Limburg

Provincie
Limburg

limburg_monumenten_in_nederland.gif

In Limburg vind je duizenden oude en recentere monumenten. In het standaardwerk 'Monumenten in Nederland: Limburg' worden ze in tekst en beeld beschreven. Via de link in het hoofdstuk Bezienswaardigheden is deze pil van 455 pag. nu ook online te lezen.

In Limburg vind je duizenden oude en recentere monumenten. In het standaardwerk 'Monumenten in Nederland: Limburg' worden ze in tekst en beeld beschreven. Via de link in het hoofdstuk Bezienswaardigheden is deze pil van 455 pag. nu ook online te lezen.

LB Provincie Limburg in ca. 1870 kaart J. Kuijper [1600x1200].jpg

Provincie Limburg in ca. 1870, kaart J. Kuijper

Provincie Limburg in ca. 1870, kaart J. Kuijper

Limburg

Terug naar boven

Status

- Limburg is een provincie. De hoofdstad van de provincie is Maastricht.

- De provincie is verdeeld in de hoofd-regio's Noord-Limburg, Midden-Limburg (waarbinnen o.a. de Roerstreek) en Zuid-Limburg (waarbinnen o.a. het Heuvelland, Parkstad en de Westelijke Mijnstreek).

- In 2010 heeft een gemeentelijke herindeling plaatsgevonden in Noord-Limburg. Het ging om een samenvoeging van Helden, Kessel, Maasbree en Meijel én van Venlo en 'Arcen en Velden'. Ook is de gemeente Sevenum toegevoegd aan de gemeente Horst aan de Maas en is de gemeente Meerlo-Wanssum opgedeeld tussen de gemeenten Venray en Horst aan de Maas. In 2011 zijn in Zuid-Limburg de gemeenten Eijsden en Margraten samengegaan tot de gemeente Eijsden-Margraten.

Anno 2020 omvat de provincie nog 31 gemeenten, zijnde:

Noord-Limburg: Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Mook en Middelaar, Peel en Maas, Venlo en Venray.
Midden-Limburg: Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weert.
Zuid-Limburg: Beek, Beekdaelen, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal.

Terug naar boven

Naam

Naamgeving
Op 24 augustus 1815 wordt in ons land een nieuwe Grondwet afgekondigd. Daarin komt de naam 'provincie Limburg' voor het eerst voor. Het gelijknamige voormalige hertogdom wordt daarmee onderdeel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het is wel ironisch, dat de Nederlandse koning inzake het oude hertogdom precies de geheel onhistorische Franse departementsindeling heeft gevolgd. Bijgevolg werd het oude Limburg (als onderdeel van het Ourthedepartement) nu Luiks territorium. De provincienaam is afkomstig van het Belgische stadje Limbourg, een stad aan de Vesder in de provincie Luik. De stad telt tegenwoordig ca. 6.000 inwoners en ligt op ca. 275 m hoogte.

Koning Willem I hechtte er aan - grotendeels uit eigenbelang om de titel Hertog van Limburg te kunnen voeren - dat die oude naam niet verloren ging. Daarom werd deze naam nu toegekend aan het voormalige Franse departement Neder-Maas, dat - met delen van het voormalige Roerdepartement - de nieuwe provincie vormde. Van deze nieuwe provincie heeft echter geen gebied in het oude hertogdom gelegen. Zodoende is de geografische term Limburg dus op oneigenlijke wijze verschoven naar het noorden. Nu ging ze ineens gebruikt worden voor gebieden die voorheen tot Loon, Landen van Overmaas, Gulik, Kleef of Gelre behoorden. (bron: NGV afd. Land van Cuijk en Ravenstein op de site van de NGV, 24-8-2015)

"Het was eigenlijk de bedoeling deze provincie Opper-Gelderland te noemen, omdat het noordelijk gedeelte veel oud Gelders gebied omvatte. Koning Willem I heeft daar echter een stokje voor gestoken en beslist dat de provincie Limburg moest heten. Op die manier wilde hij namelijk voorkomen dat de naam van het gelijknamige oude hertogdom verloren zou gaan. Dat was natuurlijk een aandoenlijk stukje immateriële monumentenzorg, maar historisch gezien zat de monarch er wel heel erg naast. Het ooit zo beroemde hertogdom heeft zich namelijk nooit noordelijker uitgestrekt dan de lijn Luik-Aken."(1)

Terug naar boven

Plaatsnamen in de provincie

- Met de spelling van onze plaatsnamen (en familienamen, waternamen, veldnamen e.d.) in het algemeen en zeker ook die in Limburg, is in de afgelopen eeuwen nogal 'gerommeld'. Bijv. men schreef op zoals het klonk, namen werden verfranst onder invloed van de Franse overheersing rond 1800, ook het nabije Duitsland deed zijn invloed gelden op spellingsgebied, en ambtenaren die namen vernederlandsten. Hoe dat allemaal zit, kunt u lezen in 'Onze familienamen: stukjes oud Limburgs' (dat ook plaatsnamen behandelt) door de Limburgse taalkundige Pierre Bakkes.

- Welke plaatsen er in Limburg zijn (en deels waren) kun je lezen in de Gehuchtenlijst (Peer Boselie, 2002), met kanton, parochie en dekenaat waaronder zij vielen tot 1801.

- Tegenwoordig hebben veel gemeenten in Limburg op de plaatsnaamborden onder de Nederlandse spelling ook de Limburgse spelling vermeld. In de Plaatsnamelies van Veldeke vind je alle Limburgse spellingen van de plaatsnamen in deze provincie.

- In 2014 is de Codex Nederlands-Limburgse toponiemen (nederzettingsnamen) verschenen, van auteur prof. dr. A. Schrijnemakers.

Terug naar boven

Het Limburgs

- Dialect- en cultuuronderwijs Limburg.

- Veldeke Limburg houdt zich bezig met het bevorderen en ontwikkelen van de Limburgse taal en de Limburgse volkscultuur. Dialectvereniging Veldeke kent een historie die 90 jaar geleden, in 1926, is begonnen. Toen kwamen in Maastricht een aantal notabelen bij elkaar die zich ongerust maakten over het teruglopende gebruik van het Limburgs dialect. Die zorg was niet nieuw: al in de 18e en 19e eeuw vinden we publicaties waarin de vrees wordt uitgesproken dat het Limburgs dialect teloor zal gaan onder invloed van aanvankelijk het Frans en later het Nederlands als officiële taal. In 1926 wordt de beoefening en in stand houding van de Limburgse dialecten voor het eerst in verenigingsverband gepropageerd. De naam Veldeke verwijst naar dichter Henric van Veldeke, die acht eeuwen eerder zijn verzen schreef in de toentertijd gebezigde streektaal.

Maar aanvankelijk schreef men de naam nog met puntjes tussen de letters waarmee Veldeke een afkorting werd voor het motto: "Voor Elk Limburgs Dialect Een Krachtige Eenvormigheid". Daarmee werd enerzijds verwezen naar de veelvormigheid van de dialecten die Limburg rijk was (en nog altijd is), terwijl anderzijds het streven naar uniformering van spelling en weergave daarvan werd uitgedrukt. De kwestie van de spelling zal Veldeke tot op de dag van vandaag achtervolgen. Ondanks herhaalde pogingen om de klankrijkdom van de diverse dialecten in schrijfwijze en leestekens te vangen (de laatste spellingwijzer dateert van 2003), hanteren veel auteurs nog altijd hun eigen lokale varianten. Die lokale verschillen leiden er in de loop van de jaren dertig van de vorige eeuw toe dat in diverse plaatsen lokale Veldeke-kringen worden opgericht. Veldeke heeft meer dan 2800 leden, verdeeld over 10 lokale kringen. - Hoogleraar taalcultuur Leonie Cornips pleit d.d. 3-11-2016 voor behoud van de tweetaligheid (Nederlands en Limburgs) in de Limburgse peuterspeelzalen.

- Met behulp van de website Limburgse spelling kun je leren hoe je de diverse klanken van de Limburgse streektaal kunt schrijven. De website bevat informatie en oefeningen voor het leren schrijven van Limburgse woorden als paol (‘paal’), sjaop (‘schaap’), väöl (‘veel’), träöt (‘toeter’), brandj (‘brand’), brögke (‘bruggen’) en zjwaor (‘zwaar’). De website is een initiatief van de provinciale streektaalfunctionaris en de Raod veur 't Limburgs, in samenwerking met Veldeke Limburg en het provinciale Huis voor de Kunsten en wordt mogelijk gemaakt met steun van de Provincie. De schrijfwijze van de verschillende Limburgse klanken is gebaseerd op de Spelling 2003 voor de Limburgse dialecten. Deze spelling is in 2003 ontwikkeld op verzoek van de Raod veur ’t Limburgs en is gebaseerd op de al langer bestaande Veldeke-spelling. De Spelling 2003 is toepasbaar op alle Limburgse dialecten.

De Spelling 2003 voor de Limburgse dialecten geeft richtlijnen voor de spelling van alle Limburgse dialecten in hun hedendaagse vorm. De grondslag voor de Spelling 2003 vormt de schrijfwijze van het Nederlands. Dat betekent dat de regels die voor het spellen van het Nederlands van toepassing zijn, ook zoveel mogelijk worden gebruikt bij het spellen van de Limburgse dialecten. Verder is de Spelling 2003 zo eenvoudig mogelijk gehouden, zodat die gemakkelijk te lezen en te leren is. De volledige Spelling 2003 voor de Limburgse dialecten is ook in boekvorm verkrijgbaar. - Via deze link is het boekje gratis te bestellen. - Via deze link is de publicatie online te lezen. In deze publicatie worden de doelstellingen en grondprincipes verder uitgewerkt en met voorbeelden geïllustreerd.

