Met hoopvolle verwachting wordt uitgekeken naar het volgende broedseizoen."

- "De twee Overijsselse Nationale Parken Weerribben-Wieden en Sallandse Heuvelrug hebben plannen gemaakt om nog aantrekkelijker te worden. Het provinciebestuur ondersteunt de plannen en vraagt Provinciale Staten mee te betalen aan de uitvoering. Met de steun krijgen de parken meer mogelijkheden om fysiek te groeien en ontstaat meer ruimte voor toerisme, educatie en leefbaarheid. Ook worden een aantal provinciale doelen makkelijker gehaald, zoals de aanpak van droogte. De Nationale Parken Weerribben-Wieden in de Kop van Overijssel en de Sallandse Heuvelrug in het midden van de provincie verschillen erg van elkaar. Zo bestaat het gebied van de Weerribben-Wieden (10.000 ha) vrijwel geheel uit veenweidegebied en valt het binnen de grenzen van één gemeente (Steenwijkerland). Het is uniek omdat het gezien wordt als het grootste aaneengesloten laagveenmoeras van Noordwest-Europa. De Sallandse Heuvelrug kenmerkt zich vooral door een glooiend heidelandschap. Zes gemeenten werken er samen. De parkorganisatie heeft de ambitie om het grootste aaneengesloten droge heidegebied van Noordwest-Europa te worden (60.000 ha). De naam van het park wordt dan aangepast naar Sallandse Heuvelrug & Twentse Reggedal.

Tuin van Nederland. "Overijssel noemt zichzelf nog wel eens ‘de tuin van Nederland’. In die tuin passen deze twee bijzondere parken uitstekend. Twee parken die straks nog mooier en groter zijn en helpen om meer toeristen naar onze provincie te trekken", aldus een enthousiaste gedeputeerde Roy de Witte. Hij is vooral ook blij dat de plannen bijdragen aan het beter spreiden van toeristen. "Dat speelt rondom Giethoorn, maar ook bij de Sallandse Heuvelrug. Daar krijgen met name omliggende dorpen een belangrijke functie, zodat bezoekers niet alleen kunnen genieten van de bijzondere natuur, maar ook van de cultuur, activiteiten en voorzieningen daarbuiten."

Duurzame landbouw. Ook Gert Harm ten Bolscher is te spreken over de voorliggende plannen. “De biodiversiteit neemt straks verder toe in de natuurgebieden en tegelijkertijd worden ook duurzame vormen van landbouw gestimuleerd. Dat zijn uitdagingen waar we als provincie ook volop mee bezig zijn.” In Salland ziet de gedeputeerde dat de plannen voor een ondergrondse en bovengrondse (drink)waterwinning helpen om de droogte en het drinkwatertekort in dat deel van Overijssel te verminderen.

Samen aan de slag. Aan Provinciale Staten wordt gevraagd om het gereserveerde bedrag van één miljoen euro, uit het coalitieakkoord, beschikbaar te stellen voor de plannen. Wanneer een positief besluit volgt, is de kans groot dat ook een subsidie van het Rijk volgt. De parkorganisaties kunnen dan in de gebieden aan de slag. In de parkorganisaties participeren ook gemeenten en natuurorganisaties, en economische belangenorganisaties. Ook zij betalen mee aan de plannen." (bron: Provincie, september 2020)

- "Het gaat slecht met de bijen in Nederland. In onze provincie is dat, helaas, niet anders. In de overtuiging het tij te keren, is daarom Bijenbeweging Overijssel opgezet. De Bijenbeweging zet zich in om onze provincie weer een plek te maken waar het goed toeven is voor de bij. Hoe? Door bijenplekken te creëren! In Nederland zijn er ruim 350 verschillende soorten wilde bijen, en daarvan staat 56 procent op de Rode Lijst. Dat dit een groot probleem is staat buiten kijf, en dat we daar iets aan moeten doen natuurlijk ook. Maar waarom gaat het zo slecht met de bij? Ecoloog Michiel Poolman van Landschap Overijssel (partner in de Bijenweging) legt uit: “Nederland kende ooit een mooi natuurlijk landschap met mooie bloemrijke hooilandjes waar veel insecten en vogels in voorkwamen. Maar het landschap is veranderd: veel grond in Nederland heeft een bestemming en is zo optimaal mogelijk ingericht.” Optimaal, voor de mens dan. Niet voor de bij! Want geen bloemrijke hooilandjes, betekent geen nectar en stuifmeel voor de bij...

Bloemrijke stukjes. De oplossing lijkt voor de hand te liggen: “Gewoon, een ouderwets bloemrijk stukje aanleggen!”, aldus Poolman. De Bijenbeweging roept daarom iedereen op tot de aanleg van deze bloemrijke stukjes, zogeheten bijenplekken. Dat kan in particuliere tuinen of op natuurterreinen, landgoederen en gemeentelijke gronden; eigenlijk overal waar voldoende ruimte is. Poolman: “Elke stad of dorp heeft wel terreinen die braak liggen, en waar niks mee gebeurt. Daar kun je ontzettend veel mee voor bijen!” Inwoners die graag een bijenplek zouden willen aanleggen en onderhouden op hun terrein in Overijssel kunnen een beroep doen op de Bijenbeweging. Zij stellen geld én expertise ter beschikking om de plannen te kunnen uitvoeren, mits voldaan wordt aan de voorwaarden. Zo moet er in het plan bijvoorbeeld aandacht zijn voor inzaaien en aanplant van bijvriendelijke, inheemse bomen en struiken en het creëren van nestgelegenheden voor de bijen.

Van heideterrein tot golfbaan. Overijssel maakt al volop gebruik van de middelen van de Bijenbeweging: Anno 2020 zijn er al 18 bijenplekken in de provincie aangelegd. De bijenplek van de familie Eppink bijvoorbeeld: zij toverden hun erf langs de Dinkel om in een waar bijenparadijs. “Een deel voeren we zelf uit en een deel kunnen we laten doen dankzij de financiële bijdrage van de Bijenbeweging. We kijken uit naar het uiteindelijke resultaat en hopen veel bijen, andere insecten en diersoorten te verwelkomen”, vertelt Mariël Eppink. Er staan nog 11 bijenplekken voor dit jaar op de planning, vertelt Poolman: “Er zit zelfs een bijenplek op een golfbaan in Zwolle in de pijplijn!” Zo zie je maar: een bijenplek kan overal!

Voorbereiding, onderhoud én de juiste planten. Iedereen met een stuk grond kan dus aan de slag met de aanleg van een bijenplek. Alleen dat is niet een kwestie van een 'carnavalsmengsel' bij het tuincentrum kopen, en dat op het erf strooien. De aanleg van een idylle vergt voorbereiding, onderhoud én de juiste zadenmix. Poolman legt uit: “In de evolutie hebben bijen zich gespecialiseerd op plantensoorten die in dat gebied voorkomen. Sterker nog: veel bijen(families) specialiseren zich zelfs in één specifieke plantensoort of familie. Daarom is de plantkeuze in de bijenplek ontzettend belangrijk!”. Net als het creëren van nestgelegenheid trouwens: zo voelt een metselbij zich thuis in een bijenhotel en graaft een zandbij een nest in een lekker zanderig rommelhoekje.

Wat kun je zelf doen? Inwoners van Overijssel met een stadstuin of alleen een balkonnetje kunnen weliswaar geen bijenplek aanleggen, maar toch kunnen ze echt wel wat voor de bijen betekenen. Door de tuin of het balkon op te fleuren met planten die goed zijn voor bijen bijvoorbeeld! Poolman voegt toe: “Het liefst koop je deze planten bij lokale kwekerijen die hun planten niet met gif bespuiten. Dan doe je de bij een grote gunst!”

De Bijenbeweging. De Bijenbeweging is een samenwerking van de Provincie, Natuur en Milieu Overijssel, Landschap Overijssel, EIS Kenniscentrum Insecten, LTO Noord en Imkervereniging Nederland. De Bijenbeweging is ingesteld om de leefomstandigheden van bijen te verbeteren. Ze stimuleert nieuwe initiatieven, ondersteunt bestaande bijen-initiatieven en verbindt initiatiefnemers met elkaar. De eerste driejarige termijn van de Bijenbeweging zit er inmiddels bijna op, en er worden mooie plannen gemaakt voor een vervolg. Meer weten over de Bijenbeweging? Kijk op de website of word lid van de Facebookgroep om op de hoogte te blijven van alle actualiteiten." (bron: Natuur en Milieu Overijssel, oktober 2020)

- "Waterschap Drents Overijsselse Delta maait haar dijken vanaf 2019 'bijvriendelijk', door ze gefaseerd te maaien. Concreet betekent dit dat we een aantal gedeelten van de waterkeringen op een ander tijdstip maaien dan voorheen. Doel is dat hierdoor gedurende het groeiseizoen altijd bloemen voor insecten (bijen) aanwezig zijn en we hiermee een bijdrage leveren aan de biodiversiteit. We passen het ‘bio-maaien’ toe op de volgende dijken, allemaal in Overijssel: tussen Deventer en Den Nul, de Langenholterdijk bij Zwolle, nabij Zalk, de Vechtdijk bij de Zwolse woonwijk Berkum en de nieuwe dijken van het Reevediep bij Kampen. Dit zijn allemaal dijken die we zelf in onderhoud hebben.