- Het Limburgs dialect is medio 2019 erkend als een officiële regionale taal. Met de erkenning gaat een wens van het provinciebestuur in vervulling. Gedeputeerde Ger Koopmans pleitte in januari 2019 voor de officiële erkenning van het Limburgs. Hij is blij dat het Limburgs nu wordt gezien als een officiële streektaal, wat volgens hem bevorderlijk is bij het streven om meer Limburgers het dialect te laten spreken. In het convenant maken de gemeenten, provincie en het Rijk afspraken om de Limburgse taal te stimuleren. Koopmans wil daar onder meer ook dialectvereniging Veldeke en carnavalsorganisaties bij betrekken. - Lees hier op Historiek.net over het streven naar erkenning van het Limburgs als streektaal, wat daaraan voorafging, en de relatie tot het Fries als rijkstaal.

De vraag wat dit alles in de praktijk voor het Limburgs kan betekenen, wordt beantwoord door Leonie Cornips, onderzoeker Taalvariatie aan het Meertens Instituut en hoogleraar Taalcultuur in Limburg aan de Universiteit Maastricht: "Met dit Convenant bevestigt de Nederlandse overheid nogmaals dat het Limburgs in 1997 als officiële regionale taal onder het Europees Handvest voor Regionale Talen en Minderheidstalen erkend is. Het Europees Handvest is opgesteld door de Raad van Europa, die 47 lidstaten kent. De Belgische overheid heeft in tegenstelling tot de Nederlandse overheid het Europees Handvest niet ondertekend, waardoor het Limburgs in Belgisch Limburg geen regionale taal mag heten.

De Nederlandse overheid wijst de uitvoering van het regionale taalbeleid toe aan de Provincie Limburg, maar blijft zelf eindverantwoordelijk. De Nederlandse overheid stuurt om de drie jaar een rapport aan de Raad van Europa, bijvoorbeeld over de hoeveelheid uren die leerkrachten in het onderwijs aan het Limburgs besteden, en hoeveel Limburgs er in de media te beluisteren valt. Tot nu toe zijn er geen eenduidige regelingen hoe de nationale, regionale en lokale overheden het gebruik van het Limburgs zouden moeten ondersteunen en stimuleren. De Raod veur ’t Limburgs, het provinciale Huis voor de Kunsten inclusief de streektaalfunctionaris en Veldeke, de oudste (sinds 1926) en grootste dialectvereniging in de provincie adviseren de Provincie. Zij organiseren activiteiten om het Limburgs in beweging te houden, waarbij de Provincie faciliteert.

Al met al zou een kniesoor zeggen dat er met het Convenant niets wezenlijks verandert aan de positie van het Limburgs. Een optimist ziet echter nieuwe kansen, afhankelijk van de manier waarop het Convenant na zomer 2019 vorm en inhoud zal krijgen in de samenwerking tussen het Ministerie, Provincie Limburg en betrokken partners. Het Convenant krijgt anno 2019 al positieve aandacht in de nationale media en het genereert hernieuwde belangstelling voor de meertaligheid van de provincie, waar inwoners naast vele andere talen ook het Nederlands en Limburgs als afzonderlijke talen spreken. Natuurlijk heeft een brede groep van streektaal- en letterenorganisaties in de provincie al eerder wensen geformuleerd. Hopelijk zijn die nu samen met het Rijk en culturele en onderwijspartners te realiseren. Men wil graag verjongen en feminiseren, het Limburgs vernieuwen door digitale media, het imago versterken door Limburgs aan te bieden in het onderwijs, op radio en televisie en het te horen brengen op allerlei theater, muziek- en poppodia.

Vanuit het wetenschappelijk onderzoek van de leerstoel Taalcultuur in Limburg aan de Universiteit van Maastricht leven er drie wensen. De eerste is het stimuleren van tweetalig opgroeien van peuters, dus ook in het Limburgs naast het Nederlands en kennisverspreiding van de cognitieve voordelen ervan. De tweede is dat iedereen in de provincie, werkend in bedrijfsleven of bij de overheid, voor de klas of in het ziekenhuis, oud- of nieuwkomer, jong of oud(er), man of vrouw, immigrant of van elders in Nederland, expat of niet, het Limburgs als Tweede Taal (LT2) kan leren van professionals die weten hoe het leren van een tweede taal succesvol verloopt. Het zou een taak voor de provincie kunnen zijn deze LT2-taalverwerving te stimuleren en eventueel te institutionaliseren. Ten derde ligt er in navolging van het KNAW-rapport ‘Talen in Nederland - Talen voor Nederland’ (2018) een mogelijke taak voor de provincie en gemeenten. Zij zouden professionals in de zorg, het onderwijs, bij politie en justitie bewust kunnen maken van het belang om in de thuistaal van hun patiënten, leerlingen of cliënten te communiceren en kennis over te dragen." (bron: Meertens Instituut, april 2019)

Op 6 november 2019 heeft minister Knops het Convenant Limburgs met de provincie Limburg ondertekend. Dat moet ervoor zorgen dat de Limburgse taalcultuur beter beschermd wordt, want het dialect dreigt te verdwijnen. Leonie Cornips, bijzonder hoogleraar taalcultuur aan het Meertens Instituut en de Universiteit Maastricht, vertelt op de radio dat het dialect vooral bij de allerkleinsten, bij de peuters en jonge kinderen, aan het verdwijnen is. Welke maatregelen zouden er genomen kunnen worden? Luister naar het interview met Leonie Cornips op NPO Radio 1.

- "Jaarlijks wordt op 21 februari de Dag van de Moedertaal gevierd. Op 21 februari 2021 vertelde hoogleraar Taalcultuur in Limburg Leonie Cornips in de podcast 'De Limburgse Taal &' van L1, waarom het een klein wonder is dat het Limburgs er nog is. Ze vertelt dat er flink campagne is gevoerd voor het huidige 'Nederlands'. Het Limburgs is er nog, en volgens Cornips kunnen we het versterken door elkaars dialect meer te omarmen. Een Venraynaar zou een Kerkradenaar met getrainde oren veel makkelijker verstaan. Ze noemt Noorwegen als voorbeeld. Cornips denkt dat we over 100 jaar een soort Nederlands met een zeer regionale kleuring spreken. Vergelijk het met het 'Huilands' uit Heerlen. Dit zullen veel mensen als een spookbeeld zien. Kansen zijn er gelukkig zeker nog. Het begint met minder streng zijn voor elkaar."

Terug naar boven

Ligging

De provincie Limburg ligt in het zuiden des lands. De provincie grenst in het N aan de provincies Gelderland en Noord-Brabant, in het NW aan de provincie Noord-Babant, in het ZW en Z aan België, en in het O aan Duitsland.

Terug naar boven

Statistische gegevens

De provincie Limburg heeft ca. 500.000 huizen met ca. 1.110.000 inwoners op een oppervlakte van ca. 2.151 km2 land. Verder is er nog ca. 58 km2 water.

Terug naar boven

Geschiedenis

Als je je nader wilt verdiepen in de geschiedenis van deze provincie, kun je terecht bij de volgende instanties, sites en literatuur:

- De Canon van Limburg neemt je mee naar de hoogtepunten van Limburgse geschiedenis. Een prachtig boek en een heldere website vertellen het verhaal van de Limburgse historie in 52 vensters. Van de prehistorie tot de 20e eeuw en van Mook tot Eijsden. Een handige en aantrekkelijke manier om snel wegwijs te worden in de Limburgse geschiedenis.

- Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap LGOG.

- Regionaal Historisch Centrum Limburg.

- Sociaal Historisch Centrum voor Limburg.

- Steunpunt Archeologie & Monumentenzorg Limburg.

- Nederlandse Geologische Vereniging afdeling Limburg.

- Doel van het Limburgs Museum (te Venlo) is het planmatig verzamelen, conserveren, bewaren, bestuderen, presenteren en tentoonstellen van geschied- en volkskundige objecten, in het bijzonder voor zover betrekking hebbend op de provincie Limburg. De collectie omvat ca. 60.000 objecten.

- Op de website 'Helletocht naar de grotten' van Jo Vromen, genoemd naar het gelijknamige jeugdboek dat hij onder zijn pseudoniem J. Visser schreef, vind je heel veel lezenswaardige artikelen in tekst en beeld over onderwerpen uit de geschiedenis van Limburg.

- Het boek 'Limburgsche legenden, sagen, sprookjes, en volksverhalen. Deel 1' (1875) met daarin een 100-tal mooie verhalen betreffende plaatsen in de hele provincie, is via de link ook online te lezen.

- De reeks Maaslandse Monografieën betreft wetenschappelijke publicaties over uiteenlopende onderwerpen uit de geschiedenis van Limburg. Sinds 1964 zijn er al meer dan 80 verschenen. Via de link kun je zien wélke er zijn verschenen. Deels zijn ze ook online te lezen, soms alleen deels (alleen een bepaald hoofdstuk).

- ArcheoRoute Limburg is onderdeel van het programma ‘Archeologie in de Etalage’. Sinds 2015 is de Provincie actief om archeologische verhalen boven het maaiveld te tillen en te verbinden met de samenleving. In dat kader is bijvoorbeeld ook het provinciaal archeologisch depot verhuisd naar De Vondst, het nieuwe provinciale centrum voor Archeologie, in de voormalige bibliotheek aan het Raadhuisplein in Heerlen. De ArcheoRoute zorgt ervoor dat de bijzondere archeologische verhalen met de nieuwste digitale technieken zichtbaar worden gemaakt. De boodschap bij de vindplaatsen is: ‘Hier op deze plek heeft zich een bijzonder verhaal afgespeeld. Ga mee de geschiedenis in en ontdek de link met het heden!’ Er wordt daarbij gebruik gemaakt van ‘mixed reality’, die gebruikers de “echte wereld” toont (zoals in Augmented Reality), maar hierin levensechte virtuele objecten projecteert (zoals in Virtual Reality). Dat maakt dit project zeer vernieuwend. Daarnaast bevat de ArcheoRoute een spelelement: bezoekers kunnen per locatie een 3D-element van een archeologisch icoon verzamelen. De app is via de App Store en Google Play te downloaden op de smartphone. De aan het begin van deze alinea gelinkte website informeert bezoekers over alle vindplaatsen en biedt aanvullende informatie en verwijzingen naar musea.