De betreffende dijken zijn opgedeeld in vakken van ongeveer 300 meter lang. Dit heeft onder andere te maken met grondbijen. Deze zoeken globaal hun voedsel in een straal van 150 meter van hun nestplaats in de grond. Elke keer wordt een vak van 300 meter gemaaid, waarna het volgende vak blijft staan tot de volgende maaironde. De te hanteren maairondes vinden plaats in de maand mei en in de periode tussen 15 juni en 15 juli. De vakken die als eerste zijn gemaaid, bieden in juni en in een gedeelte van de zomer weer voldoende bloemen voor de insecten. De vakken die in de tweede maaironde worden gemaaid, bieden in de rest van de zomer weer voldoende bloemen. Naast het profijt voor de bijen en de biodiversiteit kunnen ook recreanten op en langs de dijken genieten van een bloemrijke dijk. De laatste maaibeurt in september is voor alle dijken weer gelijk. We hebben verschillende afspraken en intentieverklaringen ondertekend die bijdragen aan het vergroten van de biodiversiteit. Voor alle intenties geldt dat het niet tot significant extra kosten mag leiden. In najaar 2019 besluit het bestuur of dat zo blijft of dat het meer wil bijdragen aan het verbeteren, herstellen en in stand houden van de biodiversiteit." (bron: Waterschap Drents Overijsselse Delta, mei 2019)

Terug naar boven

Agrarisch

Stoppende agrariërs
"Provincie Overijssel heeft door Wageningen Environmental Research onderzoek laten doen naar het aantal agrarische bedrijven in de provincie dat stopt. Het aantal agrarische bedrijven neemt, vooral door het gebrek aan opvolging, jaarlijks met ongeveer 2% af. Tussen 2012 en 2018 zijn in de provincie 1600 bedrijven gestopt. De afname was nog groter, omdat er tussen 2015 en 2016 relatief veel kleine agrarische bedrijven zijn gestopt. De definitie is toen aangescherpt en alleen “actieve landbouwbedrijven” zijn in de tellingen meegenomen. Bijna 30% van de in 2018 aanwezige agrarische bedrijven wordt gerund door een persoon ouder dan 55 jaar zonder opvolger. Zij zullen waarschijnlijk tussen 2018 en 2030 stoppen. Dan blijven er in 2030 nog ongeveer 4.850 van de in 2018 aanwezige 6.800 agrarische bedrijven over. Eerdere prognoses gingen nog uit van 6.000 bedrijven in 2030.

Ruim de helft van vrijkomende bebouwing blijft leeg. Wageningen Environmental Research heeft het gebruik van de vrijgekomen agrarisch vastgoed in Overijssel tot 2018 onderzocht. Samen met te verwachten bedrijfsbeëindiging heeft zij prognoses voor leegstand in de periode 2018-2030 gegeven. In de periode 2012-2018 is in totaal 2,12 miljoen m2 agrarisch vastgoed vrijgekomen. De meeste vrijkomende bebouwing dateert uit de periode 1965-1993. De schatting is dat meer dan de helft van de vrijgekomen oppervlakte aan agrarisch vastgoed niet of zeer beperkt hergebruikt gaat worden of leeg komt te staan. Dat geldt ook voor de prognose voor de periode 2019-2030. Van de totale oppervlakte van 3,17 miljoen m2 aan vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen blijft ruim 1,6 miljoen m2 naar verwachting leeg staan. Het aandeel van het vrij te komen agrarisch vastgoed, en daarmee de potentiële leegstand, verschilt erg per gemeente. Gemeenten waar volgens verwachting tot 2030 meer dan 200.000 m2 aan agrarische bebouwing vrijkomt zijn Dalfsen, Hardenberg, Raalte, Dinkelland en Hof van Twente.