- "Zoeken naar sporen uit het verleden. Omdat het interessant is. Omdat je meer over je voorouders wilt weten. Omdat je je eigen geschiedenis beter wilt begrijpen. Of omdat je verbindingen wilt leggen tussen het heden, het verleden en de toekomst. Bij De Vondst in Heerlen ben je daarvoor aan het juiste adres. De Vondst is het centrum voor archeologie in Limburg. Het is niet alleen een archeologisch depot, het is dé plek in deze provincie voor iedereen die nieuwsgierig is naar het verleden. Je ontdekt hier wat er allemaal moet gebeuren voor een archeologische vondst in een museumvitrine belandt. Je kunt hier letterlijk graven naar je eigen geschiedenis! De Vondst is een echte beleefplek. Je kunt hier zelf ervaren wat er allemaal bij archeologie komt kijken. Je beleeft wat er gebeurt vanaf het graafwerk tot het moment dat iets tentoongesteld wordt. Van vondst tot vitrine dus! Archeologie begint met veldwerk. Daarna ga je de vondst determineren; denkwerk dus. Tot slot volgt het conserveren en het restaureren. In De Vondst is dat niet anders. Je maakt er alle stappen van het archeologisch proces mee. En, als je wilt mag je zelf meedoen. Je kunt bijvoorbeeld een archeologische vondst sorteren, op zoek naar schatten tussen het opgegraven materiaal. Je onderzoekt, past en vergelijkt. Net als een echte archeoloog.

In restauratieatelier Restaura werken archeologen en andere specialisten. Zij onderzoeken, conserveren en restaureren archeologische voorwerpen. Door een glazen wand kun je hen live op de vingers kijken. Foto’s, teksten en filmpjes geven je uitleg over wat de restaurators doen. Wil je nog meer te weten komen? Volg dan een rondleiding in het restauratieatelier. Eindeloos veel schatten uit het verleden worden geregistreerd, gedocumenteerd en beheerd in het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten. Dit archeologisch depot is een onderdeel van De Vondst. Wetenschappers, maar ook amateurarcheologen en anderen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van Limburg, kunnen de materialen en het archief op afspraak raadplegen. Tijdens een rondleiding op woensdagmiddag krijg je een goede indruk van het depot en zijn vondsten."

Terug naar boven

Recente ontwikkelingen

- In 2013 is de Visie Waterbeheer Limburg 2020 verschenen.

- Het Trendrapport Limburg (2014) schetst de maatschappelijke trends en ontwikkelingen in relatie tot het Limburgs vestigingsklimaat. Het rapport is ambtelijk samengesteld ter inspiratie voor de partijprogramma’s (van de Provinciale Statenverkiezingen 2015) en het politieke debat.

Terug naar boven

Bezienswaardigheden

- Het standaardwerk Monumenten in Nederland: Limburg (Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Waanders Uitgevers, 2003) is via de link ook online te lezen.

- Foto's van veel Limburgse kernen.

- Kerkgebouwen in Limburg. Bisschop Frans Wiertz stelt in januari 2014 dat er op dat moment nog 314 parochiekerken in de provincie zijn, en dat gezien de huidige moeilijke tijden (zowel in religieus als financieel opzicht) wellicht nog kerken in steden en stedelijke gebieden gesloten zullen moeten worden, maar dat de inzet in ieder geval is om de kerken in de dorpen te behouden, omdat dorpen doorgaans maar 1 kerk hebben die niet alleen beeldbepalend is voor het dorp maar ook sociaal een belangrijk bindend element vormt.

- Chris Steeghs uit Rijckholt heeft op zijn site foto's van - beoogd - alle weg- en veldkruisen in Limburg. Zijn intentie is om hiermee compleet te raken / te zijn, dus hij houdt zich aanbevolen voor evt. aanvullingen.

- Wie door deze provincie rijdt, fietst of wandelt, komt ze overal tegen: de kruisen en kapellen die als monumenten van vroomheid zijn opgenomen in het Limburgse landschap. Duizenden staan er in de bermen, langs de bosranden of soms midden in het weiland. Verspreid door de provincie staan ca. 2.200 kruisen, 600 kapellen, 70 (Lourdes)grotten en een groot aantal losse beelden. Deze monumenten getuigen van een rijke religieuze traditie in deze provincie, die op veel plaatsen nog in ere wordt gehouden. Stichting Kruisen en Kapellen in Limburg zet zich in om dit bijzondere religieuze erfgoed te behouden, middels o.a. inventarisatie, documentatie, voorlichting, en advies over restauratie en onderhoud.

- Tienduizenden objecten uit Limburgse musea e.d. zijn op de site Limburgs Erfgoed online te raadplegen.

Terug naar boven

Jaarlijkse evenementen

- Carnaval. - L11 Alaaf is dé website voor alle info over de Limburgse Vastelaovend. - Een van de vele carnavalstradities in Limburg is het jaarlijkse Vastelaovend Konkoer, waar zangers van carnavalsliedjes het - middels vele voorrondes in de hele provincie, en uiteraard een halve finale en finale - tegen elkaar opnemen om het Limburgs kampioenschap van dat jaar. Er is het LVK (Limburgs Vastelaovesleedjes Konkoer) voor volwassenen, het KVL (Kinjer Vastelaovend Leedjesfestival) voor kinderen en om dat 'gat' te vullen is er sinds 2010 ook het TVK (Tiener Vastelaovend Konkoer) voor tieners. "Country, Reggae, Zumba, Disco, Hardrock of TexMex, niets is tieners te gek om een eigen stempel te drukken op de Vastelaovendmuziek van de toekomst. Het eerste TVK was een feest om nooit te vergeten. Het tweede TVK bleek de definitieve doorbraak. Het TVK staat inmiddels als een huis en heeft z'n plaats verdiend tussen de grote carnavalsevenementen in de provincie", aldus de organisatie op haar site.

- Limburg Unlimited (mei, in MECC Maastricht, sinds 2018) is het platform om de provincie in al haar kracht te laten zien en elkaar te ontmoeten. Kansen voor ondernemers, onderzoekers, talenten, producenten, onderwijsinstellingen, overheden en internationale gasten met een affiniteit voor innovatie en duurzame oplossingen. De plek waar kennis kan worden gedeeld en waar ondernemers worden geënthousiasmeerd om zich in de provincie te vestigen, (samen) te werken, te internationaliseren en te investeren. Waar talent zich bewust wordt van de carrièremogelijkheden die worden geboden en waar (internationale) kansen tastbaar worden.

- Tijdens het Orgelfestival Limburg (juli en augustus) zijn er 70 orgelconcerten in kerken verspreid over de hele provincie.

Terug naar boven

Landschap, natuur en recreatie

- Koninklijke Wandel Bond Nederland (KWBN) regio Limburg.

- Natuurgebieden in Limburg van Natuurmonumenten.

- Natuurbeheerplan Limburg 2017 geeft de na te streven provinciale doelen weer op het gebied van (agrarisch) natuur- en landschapsbeheer. Het provinciaal Natuurbeheerplan vormt tevens het leidend document voor de subsidieverlening in het kader van het Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer (SNL).

- Gedetailleerde informatie over ontstaan en ontwikkeling van de regionale landschappen in deze provincie, vind je in de - via de link ook online te lezen - studie Ontgonnen Verleden. Historisch-geografische regiobeschrijvingen betreffende de provincie Limburg (76 pagina's, Ministerie van LNV, 2009).

- Sinds 2012 is er het elektronische kwartaaltijdschrift Limburg in Beeld, met reportages over natuur(gebieden) in deze provincie. Een abonnement is gratis.

- De beverpopulatie in Limburg is op de goede weg, mede door boeren die op vrijwillige basis hun beekoevers zodanig inrichten dat ze aantrekkelijk zijn voor bevers. Nadat in 1993 de eerste Limburgse bever was gesignaleerd (bij Afferden), omvat de populatie tegenwoordig ca. 100 dieren.

- Stichting Het Limburgs Landschap.

- Provinciaal natuur- en landschapsbeleid Limburg.

- Coöperatie Natuurrijk Limburg bundelt de krachten van boeren en particulieren in de provincie op het gebied van natuur- en landschapsbeheer. Zij verbindt mensen die geloven dat landbouw en natuur samen veel meer kunnen dan alleen.

- Het Heuvelland, het Maasdal en de Peel zijn Limburgse gebieden die voor Nederlandse begrippen een grote verscheidenheid aan planten en dieren herbergen. Al vroeg trekt het bijzondere karakter van deze landschappen de belangstelling van mensen die de natuur in het veld bestuderen. Reeds in 1910 organiseren zij zich in het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg. Vandaag de dag zijn vele veldwaarnemers en natuurliefhebbers lid van deze provinciale vereniging.

- Via lokale en thematische werkgroepen zetten leden van Vogelwacht Limburg (VWL) zich in voor de bescherming van vogels in deze provincie. Dit doen ze door vogeltellingen (trekvogels, broedvogels, watervogels); het organiseren van excursies, lezingen en vogelherkenningscursussen; plaatsen en controleren van nestkasten; advisering van overheden, bedrijven en particulieren (bouwprojecten-compensatiemogelijkheden / herinrichting van landschappen en bomenkap).

- De film "Limburg in Beeld" (1919) was de eerste toeristisch/educatieve film in Nederland.

- Rijkswaterstaat heeft in 2011 en 2012 de sluiskolken bij Born, Maasbracht en Heel verlengd. Een deel van de sluiscapaciteit op het Julianakanaal was hierdoor voor langere tijd niet beschikbaar. Om lange wachttijden te voorkomen en om u als recreatievaarder van dienst te zijn is een fraaie alternatieve route ontwikkeld: de Wilemsroute. De Willemsroute is het verleidelijke alternatief om van Roermond of Den Bosch naar Maastricht en vice versa te varen. Deze route is voornamelijk bedoeld voor de recreatieve vaarweggebruiker die meer wil dan alleen van A naar B varen. Een goed begaanbare en mooie vaarweg die leidt langs vele aantrekkelijke plaatsen in Nederlands en Belgisch Limburg. De route gaat via het Kanaal Wessem-Nederweert, de Zuid-Willemsvaart en de historische vaarroute door Maastricht naar ’t Bassin, de sfeervolle historische binnenhaven in het centrum van de oude stad. De Willemsroute is een rustige route met kleine sluizen en veel afmeermogelijkheden. De omgeving van de vaarweg is recreatief zeer aantrekkelijk. Voor nadere informatie zie de site van de Willemsroute en een reisverslag Willemsroute met foto's.

- Voor 10 bijzondere diersoorten in Limburg is een speciaal soortbeschermingsplan gemaakt.

- "Natuur en Milieufederatie (NMF) Limburg en de circa 100 aangesloten organisaties zetten zich in voor natuur en landschap, een gezond leefmilieu en voor het realiseren van ecologische duurzaamheid in de provincie en de aangrenzende Euregio. Samen willen we voor iedereen prettig wonen, werken en recreëren mogelijk maken voor nu en straks. De NMF is dé provinciale belangenbehartiger voor natuur, milieu en landschap. In deze rol bundelen we alle krachten in de provincie die de omslag naar een energieneutrale en klimaatbestendige samenleving willen realiseren. Uiteindelijk willen we bereiken dat duurzaamheid een vanzelfsprekende en op waarde geschatte overweging is bij het handelen van burgers, bestuurders en ondernemers.

Doelen. In ons Meerjarenbeleidsplan hebben we 5 concrete doelen opgenomen voor onze belangrijkste thema’s. Doel 1: Natuur & landschap. In 2050 moet de helft van de provincie uit natuur bestaan. Wij willen er voor zorgen dat in 2050 de helft van de provincie uit natuur bestaat (dat is nu ongeveer een kwart). Dat komt neer op ruim 100.000 hectare natuur in onze provincie. Bevolkingskrimp, vergroening van de stedelijke omgeving en met name natuurinclusieve landbouw zijn ontwikkelingen die bijdragen aan dit doel. Doel 2: Transitie landbouw. In 2025 moet de Limburgse landbouw een lust voor haar omgeving zijn. De omvang van de huidige veestapel is onhoudbaar omdat deze te veel mest, fijnstof, ammoniak en geurhinder met zich meebrengt. Het sluiten van de voedsel-mest kringloop op lokaal niveau zien we als een deel van de oplossing.

Doel 3: Energie & klimaat. In 2050 heeft in Limburg een volledige transitie van fossiele naar hernieuwbare energie plaatsgevonden, met behoud van landschappelijke kwaliteit en natuurwaarden. Wij streven naar een energieneutrale en klimaatbestendige samenleving. Windmolens en zonnepanelen nemen wel veel ruimte in beslag. Wij vinden het belangrijk dat er draagvlak is voor de inpassing van hernieuwbare energie en dat installaties niet ten koste gaan van natuur en landschap. Doel 4: Water & bodem. Een schoon, veilig, gezond en aantrekkelijk watersysteem voor de provincie. Rivieren zoals de Maas moeten de ruimte krijgen, maar geen bedreiging vormen. Dat wil zeggen: ruimte waar het kan en dijken waar het moet. Doel 5: Circulaire economie. Een circulaire economie die onze voetafdruk verkleint en uiteindelijk past binnen het draagvlak van de aarde. We streven naar een circulaire economie of kringloopeconomie, waarbij grondstoffen en producten zoveel mogelijk worden hergebruikt. Bekijk ook de videoanimatie met onze 5 doelen voor een mooi en duurzaam #Limburg2050."

- Natuurcollectief Limburg is opgericht in 2016, om het voor particuliere natuurbeheerders met een klein natuurgebied in de provincie mogelijk te maken om voor een beheervergoeding in aanmerking te komen. Een aanvraag voor de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL) moet vanaf 2017 namelijk betrekking hebben op een - gezamenlijk - gebied van minimaal 75 ha. Met een collectieve aanvraag van meerdere kleine particuliere natuurbeheerders wordt deze ondergrens ook gehaald. Oprichter Gé Peterink van Natuurbegraafplaats Weverslo in Heider: "Wij zijn er voor die particuliere natuurbeheerder met een klein gebied die enthousiast werkt aan de kwaliteit van zijn natuurgebied. Dat is degene die ook wil leren van de kennis en kunde van anderen. Juist deze groep dreigt door de nieuwe subsidieregels buiten de boot te vallen. En dat kan niet de bedoeling zijn. De kleine particuliere natuurbeheerder zorgt immers voor de krenten in de ‘natuurpap’, waardoor natuur en landschap zo verrassend en aantrekkelijk blijven." Inmiddels is in iedere provincie een dergelijk Natuurcollectief opgericht, om de krachten van kleine natuurbeheerders te bundelen.

- In 2017 is Waterschap Limburg ontstaan uit fusie van de waterschappen 'Roer en Overmaas' en 'Peel en Maasvallei'. Hun slogan ‘met de omgeving, voor de omgeving’ is een belofte namens het voltallige waterschapsbestuur en medewerkers. Het Waterschap richt zich op intensieve samenwerking en verbinding met inwoners, bedrijven, land- en tuinbouw, gemeenten en natuur- en terreinbeheerders. Ze gaan graag met alle belanghebbenden in gesprek over waterbeheer en de opgaven die er liggen in de zorg om droge voeten, veilige dijken en voldoende schoon water in de provincie.

- Anno 2017 leefden er weer ruim 600 bevers in Limburg, anno 2019 wordt hun aantal al rond de 1.000 geschat. Ze zijn na een lange periode van afwezigheid weer terug in bijna alle watergangen van de provincie. De bever zorgt voor een gevarieerde natuur in de Limburgse wateren waar veel andere diersoorten van profiteren. Veel mensen genieten van de bever en komen naar de dieren kijken. Ook de Provincie heeft hier vanuit de actieve soortenbescherming aan bijgedragen. Aan dat succes zit echter ook een keerzijde. Bevers kunnen door het bouwen van dammen, het knagen aan bomen en struiken en door graverij in oevers en dijken schade en overlast veroorzaken. Preventieve maatregelen nemen is de belangrijkste stap om te voorkomen dat er graaf- of vraatschade optreedt, en dat gebeurt dan ook. Door bijvoorbeeld het plaatsen van hekken, rasters en het aanbrengen van gaas of stortsteen, is al veel schade (te) voorkomen. Dit is dan ook een goede maatregel die goed werkt bij tuinen, landgoederen en akkers langs wateren waar bevers leven.

In de watergangen zijn echter geen werende maatregelen te nemen. Deze werken te beperkt voor de scheepvaart of voor het plegen van onderhoud of zorgen ervoor dat diersoorten niet meer kunnen migreren (zoals trekvissen). Bevers bouwen dammen in smalle watergangen met stromend water waardoor de waterstand wordt verhoogd en landbouw- en natuurgrond vernatten. In landbouwgebied worden de dammen verwijderd, vaak bij herhaling. In natuurgebieden worden, indien kwetsbare natuur wordt bedreigd, levellers (een buis in de dam die het water aan beide kanten op het gewenste peil houdt) geplaatst, of wordt het water omgeleid. Hierdoor zijn de kosten die met name Waterschap Limburg maakt om de problemen beheersbaar te houden (met name het verwijderen van dammen en het dichtmaken van oeverholen) de laatste jaren wel flink opgelopen.

Als er geen alternatieven meer voorhanden zijn kan de Provincie een ontheffing verlenen op basis van de Wet Natuurbescherming (voorheen de Flora- en Faunawet) om de bevers te verwijderen of te doden of hun rust- en verblijfplaats te vernielen. Deze ontheffing wordt verleend op basis van het Faunabeheerplan. Het wordt echter steeds moeilijker om deze ontheffing in te zetten, omdat bijna alle watergangen al bezet zijn met bevers en de overige provincies geen bevers willen uitzetten. De optie tot het doden van bevers wordt aleen als laatste middel om schade te voorkomen, als andere methoden geen baat meer bieden, ingezet. De Partij voor de Dieren ageert hiertegen. En bever-oloog Willy de Koning denkt er genuanceerd over. Lees hun aller visies in Willy's artikel 'Discussie over beverbeheer barst los' (20-2-2017). En op onze pagina van de buurtschap Pepinusbrug vind je diverse links naar haar andere artikelen en films m.b.t. haar bever-avonturen in de provincie.