Consequenties en kansen leegstand. Overijssel werkt met de 'kwaliteitsimpuls groene omgeving' om nieuwe functies in vrijkomende gebouwen te stimuleren. Sloop van leegstaande gebouwen in ruil voor een bouwkavel voor een woning (Rood voor Rood) biedt mogelijk een afdoende oplossing om de leegstand te beperken en tegelijkertijd kansen voor woningbouw te creëren. Maar in de gemeenten waar zich de hotspots van vrijkomend agrarisch vastgoed bevinden, is meer nodig. Samen met deze gemeenten kijken wij naar een goede aanpak om de te verwachten leegstand en de gevolgen hiervan (ondermijning en verloedering) tegen te gaan. Verder worden de prognoses van agrarische bedrijven die stoppen tot 2030 meegenomen in het beleid van de Provincie op het gebied van natuur en landbouw." (bron: Provincie, 28-4-2020)

Terug naar boven

Overnachten

- Boek hier je B&B e.d. in de provincie Overijssel, met laagsteprijsgarantie!

Terug naar boven

Beeld

- Atlas van Overijssel.

- Mooi Overijssel is hét online videoplatform voor historisch en nieuw beeldmateriaal van deze provincie. De website en apps zijn gevuld met mooi materiaal uit de archieven van RTV Oost, actuele videoreportages, video's van YouTube en Vimeo en ingestuurde video's.

- © van de eerste kaart op deze pagina: Provincie Overijssel, van de tweede kaart: Wikipedia.

Terug naar boven

Literatuur

- Nieuwe en/of tweedehands boeken over Overijssel (online te bestellen).

Terug naar boven

Links

- Provincie: - Officiële site van de Provincie Overijssel.

- Kleine kernen: - Ruim 130 plaatselijke belangenorganisaties, dorpshuisbesturen en lokale initiatiefgroepen hebben zich verenigd in de Overijsselse Vereniging van Kleine Kernen (OVKK). Samen met haar leden werkt de OVKK aan een duurzaam en leefbaar platteland. Dit doen ze door bewoners te stimuleren om zich in te zetten voor de leefbaarheid van hun dorp. De OVKK faciliteert betrokkenheid en participatie van bewoners bij activiteiten voor de leefbaarheid. Via uitwisseling van kennis en informatie, maar ook door bewoners te betrekken bij leefbaarheidsprojecten, krijgen lokale initiatieven een kans. De OVKK fungeert ook als intermediair in het leefbaarheidsnetwerk van initiatiefnemers, maatschappelijke organisaties en overheden. Door het leggen van verbindingen tussen initiatieven, kennis en expertise wordt de synergie in het netwerk versterkt. Lokale initiatieven krijgen meer kans en de participatie in de samenleving wordt vergroot.

- Ideeëncommunity: - Via de site JIJ & Overijssel kun je de provincie een tikkeltje mooier maken door jouw goede idee, mooie droom, tof project of slimme plan online te delen met andere inwoners van de provincie. Andere bezoekers op het platform kunnen jouw idee ondersteunen, zich er bij aansluiten, het delen of jouw idee nog beter maken door een reactie toe te voegen. Hoe meer energie het idee krijgt, hoe prominenter het op de site zichtbaar is. Maak je droom ook waar. Start ook online je eigen initiatief op.

- Muziek: - "Phion, orkest van Gelderland & Overijssel is sinds juni 2020 de nieuwe naam van Het Gelders Orkest en Orkest van Overijssel. Het orkest voor Oost-Nederland dus. Phion wil voor zoveel mogelijk mensen van betekenis zijn met live symfonische muziek. Daarom bieden wij jou een breed spectrum aan muzikale belevenissen. We laten vertrouwde en nieuwe geluiden horen. Het is onze liefde voor de muziek en ons vak, die wij vol passie met jou willen delen. Ervaar de overweldigende live belevenis van een professioneel symfonieorkest. Laat je meevoeren door de grootsheid van de muziek, en ontdek hoe die je kan meeslepen en beroeren. Wij willen iedereen laten ervaren hoe verrassend symfonische muziek kan zijn. En niet alleen in de concertzaal, maar juist ook daarbuiten. Op festivals, op straat, in parken of kastelen. Wij verleggen grenzen, die van onszelf, maar ook die van iedereen die ons wil horen. Wij doorbreken de kaders van traditionele concertbeleving, concertzaal en het vak van orkestmusicus. We introduceren nieuwe thema’s en werken samen, binnen en buiten ons eigen vakgebied. Zo klinken we elke keer anders. Phion, voor iedereen iets te ontdekken."