"In de periode december 2018 tot en met april 2019 heeft Waterschap Limburg 17 bevers gedood. Dit was nodig omdat de dieren schade veroorzaakten binnen het watersysteem. Nu er in april 2019 jonge bevers geboren zijn, is het waterschap gestopt met het doden van bevers. Het waterschap is onder meer verantwoordelijk voor het peilbeheer in de Limburgse beken. De dammen die de bevers bouwen, zorgen voor een verhoogd waterpeil met natte landbouwgronden en soms ook natuurschade tot gevolg. Daarnaast leidt graverij door deze knaagdieren tot onveilige situaties langs beken en in de dijken langs de Maas. Schattingen duiden erop dat er anno 2019 zo’n 1.000 bevers in de provincie gevestigd zijn. ‘Het aantal bevers dat voor knelpunten heeft gezorgd is ons -ondanks de groei van de populatie- meegevallen. Door de droogte van het afgelopen jaar konden we de beverdammen juist goed gebruiken om het water zo lang mogelijk vast te houden. Zo helpt de bever een handje,’ aldus Har Frenken.

Het Faunabeheerplan Bever 2017-2020 biedt de mogelijkheid om bevers te doden die schade veroorzaken. Op een viertal locaties is door het waterschap dit zwaarste instrument op het gebied van beverbeheer ingezet omdat er geen andere opties meer waren. Op alle overige locaties wordt schade door dammen en graverij door het waterschap beperkt door het inzetten van niet-dodelijke methoden, zoals het verlagen van dammen of het aanleggen van een buis door de dam. Het wegvangen van de dieren is niet mogelijk, omdat de dieren (inter)nationaal niet kunnen worden uitgezet. Ark liet in het najaar van 2018 weten dat het niet was gelukt om Limburgse bevers naar Engeland te verhuizen.

In de Bosbeek (gemeente Peel en Maas) en de Neerpeelbeek (gemeenten Nederweert/Leudal) dreigde het verhoogde waterpeil door de beverdammen voor te natte agrarische percelen te zorgen. Het Waterschap maakte hier hoge kosten om dit (telkens weer) te voorkomen. Daarnaast bestond bij de Neerpeelbeek het risico van ingezakte taluds, onderhoudspaden en wegen door de aanwezigheid van oeverholen. Dit bracht onacceptabele veiligheidsrisico’s met zich mee voor wandelaars, automobilisten en onderhoudsmedewerkers. Bij de Neerpeelbeek zijn in totaal 12 bevers gedood. Ook zijn er bevers gedood die zich gevestigd hadden in de Everlose beek bij Maasbree. Deze dieren bouwden telkens een gemaal dicht, dat noodzakelijk is om een kassengebied van water te voorzien.

In het bronnengebied van de Kingbeek, ten zuiden van Obbicht in de gemeente Sittard-Geleen, was ingrijpen wederom nodig. Er hadden zich ondanks preventieve maatregelen twee bevers gevestigd op dezelfde locatie als een jaar ervoor. In de bronnen is sprake van een uniek ecosysteem dat binnen Nederland alleen in deze provincie voorkomt. Door de bevers dreigde dit ecosysteem te vernatten en verloren te gaan. Ook dreigde schade aan de fundering van Kasteel Obbicht door een te laag waterpeil in de kasteelgracht. Om te voorkomen dat nieuwe bevers zich hier weer vestigen, is als extra maatregel een tweede barrière in het beekdal aangebracht, om het opzwemmen van bevers vanuit de Maas te voorkomen. Er wordt hier ook nog nagedacht over een project met beverwachters. De gedode bevers gaan naar het RIVM voor onderzoek." (bron: Waterschap Limburg, april 2019)

- In 1994 is Bodemzorg Limburg gestart met haar taak: beheren en beheersen van afgewerkte stortplaatsen in de provincie. Zij is namens de betrokken gemeenten verantwoordelijk voor de nazorg van 15 locaties die zijn gesloten vóór 1 september 1996. Voor locaties die daarna zijn gesloten ligt de verantwoordelijkheid voor de nazorg bij de Provincie. De organisatie regelt dat het afval solide wordt afgedekt en dat er eventueel milieubeschermende voorzieningen worden aangebracht. Daarnaast zorgt zij voor periodieke controles en zet zij zich in om de afgedekte vuilstorten een nieuwe bestemming - veelal natuurgebied - te geven.

- Bosgroep Zuid Nederland is een coöperatieve vereniging zonder winstoogmerk. Het werkgebied strekt zich uit over de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. De leden zijn eigenaar van bos en/of natuurterreinen. Hieronder vallen zowel particulieren, landgoedeigenaren en gemeenten, als natuurbeschermingsorganisaties en enkele kloosterordes. Bosgroep Zuid Nederland heeft ca 375 leden. De Bosgroep ondersteunt haar leden op diverse manieren bij de ontwikkeling, inrichting en beheer van hun bos- en natuurterreinen. Dat kan in de vorm van inhoudelijk of strategisch advies over bos-of natuurbeheer of het opstellen van inrichtingsplannen of subsidie aanvragen. Ook kunnen zij de uitvoering in het veld voor hun rekening nemen, of inzet van vrijwilligers hierin organiseren. Door haar vele contacten kan de Bosgroep prima een intermediaire rol vervullen; tussen verschillende partijen of eigenaren binnen een gebied, tussen een gemeente en vrijwilligers, tussen een eigenaar en de overheid etc. De meerwaarde van de Bosgroep is dat zij deskundige en integrale ondersteuning kan bieden van het begin van het proces tot aan de daadwerkelijke uitvoering, hoe groot of klein ook.

- Nadat duidelijk werd dat er sprake was van voortplanting van wasberen in de provincie heeft de provincie Limburg het initiatief genomen om - aan de hand van publieksmeldingen en een veldstudie met cameravallen - de populatie in kaart te brengen en een schatting van de populatieomvang te maken. De inschatting van de provincie is dat er anno medio 2019 sprake is van een populatie van 50 tot 100 dieren in 2 kerngebieden en dat er daarnaast nog sprake is van eenlingen op andere locaties in de provincie. De Limburgse populatie is mogelijk ontstaan door lokale ontsnappingen. De populatie in Duitsland en Wallonië heeft de Nederlandse grens nog niet bereikt. Wel kunnen zwervende dieren uit deze populaties in Nederland terecht zijn gekomen.

Het college van Gedeputeerde Staten heeft in maart 2019 ingestemd met het afschieten van wasberen. Zo moet worden voorkomen dat het dier zich definitief in de provincie vestigt. Het provinciebestuur vreest gezondheidsrisico’s en overlast. Het dier komt van nature niet voor in Nederland, is daarmee een 'invasieve exoot', en dat verplicht de provincie tot het nemen van maatregelen. Door de wasbeer uit Limburg weg te halen wordt voorkomen dat deze soort de biodiversiteit aantast. De provincie heeft op advies van de provinciale Faunabeheereenheid gekozen voor een tweesporenbeleid, waarbij gericht kastvallen worden ingezet om dieren levend te vangen en daarnaast wordt jachtaktehouders toegestaan dieren te doden met het geweer waar vangen redelijkerwijs niet mogelijk is. Voor de levend gevangen dieren bekijkt de provincie de mogelijkheden om deze tegen acceptabele kosten op te vangen. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) steunt de door de provincie gekozen aanpak. (bron: Ministerie van LNV, 30-4-2019)

- "In juli 2020 is een bijzonder initiatief gestart om de bomen die de komende jaren in de provincie worden geplant ook te behouden: het Boombeschermersgilde. Projectleider 'Plan Boom' Grietje Lenstra: “De Provincie Limburg heeft een subsidieregeling opengesteld met het doel om in de komende 8 jaar in de provincie 1 miljoen bomen te planten. Deze regeling is gekoppeld aan Plan Boom. Om er voor te zorgen dat de nieuw geplante, maar zeker ook de al aanwezige bomen langjarig behouden blijven, zetten we als Natuur en Milieufederatie een Limburgs Boombeschermersgilde op”. Over 100 jaar. “Het gilde is een netwerk van betrokken mensen, die zich op vrijwillige basis inzetten voor het behoud van bestaande bomen én nieuw geplante bomen. Het uiteindelijke doel is dat de bomen die nieuw worden aangeplant er over 100 jaar nog steeds staan. Hierbij is onze ambitie dat medio 2021 in elke gemeente in de provincie minimaal 1 bomenbeschermer actief is. Hij of zij heeft de juiste drive (voorliefde voor bomen), heeft de juiste kennis en heeft een netwerk in die gemeente (vrijwilligers en professionals) die hem of haar bij het beschermen van het bomenbestand in die gemeente kunnen bijstaan.” Wil je meer weten over de oprichting van het gilde of de rol van bomenbeschermer? Neem dan contact op met Grietje Lenstra." (bron: Natuur en Milieufederatie, juli 2020)

- "In het collegeprogramma ‘Vernieuwend Verbinden’ is de ambitie opgenomen om binnen twee Statenperiodes 1 miljoen bomen te planten. Met het aanplanten van 1 miljoen bomen willen we niet alleen een kwantitatieve slag maken maar ook een kwalitatieve. Een boom is niet alleen natuur, het is ook landschap, cultuurhistorie, gevoel, recreatie en leefbaarheid. Bomenambitie. Bomen zorgen voor een gezonde lucht, slaan CO2 op, kunnen biodiversiteit verbeteren, vangen fijnstof op van autowegen, industrie en veehouderijen, zorgen voor verkoeling en leveren in het algemeen een onmisbare bijdrage aan een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. Onze bomenambitie kan hiermee meerdere vliegen in één klap slaan. Deze koppeling zoeken we nadrukkelijk op en we willen tegelijkertijd pragmatisch te werk gaan. Er zijn namelijk al veel maatschappelijke initiatieven waar we bij aan willen sluiten en die we willen stimuleren. We bespeuren heel veel positieve energie in de samenleving voor de aanplant van extra bomen. We nemen het aantal van een half miljoen bomen als streefwaarde voor de huidige collegeperiode. Het valt niet uit te sluiten dat de gestelde streefwaarde eerder zal worden bereikt dan gepland en dat de doelstelling kan worden aangescherpt. In december 2019 is het Actieplan 1 miljoen bomen vastgesteld. Dit betekent dat we 2 miljoen euro ter beschikking hebben voor het aanplanten van de eerste 500.000 bomen." (bron: Provincie Limburg) Onder de link vind je antwoorden op veelgestelde vragen over dit project.