- Sport en bewegen: - Sportservice Overijssel is het provinciale servicepunt voor sport en bewegen. Samen met vele partners werken zij continu aan de randvoorwaarden voor een zo optimaal mogelijk sportklimaat in de provincie. Hun doel is zoveel mogelijk inwoners de kans te geven om (blijvend) te sporten en te bewegen. Het accent ligt daarbij vooral op de breedtesport. Op de site Sportwijzer Overijssel is een overzicht van het sport- en beweegaanbod voor zowel 50+ als voor mensen met een beperking en/of chronische aandoening in de provincie te vinden.

- Duurzaamheid / klimaat: - "In Overijssel wordt 87,4 megawatt aan windenergie gerealiseerd. Daarmee is het doel van 85,5 megawatt in 2020 gehaald. De provincie heeft hierover in 2013 afspraken gemaakt met het Rijk. In december 2020 deed de Raad van State uitspraak in een beroepsprocedure, waardoor in Staphorst 12 megawatt extra windenergie kan worden gerealiseerd. Conclusie is dat alle onderzoeken en voorbereidingen goed zijn uitgevoerd en de vergunning terecht door de gemeente is verleend. Dit project was nodig om de doelstelling te halen. Het eerste windpark in de provincie is al in 2006 gebouwd. Dat was ook in Staphorst. Het betrof de bouw van 3 windturbines die samen 6 megawatt aan energie leverden. In 2012 volgde een groter windpark met 8 turbines op de grens van de gemeente Dalfsen en Zwolle, goed voor 20 megawatt. Inmiddels draaien er ook windturbines in Deventer, Kampen en op de grens van de gemeente Ommen en Hardenberg.

Bij Nieuwleusen is een nieuw windpark in voorbereiding. Het park is gefinancierd via een crowdfundingsactie, waarbij 200 omwonenden en inwoners van de gemeente Dalfsen in dit project investeren. In de gemeente Staphorst wordt op soortgelijke wijze een windpark gebouwd. Hier is de coöperatie Wij Duurzaam Staphorst initiatiefnemer van windpark Bovenwind. Wij Duurzaam Staphorst is in 2018 opgericht en heeft inmiddels bijna 300 leden. De lokale bevolking en ambassadeurs van de coöperatie hebben de bouw van drie windturbines volledig zelf gefinancierd. Dit is uniek in Nederland. Met de diverse windparken in Overijssel kunnen zeker 80.000 huishoudens van duurzame energie worden voorzien." (bron: Provincie, december 2020)

- "De provincie Overijssel scherpt de voorwaarden aan voor de aanleg van zonnevelden in het landelijk gebied. Initiatiefnemers voor zonnevelden moeten ook investeren in andere maatschappelijke opgaven zoals klimaat en duurzame landbouw, compensatie voor landschap en natuur, en in meerwaarde voor de omwonenden. Bijvoorbeeld door hen mee te laten profiteren van de opbrengst of door de aanleg van aantrekkelijke voorzieningen. Op die manier wil de provincie de kwaliteit van het buitengebied beschermen, zuinig zijn op landbouwgrond en meer draagvlak creëren voor zonnevelden.

Zonnevelden in het landelijk gebied gelden als het sluitstuk van de zogeheten zonneladder. Initiatiefnemers en gemeenten moeten samen kijken of de zonnepanelen niet op daken of binnen de bebouwde kom in de stad kunnen worden gerealiseerd. Denk bijvoorbeeld aan braakliggende bedrijventerreinen. Gemeenten zijn verantwoordelijk hier een goede mix in samen te stellen, en niet alleen te kijken naar agrarische gronden. In de aangescherpte 'Handreiking zonnevelden. Toepassing van de Overijsselse zonneladder en kwaliteitsimpuls zonnevelden' die de provincie Overijssel heeft gemaakt krijgen initiatiefnemers en gemeenten tips en aanbevelingen voor de aanleg van zonnepanelen.

Gedeputeerde Tijs de Bree voor energie: “De energietransitie gaat door, en de verwachting is dat er de komende jaren meer zonnevelden komen. Als provincie hebben wij de voorkeur voor zonnepanelen op daken of op braakliggende terreinen binnen de bebouwde kom. Maar om onze energieopgave te realiseren zijn ook zonnevelden in de groene omgeving noodzakelijk. Om die groene omgeving zoveel mogelijk te beschermen gaan we scherp toezien op landschappelijk inpassing, compensatie voor natuur en omgeving en meervoudig ruimtegebruik en realisatie van nevenopgaven.” In de handreiking worden voor al deze punten suggesties en aanbevelingen gedaan en voorbeelden gegeven. Denk bijvoorbeeld aan maatregelen voor waterbeheer, agrarisch medegebruik, parkeerfunctie of herstel van oude groenstructuren." (bron: Provincie Overijssel, 1-5-2020)

- De in 2017 opgerichte stichting Climate Campus, kennis- en innovatienetwerk in Oost-Nederland, wil werk en vaart maken met klimaatadaptatie. Ruim 40 organisaties en bedrijven uit de IJssel-Vechtdelta en daarbuiten zijn uit op nieuwe kennis en innovaties voor een klimaatbestendige leefomgeving die ze samen met overheden, corporaties en zorginstellingen willen ontwikkelen. Bijzonder is dat bedrijven en inwoners in buurten en straten nadrukkelijk worden uitgenodigd als ervaringsdeskundigen en leveranciers van vraagstukken rond klimaatbestendig wonen, werken, ontwikkelen en ondernemen.

Meer dan 50 procent van de bebouwing en leefomgeving in de regio is eigendom van particuliere woningbezitters en private partijen. "Als we oplossingen en innovaties ontwikkelen voor het ‘nieuwe klimaat’ moeten we de omgeving betrekken", stelt het stichtingsbestuur. De nieuwe weersextremen kunnen immers tot grote schade en problemen leiden en de economie aantasten. Andersom; als je nu de leefomgeving aanpast en samen nieuwe oplossingen verzint, kan dat een enorme economische boost geven. Te vergelijken met de economische ontwikkeling die zich eerder voltrok bij de transitie van kolen naar gas.

Het in maart 2018 gepresenteerde actieplan bevat ideeën en oplossingen die in 2018-2019 door themagroepen verder worden uitgewerkt tot oplossingen voor klimaatbestendige delta’s. Een Innovatieagenda richt zich bijvoorbeeld op initiatieven voor Citizens’ Scienceprojecten zoals SensHagen. Hier draait het om inwoners in de Zwolse nieuwbouwwijk Stadshagen die met sensoren in hun tuin het KNMI en RIVM helpen om data te verzamelen rond stadsklimaat en fijnstof. O.a. Provincie Overijssel, Waterschap Drents Overijsselse Delta en de gemeenten Kampen, Zwartewaterland en Zwolle zijn partners van de Climate Campus. Zij juichen de ontwikkeling van Climate Campus toe als kenniscentrum in de regio met betekenis voor de IJssel-Vechtdelta en zelfs voor Nederland en Europa.

- In 2018 heeft de Provincie Overijssel zich aangesloten bij het samenwerkingsverband Green Deal Groene Daken. Zij wil hiermee bijdragen aan de ontwikkeling en verspreiding van kennis over groene daken, waarmee zij partners zoals gemeenten, woningcorporaties en bedrijventerreinen beter kan helpen bij de toepassing ervan. Dit past binnen de provinciale natuur- en klimaatambities en bij de ingezette acties om steden en dorpen te helpen met thema’s als vergroenen, natuurinclusief bouwen, verminderen van hittestress en biodiversiteit. Groene daken dragen daar allemaal aan bij. Daarnaast zorgen zij voor het bufferen van water, het afvangen van fijnstof, het isoleren van gebouwen, ze bieden ruimte voor recreatie en ontspanning en verlengen de levensduur van de beschermde dakbedekking.

Hester Maij, gedeputeerde natuur: “Green Deal Groene Daken sluit goed aan bij onze provinciale ‘Natuur voor Elkaar’ ambities. Met groene daken wordt de woon- en leefomgeving aantrekkelijker. Groene daken zijn ook plekken waar planten- en diersoorten die bij of op gebouwen leven van profiteren, bijvoorbeeld als nest- en foerageerplek.” Bert Boerman, gedeputeerde water: “Groene daken zijn een relatief eenvoudige manier om antwoord te geven op de klimaatverandering. Daarmee zetten we snelle stappen om voorbereid te zijn op de klimaatverandering met hete zomers, zoals die van dit jaar, en extreme regenval.” (bron: Provincie Overijssel)

- "BEON (Bio-energiecluster Oost-Nederland)-deelnemer Eelerwoude gaat samen met Landschap Overijssel, onder leiding van Stimuland, pilots realiseren voor klimaatslim landschapsbeheer. Landschapselementen worden hersteld of nieuw aangelegd met in achtneming van de later meervoudige benutting voor grondstoffen, materialen en energie. BTG ondersteunt het team met haar expertise op dit gebied. Het project is mogelijk gemaakt dankzij steun van het programma Nieuwe Energie Overijssel.