- "Op 6 augustus 2020 bezocht Carla Brugman, gedeputeerde Natuur van de Provincie Limburg, het project ‘Jagers in het Groen’. Toen de Limburgse afdeling van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging in november 2018 met dit plan aanklopte bij de Provincie Limburg, werd deze direct enthousiast. Het idee van deze afdeling was om op een laagdrempelige manier zoveel mogelijk grondeigenaren te motiveren om wildakkers in te zaaien met een speciaal zaadmengsel. Voor veel dieren heeft een divers veld meerwaarde; in deze velden kunnen hazen, houtduiven, fazanten en konijnen goed toeven. Maar ook veel andere zeldzame diersoorten als patrijzen en wilde bijen kunnen daar prima leven. Dat is ook de reden dat jagers en plaatselijke jagersverenigingen al decennialang tijd, geld en energie steken in biotoopverbetering. In het speciale mengsel van de Jagersvereniging zitten vooral zaden van planten waar patrijzen en wilde bijen van profiteren. Dit zijn soorten die door de provincie als prioritaire soorten zijn aangemerkt. De Provincie doneerde de zaadmengsels ter waarde van €20.000.- De uitvoering en coördinatie van het project wordt ondersteund door de Stichting Servicebureau Wildbeheereenheden Limburg (SSWL).

Lokale betrokkenheid tussen jagers en grondeigenaren sleutel tot succes. Omdat jagers veel tijd doorbrengen in hun jachtveld en de grondeigenaren (boeren, gemeente, waterschap etc.) goed kennen, werd gekozen voor de persoonlijke benadering via de jager. Deze aanpak bleek succesvol want binnen een paar maanden hadden vele grondeigenaren zich via hun jager aangemeld. In totaal gaat het in 2020 om 70 hectare, waarvan 12 van de provincie zelf en 58 van andere grondeigenaren. Gedeputeerde Carla Brugman: ‘Dit initiatief is een mooi voorbeeld waarbij het provinciale soortenbeleid een impuls krijgt. Dankzij medewerking van jagers en agrariërs - immers de jagers vonden nog meer boeren die bereid waren een rand of hoekje beschikbaar te stellen voor het project - is sprake van een grote spin-off. Het maakt me trots als ik zie hoe met goede samenwerking, relatief weinig geld en minimale regels een groot effect kan worden bereikt.’

Wim Grave, voorzitter Jagersvereniging afdeling Limburg: ‘Lokale betrokkenheid loont. Doordat onze leden de mensen bij wie ze jagen zo goed kennen, konden ze in direct contact - bij wijze van spreken aan de keukentafel - het project onder de aandacht brengen. Die persoonlijke benadering en lokale betrokkenheid werkt enorm goed. Dat de animo zo groot is hadden wij vooraf niet durven hopen, maar het bewijst wel dat deze persoonlijke en laagdrempelige insteek zeer succesvol is.’ Piet Vullings, voorzitter plaatselijke jagersvereniging WBE Sevenum: ‘Wij werden direct enthousiast toen we van het project “Jagers in het Groen” hoorden. We wisten dat er bij onze leden en bij de gemeente meerdere terreinen waren die mogelijk als wildakker ingezaaid konden worden. Juist door de laagdrempeligheid van dit project, waarbij de eigenaar niet allerhande verplichtingen krijgt opgelegd, was men sneller geneigd mee te doen. Dit resulteerde bij onze WBE in maar liefst 13 hectare bloem- en kruidenrijke stroken. We horen uit de gemeenschap veel enthousiaste reacties en willen het project de komende jaren dan ook blijven voortzetten.’ Alle locaties van 'Jagers in het Groen' zijn te vinden op de website 'Biotoopprojecten op de Kaart'. Deze website laat op de kaart van Nederland zien waar in het land wordt gewerkt aan biotoopverbeterende maatregelen." (bron: Jagersvereniging, augustus 2020)

- "Op 17 september 2020 vond in het Gouvernement aan de Maas het 5e Limburgse Bijensymposium plaats. Georganiseerd in samenwerking door de Provincie Limburg en de Nationale Bijenstrategie, van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Zowel landelijke beleidsontwikkelingen als Limburgse initiatieven werden belicht. Geen meters maar kilometers. Bijen en andere bestuivende insecten hebben het na zeven jaar nationaal bijenbeleid onverminderd moeilijk. De Nationale Bijenstrategie constateert met grote urgentie dat de gestelde doelen nog niet worden gehaald. Kortom; het gaat nog niet goed met de bijen.

Carla Brugman-Rustenburg (gedeputeerde Natura 2000 en Soortenbeleid): “Het wordt tijd dat er stappen worden gemaakt in kilometers, in plaats van meters. Er is een transitie nodig naar duurzame en grootschalige aanpassingen in de dagelijkse praktijk”. Hierbij wordt gedacht aan samenwerking in het landelijk buitengebied, aan verbeterd groen- en maaibeheer, aan nieuwe verdienmodellen voor natuurinclusief boeren, en aan insectvriendelijker en toch economisch haalbare agrarische bedrijfsvoering.

Bestuiving belangrijk. Insecten zijn nodig om het stuifmeel van de ene bloem naar de andere te brengen, om de bloem te bestuiven. Pas daarna kan de plant zaad of vruchten krijgen en zich voortplanten. Bij bestuivende insecten denken we aan honingbijen maar wilde bijen, zweefvliegen en vele andere insecten zijn minstens zo belangrijk. En niet alleen voor natuurgebieden en tuinen. Maar ook voor de land- en tuinbouw. Driekwart van onze voedselgewassen, groente en fruit, zijn economisch afhankelijk van bestuivende insecten. Appels, peren, aardbeien en tomaten groeien bijvoorbeeld veel beter als ze door (wilde) insecten bestoven zijn. Daarom is het belangrijk om (wilde) bijen en andere bestuivende insecten duurzaam te behouden. Want het gaat al jaren slecht met ze en hun aantallen nemen af.

Om dat tij te keren in Limburg, ondertekenden 25 Limburgse organisaties in 2015 het convenant Limburgers Bijeen voor Bijen. Daarin stonden drie doelen: 1. Imkers doen mee aan wetenschappelijk onderzoek naar bijensterfte en verbeteren met die kennis de bijenhouderij. 2. Meer partijen werken samen om het buitengebied bloemrijker te maken, vooral in de (na)zomer, via maai- en akkerrandenbeheer. 3. Brede voorlichting aan publiek en professionals over het belang van (wilde) bestuivende insecten.

Blik terug en vooruit. Tijdens dit vijfde symposium werd teruggeblikt naar hoe Limburg de afgelopen vijf jaar aan die doelen heeft gewerkt. Ook werd vooruitgekeken; onder meer naar de mogelijkheden voor een vergroening van het landbouwbeleid in de nieuwe planperiode van het GEB (het Gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid) en naar de Theory of Change (een methodologie om maatschappelijke verandering te bevorderen). Als slot van het symposium nam de LLTB (Limburgse Land- en TuinbouwBond) het stokje over om in 2021 het zesde Bijensymposium te organiseren. Het stokje werd door gedeputeerde Brugman-Rustenburg symbolisch overgedragen aan de heer Thijs Rompelberg, vicevoorzitter van de LLTB. Dit gebeurde met een grote zak bloemenzaad, bedoeld om akkerranden in te zaaien voor bijen.

“De symboliek in deze is dat de bij symbool staat voor een natuurinclusieve* en vruchtbare landbouw. Voor boeren en tuinders zijn bijen namelijk van groot belang. In agrarisch buitengebied ligt een enorme potentie om de bijenpopulatie te ondersteunen. Echter dit kunnen boeren alleen in samenwerking met anderen. De landbouw produceert gezond en veilig voedsel op Limburgse gronden, mét hulp van de natuur, waaronder de bij. Zo houden boeren en tuinders Limburg gezond. Vandaar dat wij vol enthousiasme het symposium in 2021 zullen organiseren. Samen met onze partners spannen wij ons in om de bij duurzaam in het zonnetje te zetten.” (bron: Provincie, september 2020)
* Natuurinclusieve landbouw is een vorm van duurzame landbouw die uitgaat van een veerkrachtig voedsel- èn ecosysteem. Deze maakt optimaal gebruik van de natuurlijke omgeving (het 'natuurlijk kapitaal') en integreert die in de bedrijfsvoering.

"Het gaat slecht met de bijen en insecten in Nederland. Dat is zorgelijk; insecten zijn immers ontzettend belangrijk voor onze natuur en voedselvoorziening. Ze zorgen niet alleen voor de bestuiving van planten en bloemen, maar dienen ook als voedsel voor vogels en andere dieren. Om de achteruitgang van het aantal bijen en insecten tegen te gaan, slaan de provincie Limburg en landschapsorganisatie IKL de handen ineen. Samen maken zij zich sterk voor het realiseren van een provinciaal bloemenlint, als leefplek voor insecten en andere dieren. Grondeigenaren worden opgeroepen én gestimuleerd om terreinen en beeldbepalende locaties bloemrijk in te richten. IKL stelt hiervoor (tegen een geringe eigen bijdrage) een speciaal samengesteld bloemenzaadmengsel beschikbaar, dat met name bijen, hommels en vlinders aantrekt.

Impuls voor de biodiversiteit. De bloemrijke oases die straks als een lint door de provincie slingeren, zijn niet alleen een lust voor het oog van inwoners, recreanten en toeristen. De bloeiende kleurenpracht zorgt vooral ook voor voldoende voedsel voor stuifmeel- en nectarverzamelende insecten als bijen, vlinders en hommels. Het bloemenlint biedt bovendien het hele jaar door voedsel en beschutting voor allerlei dieren en geeft daarmee een stevige impuls aan de biodiversiteit in de provincie. In februari en maart 2021 kon iedereen in Limburg die over een eigen stuk grond of tuin beschikt - van particulieren tot agrariërs en (groot)grondeigenaren - het bloemenzaadmengsel bestellen. De mengsels werden per post toegestuurd en konden eind april, begin mei worden ingezaaid. Gedeputeerde Carla Brugman: “Hoe mooi zou het zijn om samen een bloemenlint te realiseren van Maastricht tot Mook. Sámen met alle Limburgers. Want dat is zo mooi aan dit initiatief; iedereen kan op eenvoudige wijze een steentje bijdragen om de leefomstandigheden van bijen en andere insecten substantieel te verbeteren.” (bron: Provincie)

- "Het werken aan hoogwaterveiligheid gaat altijd door. Toch is er eind 2020 een mijlpaal bereikt: met het plaatsen van de glazen waterkering bij Neer - de laatste van de 18 zogenoemde geprioriteerde kades – is ook Neer beschermd tegen hoogwater. Zo zijn alle dijkversterkingen van project Maaswerken binnen de afgesproken tijd afgerond. In 2010 maakten de toenmalige waterschappen in Limburg en Rijkswaterstaat een afspraak over bescherming tegen hoogwater: eind 2020 moesten de meeste bewoners en bedrijven beschermd zijn tegen een hoeveelheid hoogwater, volgens de destijds geldende wettelijke norm. De afspraak is een onderdeel van project Maaswerken. Diana Beuting, hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat: “Door de goede samenwerking is deze mijlpaal gehaald, daar ben ik trots op. Veel bewoners van Limburg zijn door alle maatregelen uit het programma Maaswerken beschermd tegen de hoeveelheid hoogwater die gemiddeld eens in de 250 jaar kan voorkomen. Ook in de toekomst blijven we samenwerken aan hoogwaterveiligheid.”

Kers op de taart. Het gaat bij het project Maaswerken om 18 dijkversterkingen langs de Maas, in 13 gemeenten, tussen Mook en Maastricht, waar de waterschappen (nu Waterschap Limburg) sinds 2010 aan hebben gewerkt. Het dorp Neer heeft het laatste dijktraject dat onder dit project valt. Met als onderdeel een stuk glazen kering als kers op de taart, zijn ook deze laatste 2,5 kilometer aan dijkversterking van dit project aangepakt. Werk met werk. Binnen Neer is de aanpak van hoogwaterveiligheid gecombineerd met de realisatie van het project Maasfront Hanssum van de gemeente Leudal. De reconstructie van het benedenterrein en de jachthaven zijn tegelijk uitgevoerd met de verhoging van de kering. Zo is de totale uitvoering met een half jaar verkort. Een mooi voorbeeld van combineren van werk, zodat de overlast voor de omgeving beperkt bleef. Wethouder Robert Martens, gemeente Leudal: “Ik sluit me aan bij de uitspraak van Diana Beuting. Ik ben blij dat we de werkzaamheden binnen de afgesproken termijn hebben gerealiseerd. Dit betekent zeker niet dat het daarmee klaar is. We zullen ons altijd moeten blijven inzetten om de inwoners van Leudal te beschermen tegen hoogwater, daar waar het nodig is.”

Hoogwaterveiligheid. Werken aan hoogwaterveiligheid gaat altijd door. De dijkversterkingen uit programma Maaswerken zijn met de dijkversterking Neer nagenoeg afgerond, maar het waterschap is ook volop bezig met dijkversterkingen uit het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Hier vallen maar liefst 16 dijkversterkingen met 5 dijkverleggingen onder. Voor de projecten van het HWBP is sinds 2017 een strengere wettelijke beschermingsnorm van toepassing. Het waterschap, Rijkswaterstaat, de provincie en gemeenten werken binnen het HWBP samen verder aan de dijkversterkingsprojecten voor een Limburg waar je veilig kunt wonen, werken en recreëren. Jos Teeuwen, portefeuillehouder hoogwaterbescherming en waterkeringen van het waterschap: “Als waterschap zijn we er trots op dat we een flink gedeelte van Limburg met het gereed hebben van deze dijkversterkingen weer beschermen tegen hoogwater van de Maas. Ik ben tevreden dat we in Neer samen met de omgeving de oplossing hebben kunnen vinden voor een goede bescherming en het behoud van het zicht op de Maas.”" (bron: Waterschap, februari 2021)

Terug naar boven

Overnachten

- Boek hier je B&B e.d. in de provincie Limburg, met laagsteprijsgarantie!

Terug naar boven

Literatuur

- Nieuwe en/of tweedehands boeken over Limburg (online te bestellen).

Terug naar boven

Links

- Provincie: - Officiële site van de Provincie Limburg.

- Media / nieuws: - Omroep L1.

- Verhalen: - In 2009 was er de verkiezing voor Limburgs Dierbaaroord, opgezet door de Provincie Limburg en Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Mensen konden verhalen insturen met bijzondere herinneringen aan een gebouw of ander object, of een dorp of buurtschap. Er waren honderden inzendingen. Onder de link zijn de 5 winnende verhalen online te lezen.

- Onderwijs: - Stichting Cultuurpad werkt in opdracht van het basisonderwijs in Limburg en wil kinderen in de leeftijd van 0 tot 16 jaar brede ontwikkelingskansen bieden. Zij geloven dat cultuureducatie en talentontwikkeling broodnodig zijn om kinderen een stevige basis voor de toekomst mee te geven; het durven verder kijken dan wat je ziet, het bewustmaken van eigen voorkeuren, het leren kritisch te denken, creatief te zijn, openheid, leergierigheid, doorzettingsvermogen, experimenteerdrang, respect, durf, nieuwsgierigheid, verwondering. Cultuur ‘empowered’ kinderen, maakt hen sterker. Daarom is Cultuurpad: Primair anders! De website is de thuisbasis van Cultuurpad en de plek waar scholen, maar ook ouders en aanbieders, alle informatie kunnen vinden om aan de slag te kunnen met de gezamenlijke missie 'het bieden van brede ontwikkelingskansen voor kinderen van 0 tot 16 jaar'.

- Wonen: - "Zoek je een sociale huurwoning? Om het je makkelijk te maken, werken de meeste woningcorporaties in de provincie samen. Zij bieden hun woningen op één website aan, namelijk Thuis in Limburg. Zo hoeft je je maar op één plek in te schrijven om op alle woningen te kunnen reageren. Inschrijven op deze website is gratis. Op welke woningen kun je reageren?Huurders met recht op huurtoeslag mogen alleen woningen huren tot een bepaalde huurprijs. De overheid heeft deze regel ('passend toewijzen') ingevoerd om ervoor te zorgen dat huurders niet in betalingsproblemen komen. En om ervoor te zorgen dat de kosten van de huurtoeslag beperkt blijven. Controleer op de site van de Belastingdienst of je in aanmerking komt voor huurtoeslag.

Als je bent ingeschreven op Thuis in Limburg, en je hebt je inkomensgegevens correct ingevoerd, dan zie je vanzelf alleen de huurwoningen die passen bij je inkomen. Voordat je de huurwoning definitief krijgt, controleert de desbetreffende woningcorporatie je inkomensgegevens. Dat zijn ze verplicht. Naast inkomen kunnen er ook andere voorwaarden gelden, zoals gezinssamenstelling of leeftijd. Je hebt gereageerd op een passende woning, wat nu? Na de uiterlijke inschrijfdatum rangschikt een van de woonconsulenten alle passende reacties op basis van inschrijftijd. Vervolgens nodigt de woonconsulent via e-mail een aantal passende kandidaten uit voor een bezichtiging. In deze e-mail staat welke bewijsstukken je vóór de bezichtiging moet opsturen. Tijdens de bezichtiging geef je aan of je interesse hebt in de woning. De kandidaat met de langste inschrijftijd én complete bewijsstukken heeft als eerste recht op de woning." "Hier vind je het grootste woningaanbod van de provincie. Op dit moment bemiddelen 13 woningcorporaties hun woningen via Thuis in Limburg. Samen verhuren en verkopen zij ruim 90.000 woningen."

- Bedrijfsleven / ondernemen: - Brightlands Innovation Factory is een mooi voorbeeld van hoe bestuur, onderwijs het bedrijfsleven en ondernemers samen optrekken en elkaar versterken. Brightlands Innovation Factory is ontstaan vanuit de behoefte om in Limburg een aantrekkelijke omgeving voor start-ups uit de hele wereld neer te zetten. Hoofdactiviteit is het begeleiden van start-ups tot succesvolle bedrijven en ze verankeren binnen de regio. Brightlands Innovation Factory helpt veelbelovende start-ups in de vier gebieden waar de Limburgse Brightlands-campussen actief zijn: materiaalontwikkeling (Sittard-Geleen), gezondheid (Maastricht), smart services (Heerlen) en voeding (Venlo).

In juni 2018 zijn Brigthlands Innovation Factory en de vier Rabobanken in Zuid-Limburg een bijzonder partnership aangegaan. Door nieuwe bedrijvigheid aan te trekken en bestaande bedrijven de kans te bieden te groeien, ontstaat een innovatief, dynamisch en inspirerend ondernemersklimaat. Dat maakt het voor andere bedrijven ook aantrekkelijk om zich hier te vestigen. "Als partner van Brightlands Innovation Factory vindt Rabobank het belangrijk om haar nek uit te steken. Door niet in risico’s, maar in mogelijkheden te denken. Start-ups vragen om een maatwerkaanpak. Het gaat vaak om bedrijven die een baanbrekend idee hebben, maar bijvoorbeeld geen idee hebben hoe ze de technologie in de markt kunnen zetten en waarde kunnen creëren. Of hoe ze de financiering kunnen regelen", aldus de samenwerkende partijen in een persbericht. "In het unieke ecosysteem van Brightlands Innovation Factory zijn alle krachten gebundeld om deze bedrijven in alle fasen van ontwikkeling optimaal te faciliteren. Hier worden ze begeleid om van innovatieve ideeën kansrijke producten te maken, die bijdragen aan een betere, duurzame wereld."