Aanleiding. Aanleiding voor het nieuwe project was het Actieplan Biomassa en landschapsonderhoud in de provincie, dat in 2019 was opgesteld door de werkgroep “klimaatslim” van BEON in samenspraak met stakeholders uit de provincie. Het Actieplan is gepresenteerd en warm ontvangen op de Nieuwe Energiedag Oost-Nederland op 31 oktober 2019. Het Actieplan wil de hoeveelheid houtige biomassa uit landschapsonderhoud verdubbelen door het (a) vergroten van het oogstbare deel (van 65% naar 100%) (b) vergroten van het oppervlak (30% meer landschapselementen), (c) vergroten van de opbrengst (met 20%) en (d) het lokaal benutten van shreds (niet meer exporteren). Klimaatslim beheer betekent ook dat beschikbare houtstromen zo hoogwaardig mogelijk gaan worden ingezet. Daarmee wordt koolstof zo lang mogelijk vastgehouden. Dit past in het SER-advies dat in 2020 is uitgebracht.

Doelstelling. De doelstelling van het project is het vergroten van houtige biomassastromen voor duurzame materialen en lokale duurzame energieproductie, waarbij het gaat om een verhoging van de koolstofvoorraad en ook een vergroting van de biodiversiteit en landschapswaarde. Activiteiten. Het kennis- en voorbereidingsprogramma is gericht op het verzamelen en delen van kennis die relevant is voor aanleg en klimaatslim beheer van nieuwe landschapselementen. Dit programma bestaat uit het inrichten van een kennisportal met handige links naar relevante digitale kennisbronnen, het verzorgen van ontwerpateliers en het aanleveren van bouwstenen voor klimaatslim landschapsontwerp. Voor ondersteuning van het kennis- en voorbereidingsprogramma zal een analyse worden gemaakt van de aanleg, onderhoud en houtbenutting van bestaande landschapspercelen. Hieruit zullen de ontwerpbouwstenen worden gehaald voor de aanleg van nieuwe percelen. Het programma is gericht op particuliere en publieke landschapspartijen en moet leiden tot een ontwerp voor de pilotprojecten.

Op 2-3 locaties zullen pilots worden gerealiseerd. Deze bestaan uit de aanplant of herinrichting van 4-8 km houtwallen en 4-8 bossages, met een totale omvang van 4-8 ha. Voor elke pilot dient een beplanting-, beheer-, monitoring- en houtbenuttingsplan te worden opgesteld. De plannen dienen gericht te zijn op: groei koolstofvoorraad; ecologische en landschappelijke waarden; oogstmogelijkheden; hoogwaardige inzet van rondhout en opties voor cascadering (zoveel mogelijk lokaal); inzet tak- en tophout voor lokale energietoepassingen (idem). De pilot dient rekening te houden met het Overijssels erfgoedraamwerk van Landschap Overijssel. Afwijking is enkel mogelijk in overleg met het projectteam. Het projectteam kan ook houtwallen of bossages aan het project toevoegen die om andere reden worden aangeplant (bijvoorbeeld rondom zonnevelden). Deze percelen doen niet mee wat aanplant betreft, maar wel wat betreft de andere onderdelen van dit programma. Het vliegwielprogramma bestaat uit activiteiten die gericht zijn op herhaling van de pilots elders in de provincie. De activiteiten bestaan uit twee workshops en kennisdeling en -ontwikkeling op het gebied van aanleg en beheer van landschapselementen. Hierbij zal aandacht wordt geschonken aan financieringsmechanismen. Vaak is het gebrek aan financiële middelen beperkend voor succesvolle uitrol.