- "De Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV) is dé belangenbehartiger van werkgevers in Limburg (de Limburgse tak van VNO-NCW). Het doel is bij te dragen aan een goed ondernemingsklimaat in de provincie."

- "MKB-Limburg versterkt, inspireert en faciliteert het Limburgs ondernemerschap. Profiteer van het netwerk van Limburgs grootste netwerkorganisatie, de kennis en ervaring van collega MKB-ondernemers en de vele ledenvoordelen. Wij versterken ondernemers met kennis van zaken en hart voor verbinden. Wij zijn gedreven en bedreven om de zakelijke passie van Limburgse ondernemers te faciliteren met het beste netwerk voor én door ondernemers. Samen maken wij de toekomst van Limburg. De vereniging is de verbindende en stimulerende schakel tussen ondernemers onderling, ondernemers & onderwijs, ondernemers & overheid. Wij behartigen de belangen van kleine en middelgrote ondernemingen rechtstreeks en via regionale afdelingen en bevorderen onderlinge contacten middels netwerkbijeenkomsten."

- "LimburgToekomstbestendig is een meerjarig programma van LIOF gericht op innovaties die bijdragen aan een meer toekomstbestendige economische structuur voor Limburg. Innovaties met economisch rendement én maatschappelijke impact. Daarom staan in dit programma de maatschappelijke opgaven 'slim, duurzaam en gezond' centraal. Op deze pagina vind je alle informatie over het programma, de financieringsinstrumenten en hoe wij je bij jouw plannen kunnen helpen."

- Genealogie en heemkunde: - "Stichting Limburgs Genealogisch en Geschiedkundig Informatiecentrum (LGGI) is opgericht in 1995. In eerste instantie was als doel de genealogische gegevens van Limburg te verzamelen. Zo'n 20 miljoen personenen staan inmiddels op haar website "Alle Limburgers". In 2015 Heeft het LGGI de vrijwilligersorganisatie Aezel Projek op zich genomen en alle gegevens daarin ondergebracht. Daarmee zijn haar ambities verbreed tot het volgende: Het LGGI heeft tot doel de versnipperde erfgoed-informatie in de Zuidelijke Nederlanden te digitaliseren, te bundelen en voor het brede publiek via het internet beschikbaar te stellen. Er zijn heel veel mensen in de provincie die zich bezig houden met cultureel erfgoed, waarbij informatie over de Limburgers en hun omgeving door de eeuwen heen wordt vastgelegd; vaak in verenigingsverband, soms zijn het individuele levenswerken. Daar zit een schat aan informatie. Dit zijn zaken zoals: genealogie, archeologie, landschappen, foto's, notarisaktes, kastelen, bevolkingsregisters, kerkhoven, kerken en kloosters, vervoer, handel, kleding, architectuur, taal, geschiedenis enz. Zo zijn er tal van heemkundeverenigingen en in menig dorp is er een (oorlogs)museum, vaak privé.

Helaas was er nog geen digitaal platform waar deze gegevens met het publiek gedeeld kunnen worden, met als gevolg een veelheid aan kleine websites met versplinterde kennis. Nog meer informatie wordt nooit gedeeld, maar gaat verloren of wordt door nabestaanden zelfs weggegooid. Dit geldt zeker voor de kleinere dorpen waar weinig geld voor efgoed beschikbaar is. Als al deze informatie aan elkaar gekoppeld zou kunnen worden in één platform, dan zou een geweldig beeld ontstaan van de Limburgse samenleving door de eeuwen heen. Zo'n platform bouwt het LGGI nu op middels het platform Aezel.eu (Archief voor Erfgoed van Zuid-Nederlandse Eigendommen en Leefgemeenschappen). Basis zijn kerkelijke, gemeentelijke en kadastrale registers. Deze zijn door meer dan 250 vrijwilligers gedigitaliseerd, waardoor doorzoekbare en bewijsbare brongegevens zijn verkregen. Daarnaast kan hier een veelheid van de meest verschillende erfgoed informatie aan worden gekoppeld. Dit soort erfgoed kan bijvoorbeeld van verenigingen, archieven, gemeenten, maar ook van privépersonen komen. Heemkundeverenigingen kunnen hiervoor gratis opslagruimte krijgen. Als ANBI stichting stelt het LGGI de website gratis beschikbaar aan niet- zakelijke gebruikers. Sponsering en subsidies moeten de kosten dekken.

Concept. Al deze historische informatie is zowel tijd- als plaats- en vaak ook persoonsgebonden. Vaak is informatie over heel Limburg beschikbaar (denk maar aan huwelijksregisters), vaak ook is informatie alleen in één bepaalde stad of dorp beschikbaar. Vandaar dat de eerste prioriteit is het maken van digitale kaarten over de eeuwen heen, gebaseerd op de nauwkeurige kadasterkaarten vanaf 1842 voor de hele provincie tot de huidige Google maps; bij deze kaarten horen tabellen met de toenmalige eigenaren van percelen. Het LGGI heeft, in samenwerking met de archieven in de provincie, de Doop-, Trouw- en Begraafregisters (DTB) gedigitaliseerd, waarmee bijvoorbeeld genealogieonderzoeken worden vereenvoudigd. Door met Aezel samen te werken (waar o.a. de perceelseigenaren worden genoemd) ontstaat een unieke mogelijkheid ook te zien waar de mensen gewoond hebben. Ook archeologische gegevens worden hoog gewaardeerd. Daarom is nu een team van archeologen en vrijwilligers begonnen om de veelheid aan gegevens te ordenen en te digitaliseren, waarbij archeologische vonsten op kaarten kunnen worden teruggevonden.

Vanaf het midden van de 19e eeuw worden er al foto's gemaakt die belangrijk zijn voor ons erfgoed. Door deze aan de tijd, plaats en personen te koppelen wordt een uniek beeld van onze omgeving geschapen. Daarnaast is er een masse hoeveelheid informatie beschikbaar, die niet meer direct door een Aezel team kan worden verwerkt. Hierbij kunnen (heemkunde)verenigingen en privépersonen hun eigen belangrijke rol spelen. Aezel kan veel hulp gebruiken om alle gegevens gedigitaliseerd te krijgen. In eerste instantie wordt prioriteit gegeven aan informatie waarbij achterliggende originele stukken als bewijs dienen. Vandaar dat veel van deze stukken nu ingescand zijn en worden. Een belangrijk doel van Aezel is om verenigingen, personen, maar ook de overheid te helpen om diverse openbare gegevens grafisch op een kaart te zetten, zodat ze aan eigen websites kunnen worden toegevoegd. Doelgroepen. Het LGGI heeft tot doel alle informatie beschikbaar te stellen aan een breed publiek. De doelgroep bestaat uit eindgebruikers, maar ook uit verenigingen en overheid.

Overheid. Overheidsorganisaties blijken er tevens nut van te hebben. Steden kunnen jaarlijks enkele tienduizenden euro's besparen met alle historische gegevens die ontsloten worden door dit project. Dure onderzoekers kunnen met één druk op de knop informatie over monumenten, archeologische sites of milieu-informatie opvragen. Verenigingen. Voor verenigingen is de informatie uit een Aezel Project ook weer interessant omdat toch vaak weer meer specifieke achtergrond over de streek verkregen kan worden. Aezel biedt ook de mogelijkheden om reeds binnen de vereniging bestaande informatie te koppelen aan de Aezel informatie. Daarmee wordt die informatie vaak vele malen interessanter, zeker omdat de vereniging het resultaat dan weer op de eigen website kan zetten. Eindgebruikers. Aezel heeft tot doel gegevens gratis ter beschikking te stellen aan de eindgebruikers. Hierdoor kun je bijvoorbeeld via een landkaart ontdekken waar jouw voorouders hebben gewoond of kun je kijken hoe de markt er vroeger uitzag. Maar ook waar nu die mammoettand gevonden is of waar nu precies de stadsmuur onder je huis loopt. Deze gegevens worden de komende jaren steeds verder uitgebreid, naarmate meer en meer gemeentes hun gegevens in Aezel hebben ingebracht.

Bedrijfsleven. Veel bedrijven kunnen direct of indirect nut hebben van informatie uit Aezel. Zo kan bijvoorbeeld een makelaar de historie van een huis eenvoudig opvragen en bij het huis aanbieden. Een huis wordt daarmee veel interessanter. Een aannemer die een werk wilt gaan uitvoeren, kan eerst controleren of er mogelijk sprake is van oude bebouwing. Onderzoekers. Het project als zodanig was niet bedoeld als een wetenschappelijk project. Toch hebben al nieuwe inzichten in de geschiedenis van stad en streek het licht gezien, bijvoorbeeld doordat we nu in staat zijn met behulp van massa-gegevens antwoord te geven op ingewikkelde vragen met betrekking tot bijvoorbeeld bouwgegevens, sociologische vraagstukken en historisch-sociografisch en demografisch onderzoek. Ook onderzoek naar de archeologische geschiedenis profiteert van het Aezel Projek. Door een combinatie van luchtotografie en massagegevens van het Kadaster, geven bijvoorbeeld bastions, stadspoorten, historische wegenstructuren en andere archeologie van stad en streek hun geheimen bloot."

Reactie toevoegen