Effecten. Het project moet leiden tot een hogere beschikbaarheid van biomassa uit het Overijsselse landschap, wat betekent: verduurzaming van energie en materialen; hogere koolstofopslagcapaciteit; meer bruikbare houtige biomassastromen uit eigen provincie; werkgelegenheid bij landschapspartijen, groenbedrijven, bouw- en energiesector; een belangrijke impuls voor het beheer en onderhoud van het landschap in Overijssel; positieve effecten op lokale ecologie, biodiversiteit, kwaliteit van het landschap en als afgeleide toerisme en recreatie. Organisatie. Het project wordt uitgevoerd door een projectteam van clusterdeelnemers en landschapsorganisaties onder verantwoordelijkheid van BEON. Kernpartners provincie en NMO zijn gevraagd om zitting te nemen in een klankbordgroep voor afstemming met activiteiten vanuit hun organisaties." (bron: Bio-energiecluster Oost-Nederland (BEON), augustus 2020)

- Wonen en ondernemen: - "Wie droomt er niet van elke dag rust, ruimte en groen om zich heen? Genieten van de rust en ruimte buiten de stad? Landschap als tuin of als bedrijfsomgeving? Onbereikbaar? Niet in Overijssel. Voor wie een plan heeft voor een woning of onderneming, en daarbij de mooie omgeving nog mooier wil maken, biedt deze provincie kansen. Laat je inspireren door mooie voorbeelden. Laat je inspireren door de successen van mensen die voor hun droom gingen. Ervaar wat er bij komt kijken (en dat is best wel veel. Maar de aanhouder wint). Leer van de weg die zij hebben afgelegd. Geniet van wat het heeft opgeleverd. Aan woongenot. Aan een aansprekend bedrijf. Aan nieuwe energie en economie. En vooral: aan de mooie omgeving die nog mooier is geworden. BuitenkansenOverijssel wil laten zien dat het kan in deze provincie. Niet altijd. Niet overal. Dat zou niet goed zijn. Maar de deur staat open voor goede ideeën met meerwaarde voor de omgeving. Kom op verkenning."

- N35: - "Rijksweg N35 verbindt de twee 'economische topregio’s' in Oost-Nederland: Regio Twente en Regio Zwolle. Uit een onderzoek dat het ministerie van I&W samen met de provincie Overijssel heeft laten uitvoeren kwam naar voren dat de knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid, doorstroming en leefbaarheid nog groter zijn dan tot nu toe werd aangenomen. Het verdiepend onderzoek laat zien dat de inrichting van de N35 tussen Zwolle en Twente, nu nog 2×1 rijbanen met verkeerslichten, zijwegen en 80 km/uur, niet geschikt is voor de grote aantallen auto’s en vrachtauto’s die nu en in de toekomst van deze Rijksweg gebruik maken. Dit zorgt de komende jaren voor steeds meer verkeersongevallen, filevorming en vertragingen met extra uitstoot van uitlaatgassen en een nog verdere aantasting van de leefomgeving van omwonenden.

2×2 rijbanen beste optie. De maatregelen die de afgelopen jaren genomen zijn en de komende jaren genomen worden, zorgen voor een verbetering van de veiligheid op de korte termijn. Om alle knelpunten voor de lange termijn in één keer goed aan te pakken, is de verbreding naar 2×2 rijbanen met ongelijkvloerse kruisingen en 100 kilometer per uur de beste optie, blijkt uit het verdiepend onderzoek van het Rijk. De globale kosten hiervoor worden nu geraamd op 475 tot 500 miljoen euro. De provincie Overijssel heeft aangeboden 120 miljoen euro mee te financieren in dit rijksproject. Daarnaast is onderzocht of ook andere maatregelen dan de verbreding van de N35 een oplossing bieden voor de capaciteits- en veiligheidsknelpunten. Denk aan het uitbreiden van het aantal rijstroken rond verkeerslichten, aanleg van intelligente verkeerslichten en pechvakken of ongelijkvloerse kruisingen. Dergelijke maatregelen blijken slechts een beperkte oplossing te bieden.

De Tweede Kamer heeft er eind 2019 bij de minister op aangedrongen om met de provincie Overijssel in gesprek te gaan over de verdere planning van de N35. Gedeputeerde Bert Boerman en regiovoorzitters Peter Snijders (Regio Zwolle) en Onno van Veldhuizen (Regio Twente) spraken in augustus 2020 met de minister over de aanpak van de Rijksweg. “Tijdens het gesprek trof ik een welwillende minister die bereid is om samen te kijken naar een oplossing. In oktober spreken wij elkaar opnieuw zodat er later dit jaar een besluit kan worden genomen over de aanpak”, aldus gedeputeerde Boerman." (bron: Regio Zwolle, augustus 2020)

Reactie toevoegen